Ingezonden.

„Politiek".

Naar aanleiding van het schrijven van "Verax" in de laatste nummers van het Bondsblad, zij het mij vergund, enkele opmerkingen te maken.

M.i. verliest  "Verax«, blijkens zijn schrijven, geheel uit het oog, dat de antirrevolutionaire partij geen kerkelijke doch een staatkundige partij is. Immers, bij de anti-revolutionaire partij is er plaats voor leden der onderscheidene kerkgroepen. Met algeheéle instemming eener vergadering van geestverwanten waarin éen onzer anti-revolutionaire leiders sprak, zeide deze dan ook: "Ware onze anti-revolutionaire partij eene kerkelijke partij, dan verlieten velen haar terstond.» M.i. doet het daarom niet ter zake hoeveel heeren van het Centraal-Comite lid zijn van onzen Bond en of zij al dan niet bijdragen voor het Leerstoelfonds. De kwestie is of alle Bondsleden wel antirevolutionair zijn ook, vooral wat aangaat de theologen in hun midden.

Bij de algemeene Kamerverkiezingen is, naar verluidt, wel anders gebleken. Nog dezen zomer reisde ik toevallig met een predikant-bondslid, die .«veel voelde voor de Christelijk-Sociale partij«, ernstige bezwaren tegen de coalitie had, ook in verband met 't samengaan met Rome en ten slotte eindigde met te zeggen, dat hij aan geen politiek deed. Vrage: wat kan men met zulke menschen op politiek terrein beginnen ? Ik twijfel er niet aan, of de voormannen van onzen Bond, onvervalschte anti-revolutionairen als ze zijn, zullen niet bereid gevonden worden de wenschen van »Verax« te bevredigen. En wat betreft de opmerkingen van »Verax« aan het adres der heeren Heemskerk en Diepenhorst, ik geloof, dat die heeren te goed anti-revolutionair zijn om onze Gereformeerde Hervormden achter te stellen bij de Kerkelijk-Gereformeerden en de Etischen.

In elk geval — en ik zeg dit de Redactie van ons Bondsblad na — kan er bezwaarlijk gesproken worden van eene vrees, dat de belangen der Hervormde anti-revolutionairen niet veilig blijken bij de antirevolutionaire partij.

EEN BONDSUD UIT DE HOEKSCHE WAARD.

NIJVERDAL 1 Dec. '13.

Mijnheer de Redacteur.

In »De Waarheidsvriend* van 21 Nov. komt een ingezonden stuk voor der. Afd. Nijverdal van den Geref. Bond. Eenig commentaar mag niet overbodig genoemd worden, omdat het schijnbaar onschuldige stukje op enkele punten bepaald misleidend is. Het verzoek om predikanten van den Geref. Bond te laten optreden in de Ned. Herv. Kerk is gewezen ven de hand. Zeker. Niet uit vijandigheid tegen de geref. beginselen, maar om het spook der verdeeldheid, dat hier helaas! begint rond te waren, af te weren. Bovendien zou Ds. P. M. de Jong, die het Evangelie naar de H. Schrift hier niet ongezegend mag verkondigen, zichzelf een brevet van onvermogen uitreiken. Is het wonder, dat hij, aan wien de verkondigmg van het Evangelie en de Bediening der Sacramenten wettig is opgedragen, er voor terugschrikt (en met hem de kerkeraad) om predikanten van den Geref. Bond op den kansel toe te laten? Het is hem en ons veeleer een zaak van droefheid, dat niet alleen hier, doch ook elders, zelfs tegenover predikanten van Conf. richting, door mannen van den Geref. Bond wordt opgetreden.

t Ethischen en ethische candidaten. Blijkbaar worden allen, die niet sympathiseeren met doel en streven van den Bond, als "ethischen" ingedeeld. Welaan, 't zij zoo! Zou het verschil tusschen "ethischen" «gereformeerd" tal van menschen, ook van hen, die zich bij den Geref. Bond aansluiten, wel helder voor den geest staan?

In het stuk heet het verder: »Niet zelden gaat hij (Ds. De Jong) schrikkelijk in zijn preeken tegen de Geref. te keer.« Onwaar is het, dat Ds. De Jong »schrikkelijk te keer gaat tegen de Geref.« Deze worden niet genoemd,de geref. beginselen niet aangetast. Alleen wordt er soms ernstig op gewezen (niet 's middags, maar 's morgens in een volle kerk, dat sommigen niet de eenheid in Christus zoeken, doch veeleer - verdeeldheid wenschen te zaaien. Daarop te wijzen blijft de roeping van een predikant.

Wordt bovendien in bovengenoemden zin niet de indruk gevestigd, alsof in Nijverdal »de dood in den pot» is ? Alsof de Herv. Gem. een kwijnend bestaan lijdt ? En we verkeeren hier, Gode zij dank! juist in een bloeiende gemeente. Zeker, de middagbeurten konden veel beter bezocht worden. Dit is echter geen verschijnsel der laatste jaren, ook reeds vóór de komst van Ds. De Jong bestond deze toestand. Doch 's morgens is het kerkgebouw geregeld bijkans vol. Is dat verzwegen, om een vooropgezet doel te bereiken ? Want deze kerkgangers der morgenbeurt gaan toch ook naar Gods huis?

Nog enkele cijfers, die op bloei en groei wijzen. Kerk (ingewijd 1910) en pastorie (in gebruik genomen 1906) hebben gekost met den grond ruim f 40.000. Hierop rust nog een schuld van f 14000, terwijl men in 1903 begon zonder één cent en op 't oogenblik er ' ook geen bezittingen zijn. De zitplaatsen brachten in I 1911 en '12 ruim f2800 per jaar, in 1913 ruim f3100 op. Ook een teeken van kwijning, van weinig belangstelling ? Voor de 2e Chr. School werd in 1911 f1500, (afzonderlijke busjes brengen jaarlijks Hog pl.m. f300 op) voor ons kerktrgel. Mei '13 ingewijd, in ruim één jaar tijds een gelijk bedrag uit de Gemeente samengebracht, terwijl ruim f 1000 uit het batig saldo van een Bazar werd verkregen.

Liefde voor de zending is er in ruime mate; de busjes der Ned. Herv. Zend. Ver. brengen per»jaar pl.m. f400 op. .Voorts ontvangt Neerbosch jaarlijks pl.m. f 100,-, de Ver. voor Chr. verpleging van lijders aan vallende ziekte pl.m. f 75, —. Men bedenke bij deze cijfers, dat de. Nijv. Gemeente zeer overwegend uit fabrieksarbeiders bestaat.

Dit alles zijn slechts cijfers. Doch cijfers zijn vaak sprekend. En uitwendige dingen vaak een thermometer voor den inwendigen toestand, eener Gemeente. We kunnen volstaan met deze verklaring, dat èn op den arbeid van Ds. Punselie (thans te Leiden) èn op dien van Ds. De Jong zichtbare vruchten worden gezien.

Met dank voor de plaatsing,

ENKELE LEDEN VAN HET KIESCOLLEGE.

Onderschrift van de Redactie:

Wij willen gaarne aan dit ingezonden een plaatsje ruimen in ons Bondsblad. Neen, het mag ons niet te  doen zijn om verkeerde indrukken te wekken aangaande anderen. Dat moet vermeden worden. Maar daar moet inzender zich óok voor wachten! En daarom mag hij het niet voorstellen als of een ethisch predikant zoo heel lief doet tegenover de geref. leer en de gereformeerden in onze Herv. Kerk. Want dat is niet waar, 't Heet dan wel dat men tegen die scheuring en die «partijschap» is — maar intusschen is men zelf tegen de aloude geref. waarheid, daarbij dan de lieve broeder spelend, die zoo erg voor vrede is.

Maar — als men nu een Volkskerk voorstaat, waarin dan toch zeker predikanten zullen zijn — en moeten zijn — met verschillend leertype, waarom gou dan een ruimhartig Volkskerkman niet kunnen toestaan dat nu en dan eens in de Herv. Kerk — waartoe toch zeker ook de gereformeerden behopren — een predikant optreedt, die een ander leertype vertegenwoordigt dan de ethische evangelieverkondiging vertoont?

Dat te weigeren lijkt ons in een volkskerkman een onverklaarbare zaak, een ernstige fout, die zoo den indruk wekt, dat men wel voor een volkskerk is, als men zelf maar de baas is en blijft en alles kan inrichten naar eigen inzicht en meening. Maar dan werpt men héél de volkskerkidee onderst boven en gaat rustig in het schuitje van de partijschap zitten — wat men in anderen zoo sterk afkeurt.

Wat het financieel overzicht betreft: het is prachtig.

Maar laat ons den inzender even mogen zeggen, dat het in gemeenten met een geref. prediking voor kerk en armen, school en zending nog wel eens een enkele keer beter staat dan in gemeenten met een ethische prediking.

Wat dat betreft is de geref. prediking zéker niet tot schade voor onej Herv. Kerk.

Intusschen hopen we, dat in Nijverdal de gereformeerden in de Herv. Kerk ook in de geref. leer mogen worden opgebouwd en mogen gevoed worden naar den eisch van Gods Woord en den zin van onze echt Hervormde geref. belijdenisschriften.

Want wie men is die is men: maar men hoore het nog eens de gereformeerden in onze Herv. Kerk hebben het volste recht om een geref. prediking te eischen.

Die niet-gereformeerd zijn kunnen niet zoo spreken als zij! Dat staat vast.

En een volkskerkman moest hen althans ruimhartig tegemoet komen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen