Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Tijdschriften.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Tijdschriften.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

— De Schakel, het orgaan van den Godsdienstig-Democratische Kring (I, 10), levert ons twee artikelen, actueele beschouwingen, een over vrouwenkiesrecht door prof. mr. Paul Scholten en een over artikel 192 van de Grondwet door dr. J. H. Gunning Wz. De laatste schrijft : > Voor de moeilijkheden en bezwaren, alsmede voor de onloochenbare gevaren van allerlei clericalisms (want dit bestaat in velerlei vorm) behoeft men waarlijk niet de oogen te sluiten. Voor uitbundig optimisme is geen reden. Maar toch doet, wat zich thans afspeelt, zich aan ons voor als een morgenschemering onzer vrijzinnig-godsdienstige beginselen. Immers tot de kern daarvan behoort zeker toch wel dat de geestelijke dingen geestelijk onderscheiden, en dat een geestelijke strijd met geestelijke wapenen moet gevoerd worden... Veel te veel wordt vergeten dat een compromis beide partijen bindt en zonder trouwbreuk niet ongedaan kan gemaakt worden. Wat de rechter thans prijs geeft en als't compromis wordt aangenomen voor goed prijs geeft, dat is in de eerste plaats dat haar lievelingsleus: ide bijzondere school regel, de openbare school aanvulling" in de Grondwet geschreven zou worden zooals Heemskerk had voorgesteld-Wie meent, dat deze concessie een doode musch is, heeft o.L weinig politiek besef. Ten nauwste hangt hiermede samen, dat het bestaansrecht der openbare, en wel der neutrale openbare school, dat zoo hardnekkig en zoo fel geloochend is, thans onbewimpeld erkend wordt. Dat geschiedt impücite in de voorstellen der Bevredigings-Commissie en expHcite met alle gewenschte duideüjkheid in de brochure van den heer De Savomin Lohman, die juist daarom oi. vam zoo uitnemend gewicht is. Want Lohman verdedigt die erkenning-daarin niet als een persoonlijke meening, maar hij gaat juist uit hiervan, dat met deze voorstellen die erkenning tiitjesproken wordt en verdedigt dan tegenover zijn luidjes de noodzakelijkheid, billijkheid en nuttigheid daarvan. Nog eens: op

zulke dingen is geen terugkonrien. En neemt men dan in aanmerking dat uit het .vèrk dezer uit alle partijen gemengde Commissie op letterlijk iedere bladzijde het oprechte streven spreekt om aan alle deloyale concurrentie van beide zijden den pas af te snijden, dan gevoelt men dat toch inderdaad van aanneming der Bevredigingsvoorstellen wel zoo iets als een beëindiging van den. politieken schoolstrijd te wachten is. Zeker, het kan tegenvallen. Maar hét kan ook meevallen. De zegen zou evenwel groot genoeg zijn om er wat voor te wagen. Want wie niet waagt die wint niet. En alleen die niet gelooven wagen nooit iets."

Antirevolutionaire Staatkunde, niet nadere toelichting op ons Program door Dr. A. Kuyper. (Kampen, J. H. Kok.)

In het twaalfde hfst. wordt Staat en Kerk behandeld. Voor den Schr. is de Kerk een stichting, niet van menschen maar van Christus zelf. Daarmede hangen gewichtige gedachten samen. Want wie in Christus den Koning belijdt van het Godsrijk, ziet in dit Godsrijk volstrekt niet alleen een concentratie van geestelijke elementen, maar gelooft op grond der H. Schrift, dat het Koninkrijk van God, 't welk onder Christus als onzen Koning, ons verbeidt, ziel én lichaam, het onzienlijke en zienlijke zal omvatten ; hemel en aarde tot vernieuwde en verhoogde openbaring zal brengen; even beslist een physisch als psychisch karakter zal vertoónen en derhalve volstrekt niet alleen het geestelijke maar even zeker ook het maatschappelijk saamzijn, en wat wij noemen het staatsieven in zich besluiten zal. Van dat komende wereldrijk is de Kerk, gelijk ze nu op aarde vertoeft, een voorafschaduwing; ze staat er alzoo rechtstreeks mee in verband. Deze opvatting aangaande het wezen der kerk bergt allerlei vragen in zich.

Zij is niet te vereenigen'met die verschijningsvorm der Kerk, die wij gewoonlijk »de zichtbare* noemen. Over de verhouding der szichtbare en onzichtbare* Kerk spreekt de schr. enkele malen (blz, 438, 467) vrij duidelijk. Hij verklaart met Zwingli, dat de ware Kerk invisiblis heet, niet omdat de ware geloovigen niet zichtbaar optreden, sed quod humanis oculis nonpatet, qui non credunt. Een uitspraak geheel in overeenstemming met Galvijn, die schrijft: »De Heilige Schrift spreekt van Kerk in tweeërlei zin, nu eens bedoelt zij een zichtbare Kerk, die bestaat uit alle gedoopten, die Christus belijden en dan weer van een onzichtbare Kerk, die waarachtiglijk en voor God alleen uit de uitverkorenen bestaat*

Nu heeft de Staat uit den aard der zaak te maken met de zichtbare Kerk. In de verhouding waarin die Kerk komt te staan tot de Overheid luidt de Roomsche stelling, dat, zij een plaats boven haar inneemt; de Luthersche opvatting was daarentegen feitelijk zóó, dat de Staat in de Kerk meester werd; het Gereformeerde standpunt was ook hier een middénstandpunt, Kuyper wijst'dit 'aan, maar oefent tevens op den historisch geworden toestand, met name in ons land, geduchte critiek. Hier moet alles wijken; hiter heeft Calvijn; hier hebben de Calvinistische vaderen misgetast. De bestrijding is helder, en geeft er voor in de plaats: Het Vrije kerkensysteem op zijn Amerikaansch (blz. 447 v.v.). Uitvoerig wordt de toestand, gelijk die daar gevonden wordt, nagegaan en in elk opzicht geprezen. Daar is het een gewenschte 'toestand: »De kerken hinderen in niets den Staat en de Staat plaatst zich op geen enkel punt hinderlijk in den weg van het Kerkelijk leven. Beider zelfstandigheid en onafhankelijkheid is een volkomene. Beider groei en bloei beantwoordt aan de vurigste wenschen van de vrome Amerikanen. Aan den wederzijdschen invloed van den een op den ander is geen perk gesteld. Kortom, er is letterlijk niet één schakel in den keten, die men zou willen uitvijlen. De kerken klagen in Amerika niet over den Staat en de Staat klaagt niet over de kerken.-De geest van Christus kan vrijelijk in de kerken en door de kerken op het volk en door de vertegenwoordiging van het volk over den Staat heerschen. Staat en Kerk staan elkaar op niet één punt in den weg. Van 'strijd of van conflicten hoort men niet. Zelfs de Roomsch-Katholieke Kerk, die van huis uit naar heel andere lijn'is opgetrokken, vond gelegenheid te over, om zich hier te ontwikkelen. Van een plan tot hervorming in deze verhouding hoort men dan ook niet.« «Past men • alzoo hier den steeds geldenden regel toe, dat «cherp dient onderscheiden te worden tusschen wat in normalen zin de regel eischt en hetgeen abnormaal zich voordoet, zoo mag zonder zweem van aarzeling beleden worden, dat zich geen verhouding tusschen Kerk en Staat denken laat, die beter dan wat Amerika ons te aanschouwen geeft, beantwoordt aan het ideaal, dat uit dé Evangeliën ons toespreekt. Bijna overal elders en met name in Europa, gevoelt men zoo levendig met wat toorn de Christus, zoo Hij onder ons verscheen, den smadelijken toestand van zijn kerken veroordeelen' zou en vraagt men zich dan ook af, waar de Christus, keerde Hij tot ons weder, het terrein zou vinden, waarop Zijn geest zich vrij uit en ongehinderd bewegen kon, xoo is het naar onze innigste overtuiging aan geen twijfel onderhevig, of in geen land ter wereld zou de verhouding tusschen Kerk en Staat aan den Christus minder hindernis in den weg leggen, dan in de United States, niet 't minst daardoor, dat de onverzoenlijke bit'terheden, die ook in ons land nog zoo gedurig het kerkelijk leven • ontsieren, in Amerika bijna niet gekend zijn. Kon in alle Christenland, de verhouding van Kerk en Staat worden, wat ge nu in Amerika feitelijk is, er zou schiergeenwenschonvervuld blijven en de kerken zouden 't geheel in eigen macht hebben, hoe ze haar invloed ten zegen van, 't volk op het - Staatsieven wilden doen inwerken. Iets, waaruit we aanstonds mogen afleiden, dat. in Amerika bijna gerealiseerd is, wat in het Nieuwe Testament ons als beeld van Christus' Kerk, met het oog op de Overheid, wordt voorgehouden.*

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1916

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit de Tijdschriften.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1916

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's