Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Feuilleton.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Feuilleton.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

OMBRA.

Een waar verhaal door JAN VELTMAN, 22)

VAN STERVEN EN LEVEN.

Terwijl ze zoo bij elkander zaten, treurig en wankelmoedig, ging de deur open en kwam nicht Mien binnen.

„Dag oom! dag tante! dagOmbral — en waar is onze Roos? Met negotie? "

Oom lachte: „Roos is een beste koopvrouw. Hoe meer die verkoopt, hoe armer ze wordt!"

Mien sloeg haar oom op den schouder. „Niet waar oom? ik zou 't beter kunnen! Oom! hoe is 't met Femma? "

„Dat zal wel verkeerd gaan, kind!" „Och! — Oom, tante! mag ik even naar haar toe? "

Ombra, nog met vocht in haaroogen, trok haar naar zich toe, en zei:

„Niet gaan. Mien! ze kan dat niet hebben."

„Is ze zóó zwak nicht? " „Nee, dat nu juist niet, maar ze kan 't niet hebben dat ze als een zieke be­ handeld wordt, en dan is ze boos en driftig."

„Och!" — zei 't evenbeeld van tante Betje weer, en legde al 't medegevoel van haar hart in dat ééne woordje. En dan kwam ze plotseling weer op haar oom af, legde haar hand op zijn schouder, en vlak vóór hem staand en in zijn volle gelaat ziende, zei ze zacht:

„Oom! is Femma bereid om te sterven? — Oom! als haar ziel maar gered is, dan is 't niet erg, niet waar? "

Ze legde haar andere hand op den anderen schouder van den zwaren broeden man, kwam met haar hoofd heel dicht tegen 't zijne en fluisterde hem in 't oor :

„Oom, zal ik dominee vragen dat die eens bij haar komt? — Ja, oom? "

Ombra zag vocht komen in de oogen van haar vader. Dat had ze nooit eerder gezien, behalve wanneer hij dronken was.

Mien liet niet los. „Ja, oom? "

Dit was voor den man niet vol te houden, 't Was, of twee stalen handen zqn ziel hadden vastgegrepen, en niet zouden loslaten, vóór hq een toestemmend ant­ woord had gegeven. En toch - een dominee in zijn huis - en dan een fijne I - neen, alles liever dan dat!

Plots zag hij uitkomst. Hij trok Mina's hoofd naar zich toe en fluisterde in haar oor:

„Laat liever je vader komen! Die kan hier meer dan een dominee."

Och, wat was 't kind blij. En dan in eens pakte ze haar tasch en haalde er een in papier gewikkeld stuk spek uit.

„Tante, kijk eens! moeder had er te veel aan, en zou graag willen, dat u dit kon gebruiken!"

De vrouw nam het pak aan, scheurde aan één zijde het papier er af, om te zien, wat er in was, en dan, terwijl ze 't haar man liet zien, zei ze:

„Nou! Of we dè, t kunnen gebruiken! Dank je wel, hoor 1 En zal je je moeder ook goed bedanken? "

Nu kwam de groote, logge Roosje bin nen, drentelde naar Mien toe, en achter haar staande, legde ze de handen op den schouder van haar nicht, en zei:

„Dag Mien! vanmiddag kom ik bij je hoor! En 'k blijf dan heel den avond!"

Mien kende haar zorgelooze onbedacht­ zame nicht, troonde haar mee naar de keuken en zei toen:

„Maar Roos, nu je zuster zoo ziek is, moet je niet uit gaan; je moeder zal je nu soms noodig hebben om boodschappen te doen, en om mee te helpen voor dit en dat. Thuisbleven, hoor!"

O, de raad van Mien was Roos altijd goed. „'k Zal thuisbleven, Mien. Ik wist het niet. Maar dan moet jq eens hier komen, hoor! — Hoor, Mienl"

Zeker zou Mien gauw eens weer terug komen! Zij groette haar oom en tante, en wenkte Ombra, die haar begreep, en mee ging, nadat ze beloofd had, misschien van avond nog, en in elk geval — „bij leven en gezondheid" —morgenochtend te zullen terugkomen.

De nichten stapten nu samen op, beiden onder den aangenamen indruk der toegeeflijkheid van den vader en de goedgezindheid van hem en de moeder beiden.

„Hoorde je 't, Ombra, dat oom vader liever heeft dan den dominee? Nu!"

„Ik begreep het half. Ik geloof, dat jij alles van vader gedaan krqgt."

„Veel, Ombra, veel! Daarom zal ik maar vaak komen. — Wie weet, of 't niet in goede aarde valt, als vader eens met Femma spreekt en bidt; de moordenaar aan 't kruis ontving ook nog genade.

Ombra begreep de redeneering maar' half; Christus aan 't kruis, dat kende ze; maar een moordenaar aan 't kruis was voor haar iets tegenstrijdigs. 't Kruis toch was iets dat bij de Kerk en bg' t geloof behoorde, maar wat had een moordenaar daarmee te maken?

»Ombra, laten we omloopen langs 't  Bovenpad, dan zal ik je vertellen !"

Ze gingen nu 't eenzame bochtig laantje om 't dorp heen, en Mien had hier gelegenheid, om haar nicht de geschiedenis van den moordenaar aan 't kruis te vertellen, en er haar iets van aan 't verstand te brengen, hoe zelfs de moordenaar kon zalig worden, omdat niemand zalig wordt dan uit genade door de toegerekende gerechtigheid van Jezus Christus. Christus was onschuldig gekruisigd: om de zondestraf voor de schuldige te dragen.

(Wordt veroolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1919

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Feuilleton.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1919

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's