Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Belijdenis.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Belijdenis.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Art. 18c. En heeft niet alleen de menschelijke natuur aangenomen, zooveel het lichaam aangaat, maar ook eene ware menschelijke ziel, opdat Hij een waarachtig mensch zoude ïijn. Want aangezien de ziel zoowel verloren was als het lichaam, zoo was't van noode dat Hij ze beide aanname, om dezelve beide zalig te maken,

LXXIII.

l^egenover hen die de godheid van Christus loochenen staan de loochenaars van Zijn waarachtige menschheid. Reeds in den strijd die dienaangaande in de eerste eeuwen onzer jaartelling gestreden werd, heeft de Kerk des Heeren met beslistheid het ééne zoowel als het andere kettersclie gevoelen veroordeeld. Zoowel tegenover Arius, die leerde dat de Zoon het eerst* en voornaamste schepsel van den Vader was, èn tegenover Sabellius, die geleed had dat de drie personen slechts vormen en verschijningen waren, waarin het ééne goddelgke Wezen zich in den loop tijden geopenbaard heeft, sprak de Kerl op de Synode van Nicea in 325 als hai gevoelen uit dat de Zoon eenswezens met den Vader, God uit God, licht uit licht, waarachtig God uit waarachtig God, gegenereerd, niet geschapen.

, Deze leer bleek echter al spoedig de gelegenheid voor het opkomen van nieuwe Yragen en verschillende antwoorden _ opend te hebben, Immers toen de Godheid van den Zoon voor de Kerk v stond brak de tijd aan dat deKerkzicli zou moeten uitspreken over Zijn menschheid en tevens over de verhouding waarin die twee naturen tot elkander stonden,

Het eerst werd deze vraag aan de orde gesteld door een zekeren bisschop van Laodicea, Apollinaris genaamd. Deze hield vast aan de oude verdeeling van è mensch in lichaam, ziel en geest; en ontkende hij dat deze alle drie in Christus waren. Christus had volgeus hem maar twee van de drie, nl. lichaam en ziel, maar de menschelijke geest was bij Hem vervangen door den goddelijken Logoi Het was hier dus niet als bij de Doceleii het menschelijk lichaam des .Heeren, waarvan het werkelijk bestaan werd ontkend en dat niet anders dan een schijii' lichaam zou geweest zijn. Neen, de ware menschelijke ziel kwam hier in het gfr drang. En het spreekt wel van zelf ali Hij geen ware menschelijke ziel bezat, er dan ook van Christus nooit als va» „de mensch" gesproken kan worden, Rom. 5 : 15 en 1 Cor.' 15 : 45, terwijl M dan ook geen zin zou hebben dat er b.v. ia Matth. 27 : 50 en Hand. 2 : 31 van Zijii geest in onderscheiding van Zijn lichaam gesproken wordt. Terecht is dan ook het gevoelen van Apollinaris eerst op Synode van Rome in 377 en daarna op het tweede Oecumenisch Concilie te Coii' stantinopel in 381. veroordeeld geworden.

Toen echter de waarachtige menscliheid voor de Kerk des Heeren evf vast stond als de waarachtige Godhe kwam de vraag op hoe nu de verhoudiug was tusschen die twee naturen.

Ook in het antwoord op die vra verviel men weer in twee uitersten. Eenerzijds had men het gevoelen van Nestorius, een monnik van Antiochië, die bisschop van Constantinopel werd. Door dezen werden de naturen van Christus zoodanig van elkander geschei' den dat de eenheid des persoons dreigde verloren te gaan. Zijn gevoelen werd doot de Kerk veroordeeld op het derd« Oecumenisch ConciUe dat in 431 te Efeze gehouden werd. Een bemiddelingsformule  door zekeren Theodoretus opgesteld, werd nu door keizer Theodosius bekrachtigd Terwgl Nestorius zelf zich terugtrok en in 432 in ballingachap stierf, vonden  de onverzoenlijke Nestorianen een toevlucht in Perziê waar de geheele Kerk voor dwaalleer werd gewonnen. In Perzie  bestaat nog heden ten dage zulk een Nestoriaansche Kerk. Zg, die er toe behoren worden ook wel Chaldeeuwsche Christenen genoemd, terwijl i zy in lndia naar een hunner leeraars Thomas-Christenen heeten.

Geheel tegenover het gevoelen van Nestorius stond het gevoelen van zekeren Entyches. Door dezen werden de naturen van Christus zoodanig tezamengevoegd dat er eigenlijk geen twee naturen meer overbleven. Hij kwam er dan ook toe te leeren dat Christus na Zijn menschwording slechts ééne natuur had gehad, i Aangezien hij niet wilde herroepen werd hij op een Svnode te Constantinopel in 448 afgezet. Hij beriep zich echter op het Oecumenisch Concilie dat, na veel strijd in Chalcedon werd saamgeroepen. Op dat concilie werd de afzetting van Eutyehes bekrachtigd en naast het Nestorianisme ook het Eutychianisme veroordeeld. Een brief van Leo I, bisschop van Rome, werd nu ten grondslag geiegd aan de uitspraak die dat concilie ten opzichte van de twee naturen van Christus deed en die aldus luidde: Christus is waarachtig God en waarachtig mensch. Naar Zgne Godheid is gn van eeuwigheid gegenereerd en den Vader in aiies gelijk. Naar Zijne menschheid is Hij uit Maria, de maagd en de moeder Gods, in den tgd geboren, en is ons menschen in alles gelijk, doch zonder zonde Na Zijne menschwording bestaat; de eenheid des persoons in twee naturen  .die onvermengd en onveranderd, maar ook ongedeeld en ongescheiden vereenigd zijn." Wie echter mocht meenen dat door; het besluit van Chalcedon de vrede hersteld zou wezen, had zich vergist. Vooral iu het Oosten bleven de oneenigheden 70 jaren duren. De tegenstanders van de besluiten te Chalcedon genomen, werden, omdat zg slechts één natuur in Christus wilden erkennen Monophysieten genoemd.

Vooral in Palestina en in Egypte vormden zg een aanzienlijk getal. De strijd was zeüs zoo heftig dat iu 484 een tijdelijke scheuring ontstond tusschen de Oostersohe en de Westersche Kerk, die eerst in 519 onder Keizer Justinus weer werd geheeld. Eerst Keizer Jusünianus wist aan den strijd een einde te makea. Niettegenstaande den invloed van zgn gemalin Theodora, die een geheime-aanhangster van het Monophysitisme was, eu die vau hem had weten te verkrijgen dat de formule „God is gekruisigd" iu de iolzangen was opgenomen, riep de Keizer in 553 het vijfde Oecumenisch Coacüie te Constantinopel bgeen. Op dit concilie weiden de besluiten van Chalcedon erkend en bekrachtigd, terwijl desrenen die' nch daaraan niet onderwerpen wilden, veerden afgezet. Monophvsietén , hebben daarop in het Oosten hun eigen kerken geslicht. In Syrië werden zij Jacobieten' genoemd, in Egypte vormden zg de Koptische Kerk, terwgl ook in Armenië de MoQophysitische Kerk steeds de heer-' schende gebleven is.

Reeds in de Oude Kerk is dus over' de naturen van Christus een lange en heftige strijd gevoerd. In dien strijd waren vooral de beslissingen die iu 325 te Nicea en in 451 Chalcedon genomen zijn ? an het allergrootste gewicht. En nog steeds moeten deze mtspraken op de allerhöogste waarde geschat. Niet dat zij onteilbaar zouden wezen — onteilbaar is voor ons alléén Gods Woord — maar de termen waarin de Kerk de waarheid van Gods Woord ten dezen heeft uitgedrukt, zijn vöor ons toch een vrucht van het aadenken, dat de christenheid onder de; leiding des Heiligen Geestes aan deze' verborgenheid der godzaligheid heeft gewgd. En nu mogen er velen zijn, ook sn onze dagen, die op deze z.g.n. termen !iit de hoogte nederzien, vergeten mag niet, dat ook door hen op hun wgze weer andere termen werden gebruikt Immers, uitdrukking geven aan wat wg ook omtrent den Persoon van Christus; gelooven, kan nooit anders geschieden thm dat men tot het gebruik van woorden en termen zijn toevlucht neemt. En; i!s we ons dus toch van termen moeten: bedienen, dan gaan die termen, waarin: üüder leidmg des Geestes de Kerk zelf oeleden heelt wat Zij van de naturen van ttastus gelooft, voor ons verre boven oie termen, waarvan de bestrijders van 'ie leer der twee naturen zich bedienen. Bovendien is het van het allergrootste belang voor het absoluut karakter van den Christelgken godsdienst, dat eenerzgds de waarachtige Godheid, maar ook anderzijds de waarachtige mensehheid van Christus door ons gehandhaafd wordt. Eenerzijd» moet de Godheid des Heeren boveu alle verdenking staan. Immers, onze val was te diep dan dat wg door etn bloot schepsel daaruit konden opgericht worden; onze schuld was te zwaar 'dan dat deze door een mensch van gelijke: beweging als wij, gedragen en verzoend kon worden.om onze straf te dragen, om onze schuld te boeten, om ons uit de dienstbaarheid te verlossen was één noodig, die sterker was dan alle schepselen. Daartoe moest het Woord dat in den beginne bij God was en God zelf was, vleesch worden; Daartoe moest Hij die het afschijnsel van Gods heerlijkheid en het uitgedrukte beeld Zijner zelfstandigheid was, uit eene vrouw geboren worden. •

Eenerzij de waarachtige en eeuwige godheid, moet anderzijds dan ook even beslist gehandhaafd worden de waarach­tige mensehheid des Heeren. Niet alleen ' dat de Heiland een lichaam had in alles,  uitgenomen de zonde, aan het onze gelijk: maar ook Zijn menschelgke ziel was, ais ge weer de zonde uitzondert, in geen enkel opzicht onderscheiden van de zielen die God aan Zijne menschenkinderen gegeven heeft. En ook daarvoor bleek overvloedige reden te zijn.

Of had de Heere het niet duidelijk gezegd dat de ziel die zondigde sterven moet. We hebben hnmers te doen met een heilig God die in geen enkel opzicht van Zijn heüig recht afstand kan doen. De zonde die door den mensch was begaan, moest derhalve ook door .den mensch gedragen worden; en dan moest de zoude, door het menschelijk lichaam bedreven, door het menschelijk lichaam, maar dan moest ook evenzeer de zonde, door-de menschelijke ziel bedreven, door de menschelijke ziel worden geboet. Het staat dan ook vast dat Christus niet alleen naar het lichaam, maar ook naar de ziel de zwaarste straf heeft moéten doorstaan en het meest bittere leed geleden heeft. In het Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe" heeft dat zielelijden van Christus als 't ware haar toppunt bereikt, Daarin ligt dan ook opgesloten dat Christus met eerst de Borg werd voor Zijn volk, toen Hij op Golgotha stierf, maar dat Hij van het begin van Zijne menschwording af, als zoodanig kan worden , aangemerkt Ook al ligt de losprijs in Zijn bloed, waarmee Hij Zijn gansche lijden ten slotte bezegeld heeft, toch was Hij van het begin tot het einde Zijns levens het Lam Gods dat met de zonde der wereld beladen was. Maar niet slechts gedragen. Christus heeft als het Lam Gods de zonde der wereld ook weggenomen. In Zijn Middelaarsbloed heeft Hij ze volkomen gedelgd. Door het lijden Zijner ziel heeft Hij dus de zielen der Zijnen van hun lijden verlost; en evenzoo zal het eenmaal blijken dat Hij door het Iijden Zqns lihaams ook de lichamen der Zijnen niet slechts van zonde verlost maar ook van den dood weer opgewekt heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 1917

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Onze Belijdenis.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 1917

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's