Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het kerkelijk leven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het kerkelijk leven.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een antwoord aan Dr. A. Kuyper. VI.

Verklaring van de doleantie is door dr. Kuyper in zijn artikel „Gereformeerd" gegeven met deze woorden: „Hierin kwam voor mij eerst een keerpunt, toen kerkelijke besturen mij noodzaken wilden tot handelingen, die afbreuk deden aan wat van Christus' wege mij als eisch moest gelden.

Ook toen echter heb ik alleen de Doleantie voorgestaan, wijl bij Doleantie niet eigenmachtig met de Kerk gebroken wordt enz."

Terwijl dr, Kuyper aan de broederen in de Herv. Kerk deze woorden toevoegt: „ Het is op grond van deze overtuiging, die ik ook aan mijne broeders en zusters, die nog in de Hervormde Kerken bleven en niet in Doleantie gingen, noch van haar scheidden, nooit het doen van wat ik zelf had moeten doen, heb aangeraden of opgedrongen, dan alleen voor zoover en ingeval ook zij op hun beurt onder een autoriteit bleken te staan, die hen dwong te doen wat hun door den Christus verboden is, of tegen de eere van den Christus rechtstreeks ingaat."

Mooi!

Maar in heel de handeling in zake het beroepen, examineeren en bevestigen van den heer Houtzagers, den eersten candidaat van de Vrije Universiteit, zien we niets van een dwingen van de zijde der Herv. Kerk tot handelingen die rechtstreeks tegen den Christus ingaan, waarbij dr. Kuyper en de zijnen dan vrijheid zouden hebben verkregen van Christus' wege om dien dwang te weerstaan en de kerkelijke voorschriften te negeeren.

We zien slechts een eigenmachtig optreden, waarbij men van te voren kon weten, dat geen enkele Kerk — welke ook — dergelijke handelingen kon en mocht goedkeuren.

Men had moeten bedenken, dat het vrije Hooger onderwijs pas aan de orde was gekomen.

Dat de opleiding van predikanten der Herv. Kerk ten nauwste verbonden was aan de Rijks Universiteiten — die mede tot opleiding van Herv. predikanten zijn gesticht 1 — onder verband van de Hoogleeraren vanwege de Herv. Kerk, sedert 1876 aangesteld.

Die regeling kon men maar niet in een oogenblik opzg zetten.

Dat kon men ook weten door de moeilijkheden die er b.v. aan de studie in de rechten verbonden waren.

Dat ging óok maar zoo vlot niet!

Ten slotte dubbel collegegeld — aan de Vrije Universiteit èn aan de Stedelgke Universiteit of Rijks-Hoogeschool.

Dubbele examens ook.

Zelfs dubbele promoties!

Maar men schold daarom den Koningniet uit.

Men ging niet naar de Regeering in Den Haag om te dreigen met allerlei.

Men maakte zich niet los van het-Nederlandsche volk, door naar Amerika te gaan.

Men bleef en voegde zich stil in den moeilgken weg naar den eisch van den wetgever - intusschen rusteloos bepleitend de belangen van het vrije Hooger onderwijs, waaraan nu de rechten zijn toegekend die billijk zijn voor elke Universiteit die voldoet aan de bepalingen der nieuwe Hooger Onderwijswet.

Waarom heeft men 't nu met den eersten candidaat der Vrije Universiteit niet wat kalmer aangelegd, zich voegende naar regel en orde door de Kerk gesteld ?

Men wilde toch immers die Kerk, die in zulke groote moeielqkheden verkeerde, helpen? Men wilde immers die Kerk, die krank was, te hulpe komen? Men wilde immers trachten die Kerk, die in zoo diep vervallen Staat verkeerde, op te richten en weer in betere conditie te brengen, naar uitwijzen van Schrift en belijdenis?

En nu was er geen geduld; geen stille onderworpenheid, geen bedachtzaam en voorzichtig optreden.

Er was een plan voor een strijd l

En met de oorlogskaart voor oogen werd de weg aangewezen, het commando werd gegeven, de consignes waren uitgereikt — en in looppas, in stormpas ging het in de richting van het kerkelijk regeer kasteel, waar men met 't hoofd tegen den muur liep en bleef loopen, waaruit veel vijandschap, veel ellende, veel haat, veel nadeel voor Kerk en Volk is geboren, zouder dat de Herv. Kerk is opgericht uit haar ingezonken toestand.

Neen, het eigenmachtig optreden in het midden van de dingen van het Hooger onderwijs, zoowel wat de Universiteit betreft als ook wat aangaat de instelling der kerkelijke Hoogleeraren, siert de mannen van de doleantie niet.

Wg vinden er niets in, dat ook maar eenigszins wijst op de positie van de apostelen ons in Hand. 4:18—20 geteekend.

Men had zich met de candidaten der Vrye Universiteit moeten voegen naar den gang van het werk. Dan was 't misschien wat langzamer gegaan, 't Had geduld, zelfverloochening gekost Maar die weg had de vrienden der Vrije Universiteit gesierd en de Herv. Kerk gebaat.

Jammer toch!

Men is nu buiten de Herv. Kerk komen staan.

En héél de .Vrije Universiteit is nu voor ons christenvolk eigenlijk verloren. Immers heeft men de Vrije Universiteit sinds verbonden aan de Geref. Kerken, door de bepaling dat de Hoogleeraren lid moeten zijn van die van ons gescheiden Kerken, waardoor ook de studenten zijn afgescheiden, en ook de toekomst van de studenten is geïsoleerd in het midden van ons volk.

Of zou men nu waarlijk denken, dat men vrijelijk de hoogleeraren en heel het instituut der Vrije Universiteit kon afscheiden en op eigen terrein brengen — binnen de grenzen van eigen kerken — terwijl dan toch alle positieve christenen, levend uit de beginselen die naar Gods Woord zijn, hun kinderen wel naar die Kerkelij k-Gereformeerde Universiteit zullen zenden?

Maar zoo dwaas is men toch zeker in den kring van de Vrije.Universiteit niet, dat men-niet verstaat dat dé, t toch niet gaat. Wil men de Vrije Universiteit vastkoppelen aan de Kerkelijke beweging van 1886—'92, welnu men moet het zelf weten, maar men moet niet gelooven, dat die Vrije Universiteit dan ooit in het midden van ons Christenvolk zal komen staan.

En men moet ook niet klagen, dat er toch zooveel Christenouders zijn die hun zonen niet naar de Vrije Universiteit zenden.

Want men heeft zelf eerst de deur voor onzen neus toegeworpen; laat men dan geen verwonderd gezicht zetten als we nu ook voorbij loopen!

Zulks getuigt niet tegen ons, maar tegen de mannen van de doleantie, die hun eigen werk hebben overschat en meer en meer voor de bescheiden proporties van hun eigen werk zullen moeten oog krijgen, om daarbij te zeggen: we moeten niet een Universiteit voor de gescheiden gereformeerde kerken hebben, maar een Universiteit op gereformeerden grondslag voor ons Christenvolk van Nederland!

Gelooft men dan, dat men op den duur uit de Geref. kerken hoogleeraren voor alle 5 de faculteiten kan betrekken? Dat men studenten kan krijgen voor medicijnen, wiskunde, letteren, rechten en theologie uitsluitend uit de Geref. kerken ? Dat men leven kan uit en voor de Geref. kerken met hoogleeraren en studenten, — daarbij ook in 't oog houdend de toekomstige werkkringen en posities der studeerenden?

Want van tweeën éen: men moet met de Vrije Universiteit, op gereformeerden grondslag gebouwd, kerkelijk gescheiden, of kerkelijk niet-gescheiden willen leven.

Wil men het eerste in heel den opzet, dan moet men het ook willen in betrekking tot de toekomst der studenten.

Dan moeten de gepromoveerden zich niet kerkelijk gaan blameeren, door gemeenschap te zoeken met degenen waarvan men kerkelijk gescheiden leeft. Samen uit, samen thuis — óf, in gescheiden colonnes opgetrokken om ieder een anderen kant uit te gaan.

Dat is 't meest rationeel.

Jammer dat men in 1886 dien misstap gedaan heeft.

De gevolgen zijn zoo in-droe.yig.

En 't had zoo anders kunnen zijn.

Wat voelt ons volk niet veel voor het vrije. Christelijk onderwijs!

Wat hadden we op 't gebied van 't Lager-, op 't gebied van 't Middelbaar-, — ook op 't gebied van 't Hooger onderwijs al veel, vèèl bereikt kunnen hebben !

En bizonderlijk door het Hooger onderwijs. Gymnasium en Universiteit, had onze Herv. Kerk zoo veel, zoo heel veel voordeel kunnen genieten.

Zou er nog niet wat aan te doen zijn ?

Zou er geen plaats zijn voor een Universiteit op gereformeerden grondslag, in het midden van ons christen-Nederland, waar alle belijdende ouders hun zonen en dochteren met vrymoedigheid kunnen heenzendeü, belijdende: wat één is, hoort bij elkander; één in beginsel, ook één in onderwijs.

Wat zou er meer éénheid, meer waardeering, meer liefde en samenwerking komen.

En in de toekomst wacht dan ook weer een kerkelijk samenleven van alle gereformeerden in het midden van de aloude. Gereformeerde, Vaderlandsche Kerk, welke de Heere hier plantte en deed inwortelen, om haar sinds te bewaren; haar ook, in weerwil van haar menigvuldige overtredingen, den scheidsbrief nog niet gevende, getuige Zijne vele bemoeienissen waardoor de waarheid in haar midden opwaakt en als een zuurdeeg al de maten meels hoe langs hoe meer doortrekt.

(Wordt vervolgd.)

Wijst dit er al niet op?

Toen bovenstaand stuk van „een antwoord aan dr. A. Kuyper" reeds ter drukkerij was, lazen we het volgende bericht:

Onder de stellingen van mr, H, Dooyeweerd, heden aan de Vrije Univ, gepromoveerd, komt ook deze voor:

„Het is, met het oog op den nationalen grondslag der Vrije Universiteit, gewenscht, de verklaring van instemming met hare beginselen bij de promotie te doen vervallen".

Wijst dit er op, dat men voelt, dat de Vrije Universiteit nooit een nationale universiteit zal worden, als zij in gansch haar opzet beperkt blijft tot de Geref. Kerken? Wil men wat gaan loslaten?

Maar laat men dan niet aan haar grondbeginsel tornen, doch laat men liever héél de Universiteit maken tot een Universiteit voor heel ons christenvolk.

Op gereformeerden grondslag, maar niet zijnde een Universiteit van en voor de Geref. kerken.

Indien men ons Christelijk Nederland daarmee nog dienen wilde zou een woord van blijden lof onzerzijds niet uitblijven.

Misschien dat we onzerzijds dan ook nog wel een handje konden helpen.

Naar Hoogeveen!

Woensdag 11 Juli a.s. zal er te Hoogeveen een Zendingssamenkomst van den Gereformeerden Zendiogsbond plaats hebben in het Spaarbankboscb, 25 minuten gaans van het station.

Deze Zendingssamenkomst wordt georganiseerd om vanwege onzen Gereformeerden Zendingsbond de zaak der Zending, gedreven naar Gods Woord en onze belijdenis, dichter bij onze Noordelijke provinciën te brengen.

Daar in 't Noorden zitten zulke warme vrienden en zooveel belangstellende i vriendinnen van onzen Geref. Zendings­ j bond, dat het niet meer dan billijk is, j dat ook daar eens een bizondere Zendingssamenkomst gehouden wordt.

We zijn altijd tot op heden in Zeist of Driebergen gebleven met onze Zendingsdagen. En dat heeft véél voor, dewijl 't daar 't centrum van 't land is en men daar eigenlijk ieder even dicht nabij is en van ieder even ver is verwijderd.

Maar 't is toch ook noodzakelijk en goed dat eens extra gedacht wordt aan de Noordelijke provinciën, waar er velen zijn die met onzen Zendingsbond meeleven en toch niet zoo gemakkelijk naar Zeist kunnen komen. Waarbij nog komt, dat we daar in de Noordelijke provinciën Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel véél, veel meer leden van onzen Zendingsbond moeten krijgen in die kringen die liefde kennen voor onze gereformeerde beginselen, maar die nog niet weten dat we in het midden van onze Hervormde Kerk een Gereformeerden Zending'sbond hebben.

O, neen! We willen de andere Zendingsvereenigingen niet afbreken.

Maar ons eigen gereformeerd beginsel steken we niet onder stoelen of banken, ook inzake den Zendingsarbeid niet.

Neen! we willen geen oogenblik onthouden de eere die endere Zendingsvereenigingen zeer zeker toekomt, dewijl zij veel, heel veel gedaan hebben ter uitbreiding van Gods Koninkrijk onder de heidenen.

Maar in het midden van onze Hervormde Kerk staan we onzen man, die wil beweren, dat het er onder ons minder op aankomt of het werk der Zending in gereformeerde banen wordt geleid.

Neen! het is ons niet onverschillig hoe het Evangelie verkondigd wordt, hoe het gemeentelijk leven onder de Chris­tenen uit de heidenen wordt ingericht, hoe de scholen zijn en het onderwijs daar gegeven, hoe het toegaat bij den arbeid van onze Christen-artsen op het Zendingsveld.

Daar komt 't wel degelijk aan op de vraag: gaat alles naar uitwijzen van Gods Woord, gaat allea in gereformeerde banen naar den regel van onze aloude en beproefde belijdenisschriften.

En ziet, daarom willen we ook met onsen Gereformeerden Zendingsbond naar voren komen.

Dat is de weg, om, voor 't oogenblik, de gereformeerden in de Herv. Kerk te vereenigen tot gemeenschappelijk werk in betrekking tot de Zending onder de heidenen.

Hoe meer dat in het centrum van het land verstaan wordt, hoe liever dat het ons is. Maar ook de Noordelijke provinciën moeten hier niet buiten bleven. Ze moeten mee in de rij komen. En we hebben goede hoop dat zoo'n Zendingssamenkomst te Hoogeveen daar goed aan kan doen.

Niet dat we nu zoo'n grooten toeloop uit Friesland en Groningen verwachten. De tijdsomstandigheden zijn daar niet gunstig voor. Maar dit is ook maar een eenvoudig begin van 't geen verder ons wacht, van welk begin we hartelijk hopen dat het met 's Heeren zegen gunstryk mag worden bekroond.

Uit het Program dat voor ons ligt, bemerken we dat de samenkomst in het Spaarbankboscb zal aanvangen 11, 15 uur precies.

Sprekers met hun onderwerpen zijn:11, 15 uur dr. J, D, de Lind van Wijngaarden van Feijenoord, Openingsrede.

11, 45 uur ds O. J. Leenmans van Oosterwolde, „En ging heen naar de stad."

12, 30 uur ds. G. H. Beekenkamp van Oldebroek, „Alle den volcke en niet alle den volcke."

Pauze van 1—2 uur.

2 uur ds. B. Batelaan van De Bilt, „Gelijk de tenten van Kedar."

2, 45 uur ds. J. J. van Ingen van Harderwijk, „Waartoe dit verlies? "

3, 30 uur ds. M. van Grieken van Delft, Slotrede.

Bij ongunstig weder zal de samenkomst plaats hebben in het ruime kerkgebouw der Ned. Herv. Gemeente, goedgunstig daartoe door heeren Kerkvoogden beschikbaar gesteld.

Geve de Heere mooi weer, veel belangstelling en rijke zegeningen voor ons en voor ons Zendingsterrein op Midden-Celebes.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juli 1917

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit het kerkelijk leven.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juli 1917

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's