Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Pilatus schreef ook een opschrift, en zette dat op het kruis; en er was geschreven: Jezus de Nazarener, de Koning der Joden. Dit opschrift dan lazen velen van de Joden; want de plaats, daar Jezus gekruist werd, was nabij de stad; en het was geschreven in 't Hebreeuwsch, in 't Grieksch. en in 't Latijn. De Overpriesters dan der Joden zeiden tot Pilatus: schrijf niet: de Koning der Joden; maar dat Hij gezegd heeft: Ik ben de Koning der Joden. Pilatus antwoordde: wat ik geschreven heb, dat heb ik geschreven. Joh. 19:19—22.

Het opschrift.

Het ontbreekt niet aan allerlei pogingen om zichzelven uit de ellende op te heffen en zich in deze benarde tijden op de been te houden.

Daar trekt een heimwee naar betere toestanden door 't leven der volkeren, zonder de ware remedie te zoeken; en als de Kerk van Christus komt met hare belijdenis en daarin 't geneesmiddel aanwijst voor onzen tijd, dan wordt haar de deur gewezen, want zij wordt geacht met het eeuwig Evangelie niet op de hoogte van dezen iijd te zijn.

Maar Gods Evangelie komt uit den hemelschen schat en is van alle eeuwen; menschen leven bij den „waan van een dag" en bij de wijsheid van enkele weken; Gods heilsboodschap is berekend op de ware behoeften van alle geslachten en de wondervoUe genade onzes Gods in Zijne nederbuigende goedheid des kruises vervult nog onder de volkeren menig hart met sterkende vreugde. Het licht van Gods Evangelie en Zijn kracht is nog niet overtroffen, en 't medicijn van Zijn Woord, in 't geloof gebruikt, doet nog wonderen. Er gaan dagelijks naar den troon bedroefden van harte, die door den Heere worden getroost, en zij kloppen nog aan de poort, pleitende op den Heere in het Woord, door Hem gesproken.

Ai onzer, zoo er niet een poort ware, waardoor 't rechtvaardig volk treedtom zijnen God te ontmoeten en Diens zaligheên te proeven en te smaken!

Gods waarheid is de spijze, waardoor Zijn volk leeft, en die waarheid laat de Heere uitbrengen vaak door een mond, waaruit men die niet gedacht had te hoeren.

't Is vooral in de lijdensgeschiedenis des Heeren opmerkelijk, dat ongeloovigen getuigenissen uitbrengen, welke, goed gelezen, de heerlijkheid Gods en die van Zqne gerechtigheid doen uitkomen. In de diepste vernedering zorgt God voor de eere Zijns Zoons.

Midden in de duisternis van Golgotha staat daar 't opschrift boven 't kruis, als opmerkelijk getuigenis van 's Vaders zorge voor volksvertroosting; dat opschrift is mij Gods verklaring van heel het kruisgeheim, en het hooge belang komt mede hierin uit, dat al de vier Evangelisten het mededeelen, doch Johannes, die zóó dicht bg het kruis heeft gestaan, dit het uitvoerigst beschrijft. Hoe dichter bq 't kruis, des te beter wordt 's Heeren heerlijkheid gezien.

Johannes dan zegt ons, dat Pilatus zelf dit opschrift had aangegeven. En met welke bedoeling? Uit geheel het rechtsgeding is op te maken, hoe hij er toe kwam, en zijn karakter en geheel zijn houding geeft ons grond om het er voor te houden, dat hij zichzelven zocht te dekken en tegelijkertijd de Joden te bespotten. Hij had bij gedurige rechtsverkrachting zijn eigen belang gezocht en ook als hij tegen zijn geweten in handelde, was hij steeds op het blanketsel van eerbaarheid voor de wereld gesteld.

Welnu, ats hij 'last geeft om boven 't kruis van dien Derde te plaatsen zijne beschuldiging: , Jezus de Nazarener, de Koning der Joden'', dan heeft hij zich gered, bij kan zich desnoods bij den Keizer rechtvaardigen, en 't is hem grootelijks tot blijdschap, als hij straks bemerkt, dat hij hiermee de Joden prikkelt. Gij weet, dat het geen bijzonders was, dat de misdaad openlqk werd uitgeroepen, of later, by de Romeinen, op een bordje werd geschreven, 'twelk gedragen werd door den ter dood veroordeelde, of zoo als hier, boven het kruis werd gehecht. Of het steeds in meerdere talen werd vermeld, weet ik niet; wel dat het zijne bizondere beteekenis heeft, dat in dit geval het werd geschreven in de drie talen, toen 't meest bekend.

Deze rechtmatige titel laat God schrijven om de wereldhisiorische beteekenis van 't Kruis te doen uitkomen, 't Moest naar! 's Heeren raad staan in de taal, waarin, Hg Zijne waarheid had bekend gemaakt, in die der wetenschap dier dagen en in die van 't volk, waarin Hij het natuurlijk' rechtsbesef ontwikkelde, welk volk toen. het wereldverkeer beheerschte. Godsdienst, kunst en recht hebben met dezen, Heere te rekenen, gelijk eigenlijk het op alle gebied des levens nog gaat om den Gekruiste, om de belijdenis van Hem, die nog regeert door Zijne dienende liefde.!

Pilatus wist niet, dat hij prediker moest' zijn van Gods Waarheid aangaande den, Middelaar, welken God voorgesteld heeft' tot eene verzoening door 't geloof in Zijn bloed, tot eene betooning van Zijne rechtvaardigheid; voor den Landvoogd was die verklaring een leugen; wat Lodenstein eens zei van iemand, die de waarheid alleen heeft in waarheidsletter, kon van Pilatus gezegd: hij spreekt de waarheid en hij.... liegt.

't Is toen wel duidelijk aan 't licht gekomen, dat Gods waarheid kracht uitoefent op 't geweten des menschen en dat wg van tweeën één:of ons verharden onder de waarheid en er ons tegen inzetten, of dat wij er, door genade, voor vallen moeten en ze in liefde mogen erkennen.

Dat opschrift, door Pilatus gesteld, werd gelezen; die daar op dien morgen langs het kruis drentelden, moesten het lezen. Of ze ook nauwkeurig acht gaven op wat er stond boven de kruisen der moordenaren, weet ik niet; doch dit opschrift lazen velen en dit miste zijne werking niet; 't bleef niet stil daarbinnen: men maakte er elkaar op attent; men is 't er niet over eens; het wordt bekritiseerd, zooals nog nooit zoo'n opschrift was besproken.

Gods waarheid en Zijne gerechtigheid brengt de wereld, nog veel meer dan wij denken, in rep en roer; en als wg dan eens konden beluisteren, wat er in de gedachten omgaan!

't Is voorgekomen, dat menschen onder 't getuigenis van Christus' heerlijkheid niet stil konden zitten op hunne plaats in het kerkgebouw; dat ze soms een ander, die naast hen zat, stil luisterend, zochten af te leiden; ja zelfs, dat ze thuis komende, na eene krachtige prediking, hunne huisgenooten, vooral als deze met instemming of zegen hadden gehoord, het lastig maakten en bij de geringste aanleidïng in toornig en bits woord uitvielen om de vijandschap van hun hart lucht te geven.

Welnu, zoo verklaart het zich ook gemakkelijk, dat velen, die dat opschrift lazen, er niet rustig bij konden blijven en het moesten weerspreken en er straks een commissie op uittrok, om Pilatus hun kritiek bekend fce maken. De goddelooze is als een voortgedreven zee, hij kan niet rusten en zijne wateren werpen „slijk en modder" op.

De eere des Heeren is de aanstoot der helle; Hellenbroek zou zeggen: Zeere oogen kunnen het licht niet verdragen.

De Majesteit van Jezus werkte op het geweten en zij gevoelden, huns ondanks, iets van de waarheid van 't sehrift op dat kruis.

De schuldige conscientie zet altijd het Gode vqandig harte op tegen de waarheid en daarom kiest de mensch voor de leugen, telkens weer, soms zonder zichzelven veel rekenschap van zijn gevoelen te kunnen geven; ook heeft de eigengerechtigheid luide sprake,

De overpriesters kunnen het niet uitstaan, dat dkki geschreven staat: Jezus  de Nazarener, de koning der Joden. Onrustige gewetens meenen vaak dat dit of dat op hen is gezegd, terwijl de . spreker volstrekt niet aan hen dacht,  Daar komt bij dat er eene beschuldiging , aan hun adres in lag en voor hen eene beleediging. Zij kunnen dat niet zoo  laten zonder protest. Israël wil dezen Koning — een Nazarener! — niet. Dat moet veranderd worden, 't Moet duidelijk gezegd, dat Hij zich valschelijk als Koning had uitgegeven. Pilatus moet schrijven, dat Hij gezegd heeft enz.

Daar dient een kleine verandering aangebracht te worden. Uit nauwgezetheid, uit trouw aan dè waarheid (n.b.!) maken deze mannen zich op. Wij hebben zulke gevallen zoo dikwijls gezien, dat menschen zeiden deze zaak of die waarheid niet te kunnen aanvaarden, omdat ze „eerlijk" wilden wezen en hoorden zoo vaak voorstellen om „kleine" veranderingen aan te brengen, doch speurden den bitteren tegenstand des harten, zoodat wij ons over dit geval niet verwonderen. En Pilatus, wat zal hij zeggen ? 't Kan hem toch eigenlijk niet veel schelen. Wat gaat hem de waarheid aan!?

Nu hij evenwel bemerkt, dat hg hen geraakt heeft, verbiedt hij zich van binnen en daarom staat hg thans op zijn stuk. Hg wordt verdediger van de letter, zonder hart voor 't geen er geschreven staat. De kernel doorzweigen, dat ging; op ditmaal zal hij eens niet toegeven. Onze karakterlooze man wordt, nu het 't recht van zijn eigen woord geldt onbuigzaam. Ook in deze dwaasheid verheerlijkt zich Goddelijke wijsheid. Pilatus toch antwoordt zeer beslist: wat ik geschreven heb, heb ik geschreven!

Alzoo wordt het opschrift bevestigd en aien wij wonderschoon verband tusschen de valsche beschuldigingen over 't Koningschap en dezen kruistitel van Messias.

De titel is in Israels oog een heerlijke, doch op Jezus van Nazareth toegepast achten 's volks overheden het eene bespotting

Ik verneem, dat tot op den huldigen dag toe velen het met Cajaphas niet alleen, maar ook met deze mannen der Joden eens zijn, omdat ze blind voor den toestand van ons gevallen geslacht en blind .voor eigen hart geen recht gezicht kunnen .hebben op Gods wegen de waarheid des kruises. Gods verklaring weerspreken ze, als die velen op Golgotha op dien gedenkwaardigen morgen.

Daar is een ander oog voor noodig, dan dat van Pilatus was.

Het oog des geloofs leert 't kruis in zijn beteekenis zien en ware zondaarsbehoefte leert nog den Heiland zoeken aan het kruis der schande, onzer schande en van Zijn eere.

In dien zin is het nog altijd „wel en waar", dat de Heere Zelf ons 't kruis moet verklaren en dat, het zonder die verklaring, het grootste raadsel blijft voor den mensch.

Dat Christus juist in Zijne diepe vernedering, wegens de ongerechtigheid Zijns volks, blijkt de ware Koning Israels te zqn, wordt niet geloofd zonder gevoelen, smartelijk gevoelen, van eigen toestand en ingebeeld koningschap.

In de saamvoeging van Nazarener en Koning ligt het diep geheim van Gods gerechtigheid en Zijne ontferming over goddeloozen.

Onze Koning moet een Koning zijn en Zijne heerlijkheid klaarlijk doen schitteren in Zijne overgave tot den dood, ja, den dood des kruises. Hij verliest niet in den dood Zijn kroon, maar zocht en vond die in Zqn eigen bloed.

Zijne koninklijke heerlijkheid begint eerst recht in Zijn dood. En Ik, zoo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken".

Alle volk zegt: aan 't kruis zoek ik mijn Koning, En dat volk is (of wordt) een kruisdragend volk, om niet zonder kruis naar den hemel te reizen.

't Is toch waar, wat de Heere God daar liet schrijven. Bevestigd is dat woord: En God de Heere zal Hem den troon Zijns vaders Davids geven en Hij zal over 't huis Jacobs Koning zgn in der eeuwigheid en Zijn Koninkrgk zal geen einde nemen.

Hier is het handschrift in inzettingen bestaande, dat ons. tegen was, weggenomen en aan het kruis genageld. Hier werden de machten en overheden uitgetogen (Col. 2 : 14, 15). Hier zien wij de troostfontein geopend en is 't openbaar, voor alle volk, dat Christus, met den vloek beladen, die Koning is die Zijn volk met Zijne zegeningen vervult. Wat een koninkrijken zgn ondergegaan en tronen verguisd!

En deze Koning toont Zijne Majesteit en bevestigt het gezicht van 't beeld van Nebukadnezar. Op datzelfde oogenblik. Zijn liefde verwint. Hg draagt den spot enz. Hg oefent Zijn recht van gratie uit (en het recht van gratie te verleenen, is een kroonrecht!) aan den moordenaar aan Zijne zijde; en dat kroonrecht oefent Hg nog vandaag uit door arme zielen te troosten, te bemoedigen in de genadige bewustheid der vergeving van al hunne zonden. Nog steeds schrijft de Zendingsgeschiedenis dezen rechtmatigen titel in meerdere talen, terwiijl het als in vlammend schrift staat hoog boven de Christen-natiën.

0!  lezers, erkent den Heere, , aanschouwt Zijne heerlgkheid, ervaart de waarheid, en verblijdt u, door genade, hierin, dat Jezus Koning is. Hij Israels Koning, uw Zaligmaker.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1918

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1918

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's