Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lange preeken.

Terecht wordt bij gezond kerkelijk leven de eisch gesteld, — aldus de «Rotterdammer» — dat de samenkomst der Gemeente op den Zondag tweemaal wordt bijgewoond.

Maar niet mag ontkend worden, dat de voldoening aan dien eisch door de buitensporige lengte van den kerkdienst niet gemakkelijk wordt gemaakt.

Bij sommige predikanten schijnt de gedachte te leven, dat, als de twee volle uren niet ten naasten bij gehaald zijn, een bedenkelijk tekort moet worden geconstateerd.

Zelf maakten wij het nog voor korten tijd mee, hoe in eenzelfde kerkgebouw de bediening van het Woord zoolang gerekt werd, dat in den morgendienst die 10 uur begon, 10 minuten na twaalf de eerste kerkganger het gebouw verliet, en in den avonddienst van 6 uur, I3 minuten na achten.

Beide malen werd alleen het Woord bediend, en van Avondmaal of Doop was geen sprake.

In een stad als Amsterdam b. v. zijn er niet weinig trouwe kerkbezoekers, niet in de nabijheid van een kerkgebouw wonende, welke er op moeten rekenen, dat met een dubbelen kerkgang zes uur gemoeid zijn.

Deze toestand nu is waarlijk niet zonder bedenking. Van het huiselijk leven, dat voor onderscheidenen slechts op den Zondag eenigermate tot zijn recht kan komen, blijft zoo bitter weinig over.

Bovendien wordt het geduld van waarlijk goede luisteraars op veel te zware proef gesteld.

Wie de hoorders overziet, bemerkt al ras, dat als de anderhalf uur bereikt zijn, de een na den anderen hoorder in aandacht gaat verflauwen en weg raakt.

Een enkele moge in bewondering leven voor den dominee, die zooveel uit een tekst weet te halen, en daar uren over kan preeken, de aanwakkering van die ongezonde stemming ligt zeker niet op den weg van de bedienaren des Woords.

Het is waar — het is grooter kunst om met weinige woorden veel te zeggen, dan met veel weinig.

Evenwel, wij achten onze Nederlandsche predikanten hoog en zien niet in, waarom zij niet, evenals hun collega's in den vreemde in staat zouden wezen, bij goede voorbereiding en behoorlijke stofverdeeling een preek van zoodanigen omvang te houden, dat een kerkduur van anderhalf uur als maximum beschouwd werd.

Het stichtelijke van den kerkdienst, ja de opgewektheid van het gansche kerkelijk leven zou er ongetwijfeld bij winnen.

Later voegde „de Rotterdammer" er dit artikeltje aan toe:

Lange preeken een oude kwaal.

Ons artikeltje over lange preeken vond ook in andere persorganen instemming. Onze antirevolutionaire Zeeuw nam het over en vulde het aan met een merkwaardigen brief, die eenmaal Calvijn schreef aan zijn vriend Farel., Bestraffend treedt hij dezen aldus tegen:

»lk hoor, dat uwe buitengewoon lange predikaties velen reden tot morren geven. Gij hebt ons dikwijls verklaard er zelf een fout in te zien, die gij zoudt willen verbeteren. Nu vraag ik u echter, dat geen vijandelijk gefluister tot oproerig geschreeuw worde, en ik bezweer u maak het liever met geweld wat korter, dan dat gij den satan gelegenheid geeft waarnaar hij uitziet. Gij weet ten eerste, dat wij ook den zwakken schuldenaars zijn (Rom. 1:14); niet, dat wij door al te veel toegeven hunne onwijsheid zouden vergrooten, maar wij moeten beproeven hen te trekken, doordat wij hun iets toegeven. Gij weet ook wel, dat gij met eigenzinnige prikkelbare menschen te doen hebt. Zeker kan hun misnoegen slechts uit grooten hoogmoed komen, maar daar ons de Heere den kansel laat bestijgen, niet om ons, maar om de gemeente te prediken, zoo moeten wij onze leering zóó inrichten, dat niet uit verveling verachting des Woords voorkomt. Ook het gebed moogt gij eerder lang maken, wanneer gij voor uzelven bidt, dan wanneer gij het in den naam der gansche gemeente uitspreekt. Want gij vergist u, wamleer gij denzelfden ijver, dien gij hebt, van allen verlangt. Dezen briet dicteer ik op mijn bed. Vaarwel, beste, voortreffelijke broeder. Groet alle vrienden. De Heere behoede u, leide u met Zijn Geest en zegene uw arbeid."

Calvijn had recht van spreken, want leest men in de bundels predikaties, die van hem uitkwamen, dan treft hoe deze door zaakrijke beknoptheid uitmunten.

Toch blijkt wel dat we hier staan voor een oude kwaal.

Op genezing mag niettemin ten volle worden gehoopt — de innerlijke deugdelijkheid van de patiënten geeft recht tot blijmoedige verwachting.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 1915

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 1915

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's