Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De regeeringsverklaring.

De verklaring der regeering tot het toegeven aan den eisch, door de geassocieerde regeeringen gesteld, om de Nederlandsche schepen, die zich in de Amerikaansche en Bngelsche havens bevinden en daar sinds geruimen tijd worden vastgehojiden, te verhuren ook voor de vaart in het gevaarlijk gebied, heeft terecht in den lande een pijnlijken indruk gemaakt.

Het overgroote deel van het Nederlandsche volk had zoo iets geheel anders verwacht.

Het had zoo gaarne gehoord, dat een fier „non possumus" was uitgesproken, dat de regeering de tradities der vaderen ware getrouw gebleven en liever met het volk den nood der tijden had gedragen dan te capituleeren.

Zeker, de regeering heelt aan de inwilliging van den eisch voorwaarden verbonden, maar deze kunnen niet wegnemen, dat ons prestige werd geschaad en onherstelbare schade van zedelijken aard aan ons land werd berokkend.

Het is thans duidelijk uitgekomen, wat een kleine natie als Nederland van Engeland en Amerika te wachten heeft.

Een groot deel onzer koopvaardijvloot, die met moeite en zorg werd opgebouwd, zal thans in het versperde zeegebied haar vernietiging tegemoetgaan.

De Geallieerden zullen nu in den waan kunnen leven alsof hun daad van geweld door de Nederlandsche regoering werd goedgekeurd.

Wat thans onze schepen staat te wach ten brengt ons in gedachten, wat onlangs bij de oprichting van den Economischen Bond over de toekomstige glorie en rijkdom van ons volk gezegd werd en de welvaarts-'politiek der liberalen, die van onze scheepvaart zich na den oorlog gouden bergen droomen. De menschen bouwen torens van Babel. M& ivc de Heere komt en blaast ze omver Moge wat thans in deze hachelijke tijden geschiedt, ons volk tot verootmoediging brengen.

De verkiezingen en de Ned. Herv. Kerk.

Dezer dagen werd gewezen op enkele verschijnselen, die er op wezen, alsof een valsche politieke tegenstelling hier en daar binnendrong tusschen anti-revolutionairen en chr-historischen.

Toen de vrijzinnigen zich opwierpen als de beschermers der Ned. Herv. Kerk, en dr. Kuyper bij voorkeur afspiegelden als de g^personificeerde bedreiging van haar bestaan, meende de leider der an tirev. partij goed te doen een verklaring ter zake te publiceeren. Dit geschiedde in 1897 en opnieuw in 1913. We willen die ook nu wel eens herhalen.

Zij luidde als volgt:

„De ondergeteekende, van onderscheidene kanten vernomen hebbende, dat vele anti-revolutionaire kiezers, die tot de Nederduitsch Hervormde Kerk behooren, beducht zijn gemaakt, als zou de overwinning der antirevolutionaire partij uitloopen op schade voor de Herv. Kerk, gevoelt zich gedrongen desaangaande het navolgende te verklaren:

1. dat hij een beslist tegenstander is van de scheiding van Godsdienst en Staatsrecht. De souvereiniteit van God Almachtig moet naar zijn vaste overtuiging ook io het Staatsrecht erkend, gehandhaafd en geëerbiedigd worden.

2. dat hij evenzeer een beslist tegenstander is van de scheiding van Kerk en Staat, gelijk de Liberale partij die wel bepleit, maar zelve niet aandurft, en dat hij daarentegen steeds, evenals Groen van Pri-nsterer, het staatsrechtelijk karakter der Kerk van Ohristus verdedigd heeft.

3. dat hij met de geheele anti-rfev. partij daarentegen steeds aandrong en aandringen blijft op herstel van de geldelijke zelfstandigheid der Kerk en uit dien hoofde het beginsel voorstaat, om de gelden, die aan de Kerken toebehooren, niet' langer onder beheer van den Staat te laten, maar onder beheer van de Kerken zelve te brengen. Art. 20 is door hem dan ook steeds .zóó uitgelegd, dat alle Kerken, die nu uit de Rijkskas trekken, haar inkomsten behouden zouden en dan in vast kapitaal.

4. dat hij, afgezien van de politiek, als Godgeleerde, als Canonicus, en als Belijder van den Ohristus, aan de Ned. Herv. Kerk geen anderen eisch stelt, dan dat zij voor het gezag der Heilige Schrift weer buige en terugkeere tot de belijdenis der vaderen, gelijk die in het bloed onzer martelaren bezegeld is.

5. dat hij en met hem alle Gereformeerden, zoodra dit zal geschied z^n, met dankbare vreugde weer met alle broeders de aloude eenheid van de kerk onzer vaderen in dezen lande zal helpen herstellen.

6. dat hij, zoolang dit uitblijft, zeer zeker in verzet komt tegen al wat in de Ned. Herv. Kerk dea Ohristus verloochent en tegen God en Zijn Woord wederpartijdig is, maar op prijs stelt, waar­ deert en liefheeft, al wat in die Kerk uit I God geboren is, en gelijkvormigheid vei. toont met den Beelde Zqns Zoons."

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1918

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1918

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's