Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het kerkelijk leven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het kerkelijk leven.

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

In en om de Synode.

IV.

Vrijdag 1 Aug. In de XVe zitting worden de beide ten vorige jare voorloopig aangenomen reglementswijzigingen in tweede lezing, vastgesteld, om nu aan de hoofdelijke stemming van de leden der Provinciale Kerkbesturen te worden

onderworpen. 'tZgn: Ie, De bepaling, dat de kerkeraden binnen 8 dagen, nadat eene attestatie is afgegeven, daarvan bericht moeten zen, ' den aan den kerkeraad der gemeente, waarheen de lidmaat vertrekt.

Deze wgziging werd niet zonder bespreking vastgesteld. Onder de consideraties der Class. Vergaderingen waren eenige adressen, om niet het bericht, maar de attestatie zelve aan den kerkeraad toe te zenden. Enkele leden der Synode voelden daar wel voor en verdedigden deze wijziging met kracht. Toch werd ten slotte de oude lezing gehandhaafd.

2e. De wijziging van art. 18 Regl. o.h. Fonds voor noodlijdende kerken en personen, zoodat de Alg. Synodale Oommissie bevoegd wordt, tot onderhandsche aanbesteding toestemming te verleenen, op voordracht der betrokken Besturen of van den bouwkundigen raadsman, na de betrokken kerkelijke Besturen te hebben gehoord. Tegen deze wgziging was bgna geen verzet.

De heer Cremer rapporteert over een voorstel van de Synode der Evang. Luthersche Kerk om bij de Regeering aan te dringen op verbetering van de Rijkstoelagen van predikanten.

1. Is de Synode bereid tot samenwerking met de andere kerkgenootschappen. 2. Zoo ja, is het dan niet gewenscht een gezamenlijke commissie te benoemen om op deze zaak aan te dringen bij de Regeering ?

Wordt ter inzage gelegd. Ds. v. Druten rapporteert over een voorstel van het classikaal bestuur van Sneek tot het verplicht stellen van een collecte voor de Algemeene Weduwenen Weezenbeurs.

De commissie van rapport adviseert op dit voorstel niet in te gaan. Zaterdag 2 Aug. (16de zitting) kwam in behandeling het veelbesproken vetorecht der Provinciale Kerkbesturen, Er is tegenwoordig een lange weg af te leggen, om verandering te kunnen brengen in de kerkelijke reglementen. Eerst neemt de Synode voorloopig aan, dan worden de adviezen ingewonnen van de Classikale Vergaderingen en Provinciale Kerkbesturen, daarna komt de zaak opnieuw in de Synode, en als deze besluit, dat een reglement of wijziging daarin behoort te worden vastgesteld, dan wordt het aan de hoofdelijke stemming van de leden der Provinciale Kerkbesturen onderworpen. Verklaart de meerderheid van deze zich er niet tegen, dan wordt het reglement of de wijziging daarin uitgevaardigd. Voor wijziging van het Algemeen Reglement is 2/3 der stemmen noodig.

Vooral nadat de Provinciale Kerkbesturen verleden jaar de door de Synode gewilde reglementswgziging, waardoor aan de vrouwen het stemrecht wordt verleend, hadden verworpen, gingen er steeds meer stemmen op, om hun het recht der eindstemming te ontnemen. Verschillende voorstellen daartoe kwamen in de Synode.

Onder de voorstanders hiervan in de vergadering openbaarden zich drie verschillende meeningen.

De vice-president wilde de eindstemming van de Provinciale Kerkbesturen overbrengen bij de Glassikale Vergaderingen. Hg verklaarde huiverig te zgn, alle zeggenschap aan de Kerk te ontnemen. Van de overige Synodeleden ging echter maar één met hem mee. Anderen (o.a. de heer Eilerts de Haan) wilden het vetorecht opheffen, zoodat een reglement van kracht wordt, als de Synode, de Classicale vergaderingen geEoord, in tweede instantie besluit, dat het behoort te worden vastgesteld; maar zij wilden bepalen, dat voor een wijziging in het Algemeen Reglement , der stemmen zouden worden vereischt. Het Algemeen Reglement is de grondwet der Kerk, en moet dus niet te gemakkelgk kunnen worden gewgzigd volgens hen. De meerderheid der Synode dacht er echter anders over, en meende, dat ook ten opzichte van dit Reglement de eenvoudige meerderheid van stemmen moest gelden, vooral ook, omdat in het Algem. Regl. zooveel bepalingen voorkomen, die eigen-Igk niet in de grondwet, maar in de organieke-reglementen moesten staan.

En zoo behaalde de derde meening ten slotte de overwinning. Met 10 tegen 9 stemmen werd besloten tot voorloopige aanneming van een wijziging van art.'62 en van de slotbepaling van het Algemeen Reglement, waardoor de eindstemming aan de Provinciale Kerkbesturen wordt ontnomen, en de eisch van 2/3 der stemmen niet naar de Synode overgebracht.

De Synode zal dus het recht krggen, om, bij tweede lezing, de Class. Vergaderingen gehoord, met meerderheid van stemmen de reglementen en reglementswijzigingen vast te stellen.

Naar aanleiding van de weigering van Ds. H. Bakker, te Amsterdam, om als lid van 't prov. Kerkbestuur van Noord-Holland een uitspraak te teekenen, wordt besloten te verklaren, dat de Synode het betreurt, dat de heer Bakker deze uitspraak niet heeft onderteekend en daardoor heeft veroorzaakt, dat niet kon voldaan worden aan Art. 24 al. 3 van het Regl. voor K. O. en T. Een motie van de classicale vergadering van Amsterdam in zake een uitspraak van het prov. kerkbestuur van Noord-Holland wordt voor kennisgeving aangenomen. Ds. Schermerhorn die voor het Prov.

Kerkbestuur in zgn mondelinge en schriftelgke verdediging verklaard heeft niet in' te stemmen met art, 11 Algem. Regl, en met David Wijnkoop en mevr. Roland Holst voor een vergadering van communisten optrad op den laatsten Meidag gaat dus vrij uit en Ds. Bakker krijgt in het openbaar een Synodale afkeuring.

Dit vinden we een donkere plek in de handelingen van de Synode dezes jaars. Hier is niet naar recht en billgkheid gehandeld! En we begrgpen niet, dat geen enkel protest uit de Synode zelve tegen deze behandeling der geruchtmakende zaak Schermerhorn—Bakker is opgegaan.

De 17de zitting (Maandag 4 Aug.) wordt geopend met gebed en lezen van 1 Cor. 1:10—31 „Maar ik bid u, broe^ ders! door den naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en dat onder u geen scheuringen zijn, maar dat gg zamengevoegd zgt in. een en zelfden zin, en in eenzelfde gevoelen enz."

Gelezen wordt een telegram van dankbetuiging van H.M. de Koningin-Moeder, dat met bgzondere ingenomenheid wordt aangehoord wgl er de naam onderstaat van H.M. zelve. Gehandeld wordt over het instituut der legerpredikanten.

Kennis wordt genomen van eenige verrichtingen der Synodale Commissie, n.l. van de regeling van het werk onder de Nederlanders in Emmerik en aangaande de uitgaaf van het Weekblad onzer kerk, hetwelk in weerwil van de hooge exploitatiekosten nog f 700 afwierp voor de Synodale Weduwenbeurs. Den secretaris wordt dank betuigd voor zijn arbeid in deze. *

Eenige discussie lokt een advies van de synodale commissie uit, gegeven aan het provinciaal kerkbestuur van Groningen, betreffende de bevoegdheid van het provinciaal kerkbestuur inzake het verkoopen van een deel van een pastorietuin, indien op den ligger zonder meer wordt vermeld: „vrg gebruik van pastorie en tuin."

In de 18de zitting is voor 't eerst aanwezig de heer L, P. Hannema, lidouderling voor Friesland, die door den president wordt verwelkomd.

Een motie, ingediend door de heeren Eilerts de Haan en Tammens, bedoe lende om als het oordeel der Synode uit te spreken, dat, waar in de inkomsten voor den predikant verandering komt door verkoopen van een gedeelte van den pastorietuin, voor een dergelijken verkoop wel degelijk goedkeuring der kerkelijke besturen noodig is, wordt met 11 tegen 4 stemmen aangenomen.

De vraag kwam ter tafel, of de door de Synode benoemde Oommissie tot een getuigenis tegen den oorlog zal worden • ontbonden en of het gewenscht is, tot de benoeming van een nieuwe Commissie, zij het in anderen vorm en onder anderen naam, over te gaan. Besloten werd, dat genoemde Oommissie zal worden gedechargeerd, onder voorbehoud dat zij nog zal afdoen, wat te doen overbleef, en dat de Algem. Synodale Commissie zal worden uitgenoodigd diligent te zijn en contact te zoeken met andere protestantsche kerkgenootschappen als't noodig is.

Door de Synodale Oommissie werd tot Z.Exc. den Minister van Financiën het verzoek gericht om te willen meedeelen of de Kerk er op mag rekenen, dat bij eventueele combinatie van twee kleine Gemeenten, het tractement aan de beide standplaatsen verbonden zou mogen worden behouden. Van den Minister werd in deze zaak 12 Juni 1918 een zeer welwillend antwoord ontvangen, waarin de Minister verklaarde bereid te zijn in den zin aan het door de Synodale Oommissie gewenschte te voldoen.

Aan de classicale besturen zal worden gevraagd, welke gemeenten tqdelijk kunnen worden gecombineerd of waar een predikantsplaats zou kunnen worden opgeheven, nu er in zulke gevallen een gunstige regeling der rgkstractementen zou kunnen getroffen worden.

Een stuk behelzende verschillende gevoelens omtrent een toeslag van honderd gulden bij de rijkstractementen, wordt voorgelezen.

De vraag, of met het oog op de tijdsomstandigheden eene opwekking tot een ure des gebeds moet uitgaan en of men die wil houden op den verjaardag van H.M. de Koningin wordt besproken. Een desbetreffende aanschrijving wordt gelezen en ter inzage gelegd.

Gehandeld wordt over de instructie van den assistent van den secretaris. De XIXde zitting is belangrijk door de rapporten inzake een andere samenstelling der Synode, het opnieuw ter hand nemen van de beheershwestie en het verruimen van de verkiesbaarheid tot lid van een Prov. Kerkbestuur (art, 5 al, 4 Algem. Kegl. worde gelezen; „ De leden van het Prov.Kerkbest. worden gekozen uit de predikanten en uit de ouderlingen of oud-ouderlingen, wonende binnen het ressort der provincie").

De behandeling van deze rapporten volgt later.

Ds. Franke brengt rapport uit over den aankoop van Russische effecten in 1904, 1905, en 1913 door den kerkeraad te Barneveld zonder machtiging van het classicaal Bestuur van Harderwijk. Aan het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland zal worden opgedragen dien Kerkeraad en dat Class. Best. ernstig op de nalatigheid uit die jaren te wgzen en te onderzoeken, in hoeverre daarop nog verhaal te krijgen is, terwql er op voorstel van ds. Eilerts de Haan in het Weekblad zal worden gewezen op de persoonlijke geldelijke aansprakelijkheid van allen, die door verzuim schade veroorzaken aan de Diaconie.

Uit den staat der Ned. Herv. Kerk blijkt, dat het getal gemeenten met één is vermeerderd, n.l. Hansweert, terwijl een nieuwe predikantsplaats is ingesteld voor Utrecht, Meppel en Enschedé, benevens 2 voor de mijnstreek in Limburg, n.l. te Brunssum en te Kerkrade. 

In de XXste zitting komt allereerst het voorstel inzake eene andere samenstelling der Synode, ingediend door den • Kerkeraad van Vianen en door prof. Slotemaker de Bruine, aan de orde. Men wil een Synode van 45 leden en wel 30 pred. en 15 ouderlingenj welke leden zullen worden benoemd door de 44 Class. Vergaderingen en de Waalsche Commissie, (wijziging van art. 56 al. 1—4 van het Algem. Regl. 

Eén lid der Oommissie stelt voor de zaak te laten rusten; maar met 11 tégen 8 st, wordt dit voorstel verworpen. Niet onwaarschijnlqk dat dezelfde menschen, die de kwestie van het vrouwen kiesrecht, pas behandeld, weer behandeld wilden hebben, nu tegen behandeling van dit voorstel van prof. Slotemaker de Bruine waren, omdat hét nog niet lang geleden behandeld was. Er zijn vreemde menschen in de wereld. En die menschen zijn in dit geval de ... moderne Synode-leden.

De zaak zou dus behandeld worden. Toen stelde de President voor, eene Commissie te benoemen om aan te geven hoe die grootere Synode moet werken enz. Maar met 13 tegen 6 st. wordt dit verworpen. Men wil de zaak zelve dade-Igk aanpakken. 

Bij de bespreking raken de tongen los. De secretaris, de heer Bakhuizen van den Brink begrijpt niet, dat die Synode van 45 leden, gekozen door de Class. Vergaderingen dichter bq de Kerk zal staan en meer in de gunst van de Kerk zal zijn, dan de tegenwoordige. Ook vreest hij, dat de Class. Verga deringen, die door de Synode bekwaam geacht worden om adviezen te geven inzake de kerkelijke wetten en reglementen, geen leden der Synode zullen kunnen kiezen. Hoe vindt men ook 15 ouderlingen, die geschikt zijn in de Synode te zitten?

Hij is zoo bang voor partij-drijverq. De moderne heeren Cremer en Tammens betwijfelen of er een billijker vertegenwoordiging zal komen. Men denke aan de classis van Amsterdam, die evenveel vertegenwoordigers zal zenden als de classis van Eindhoven of Maastricht.

De moderne heer Eilerts de Haan zegt, dat er kunstmatig stemming gemaakt wordt tegen de Synode. Hij erkent, dat de tegenwoordige Synode bezwaarlijk de kerkelgke kwestie kan oplossen, maar zal eene Synode van 45 leden zulks kunnen ? Als. men de schreeuwers van nu in eene Synode te zamen bracht, zouden zij even verlegen zitten.

Ook de moderne heeren Franke, Deeleman en Scholte zijn niet overtuigd, dat deze zaak zoozeer leeft in de Kerk. Zij willen het werk niet zien in handen van eenige agitatoren.

De wind waaide dus wel uit den modernen hoek. Daar is men blijkbaar zeer bevreesd, om meer invloed te geven aan de Classicale Vergaderingen. De orthodoxe heer van Druten is de eenige van de Synodeleden die zich tegen het voorstel verklaart. Hij voelt niet veel voor een grootere Synode. Meer contact tusschen Kerken besturen ware si. te vinden door buitengewone classicale vergaderingen.

De vice-president, de heer Zoete, merkt op, dat een billijker samenstelling allicht ook een betere samenstelling zal zijn. En dan zal er ook meer sympathie zijn in de kerk. Tegenover den secretaris is hij van gevoelen, dat de Classicale vergaderingen, indien zij geschikt worden geacht om adviezen te geven, zeer zeker ook geschikt zullen zijn, om Synodeleden te kiezen. De Ouderlingen zullen wel zijn te vinden. De wensch naar hetgeen hier wordt voorgesteld, leeft in de kerk. Prof. van Veen meent, dat er verandering moet komen en daarom wil hij de proef nemen. De heer A. de Haan wil de kerk over deze zaak hooren.

De president, dr. Weyland, betreurt het, dat zijn voorstel om de vele moei-Iqkheden, welke de wgziging van art. 56 meebrengt, eerst door een commissie te doen oplossen, is afgewezen. Hij vestigt op die moeilijkheden bg vernieuwing de aandacht. Ook veroordeelt hij krachtig de gewoonte van velen, om, in strgd met hunne gelofte, bij de bevestiging als lidmaat of bg de aanvaarding van hun ambt afgelegd, te smalen op het bestuur van de kerk, waartoe zg behooren. Wat nu het voorgestelde zelf betreft, wil hg erkennen, dat hij niet tegen de zaak zelve is; hg erkent een deel van waarheid in de beweringen der voorstanders, maar betreurt het, dat men niet met een behoorlgk uitgewerkt plan is gekomen.

Prof. Slotemaker de Bruine, den president beantwoordend, wijst er op, dat de bezwaren kunnen worden gesplitst: lo. in zulke, waaraan tegemoet moet worden gekomen door reglementswijzigingen en 2o in die, welke de werkwg ze der a.s. grootere Synode betreffen. Voor de oplossing van die tweede soort van bezwaren zou ook hg een commissie wenschen. Verder weerlegt spr. de door andere leden uitgesproken bedenkingen. Men mag niet terwille van het betere het goede verwerpen. Naar zijn gevoelen zal de partijdigheid moeten verminderen, als men de menschen, die nu luid praten, tot handelen roept. Laat men de menschen de dingen doen weten en hen de dingen laten doen. Hij meent, dat het meedragen der verantwoordelijkheid de partijdigheid minder zal maken. Zoolang men zelf geen verantwoordelijkheid draagt, kan men gemakkelijk critiseeren. Op de vraag: wat zit hier toch eigenlijk achter, antwoordt spr.: „Dit zit bij mij er achter: de absolute overtuiging, dat wg in dezen tijd ruimte moeten geven aan wat er woont en woelt in de kerk. Spr. zegt dit historisch, en verwgst naar den tijd, drie eeuwen geleden. De historie heeft geleerd, dat zij ongelgk hadden (de libertgnen van toen tegenover de Oalvintsten), die met behulp van de overheid de macht wilden behouden. Immers daarop zgn de jaren 1618/19 en de tgden van treurige inzinking gevolgd. 

Na deze uitvoerige discussie wordt de conclusie strekkende tot aanneming van het voorstel van dr. Slotemaker de Bruine aangenomen met 11 tegen 8 stemmen (Voor stemmen de praeadviseur dr. Slotemaker de Bruine, en de h.h. Zoete, Sneep, Landsman, Bongers, dr. van Veen, Hannema, A, de Haan, Weener, Veenman, dr. van der Beke Callenfels, dr. Weyland; tegen de praeadviseurs, dr van Veldhuizen en de secretaris, alsmede de h.h. van Druten, Cremer, Eilerts de Haan, Tammens, Franke, dr. Deeleman, Scholte en Picard.

Daarna wordt met 11 tegen 8 stemmen aangenomen een voorstel van dr. Slotemaker de Bruine om bovendien eene commissie te benoemen ter ondervanging van de practische en huishoudelijke bezwaren die uit het voorstel tot wgziging van art. 56 Alg. Regl voortvloeien. In de XXIste zitting komt de kwestie van de regeling van het beheer der kerkelijke goederen aan de orde.

De meerderheid der rapporteerende commissie was vóór behandeling van deze zaak en wel in den vorm van het concept reglement dat in 1914 in de Synode is behandeld; men brengt daarvoor 3 argumenten naar voren:

lo. het sluit zich aan bij den thans vigeerenden toestand, daar in de gemeenten de beheerslichamen die thans bestaan met de zorg voor het beheer en de administratie belast blijven;

lo. het komt zooveel mogelgk tegemoet aan bezwaren vroeger en later tegen eene regeling van het beheer ingebracht, door alleen een band te leggen tusschen bestuur en beheer, maar de kerkelijke besturen van alle rechtstreeksche bemoeiing met beheer en toezicht uit te sluiten;

3o. omdat het een regeling wil geven, die alle gemeenten onzer Kerk omvat, zonder eene enkele uit te zonderen

Prof. Slotemaker de Bruine is tegen behandeling der zaak, prof. van Veldhuizen was dat in 1915 ook, omdat bij processen vreesde, maar is er nu vóór om de zaak door procedure uit te laten maken. De vice-president is er tegen, omdat iu het Reglement de gemeenten te veel aan banden worden gelegd. Met 1 tegen 2 stemmen wordt na eenige discussie besloten de regeling ter hand te nemen.

Dit aangenomen zijnde wordt met algemeene stemmen besloten het ontwerp 1914 te aanvaarden. Ook vereenigt men zich met de daarin sinds dien tgd noodig geworden wgzigingen, met dien verstande, dat op voorstel van den vice-president de census voor het deelnemen aan de stemmingen vervalt, waartoe met 11 tegen 8 stemmen wordt besloten.

De president dankt den rapporteur dr. Deeleman en de commissie van rapport en stelt deze zaak in handen van de commissie voor eind-redactie, terwijl door de heeren dr, Deeleman en Tammens eene korte memorie van toelichting zal worden gevoegd bg het thans weder voorloopig aangenomen reglement.

De heer Scholte rapporteert: lo. over een voorstel van dr. M. Woudstra om uit het Syn. Reglement op de benoeming enz. te verwijderen art. 5, waar over een kiescollege gesproken wordt.

2o. over een voorstel van de heeren ds. J. de Visser en M. van Empel tot wgziging van art. 23 Alg. Reglement aldus: „ Het recht der benoeming van ouderlingen en diakenen berust bij de gemeente ; de benoeming en beroeping van predikanten geschiedt door den kerkeraad.

3o. over een voorstel van ds. A, de Haan om art. 11 Syn. Reglement voor de kerkeraden aldus te lezen:

„Ouderlingen en diakenen worden voor den tijd van 4 jaren benoemd. Zij treden tegelijk af, doch zgn terstond erkiesbaar. Herkozen ouderlingen en iakenen worden niet opnieuw bevestigd. ij tusschentijdsche vacaturen, ontstaan oor overlijden, vertrek uit de gemeente, edanken enz. worden diegenen geacht enoemd te zijn, die bij de periodieke enoeming de meeste stemmen — na e benoemden — op zich vereenigden. n betwistbare of onvoorziene gevallen eslist het Cl. Bestuur. De aftreding van uderlingen en diakenen gaat gepaard et de bevestiging van de voor het erst benoemden". De commissie komt betreffende deze voorstellen tot 9 conclusies. Het rapport is Maandag 11 Aug. behandeld. 

De heer Franke rapporteert over ver­schillende stukken betrekking hebbende op het onderzoek naar de pensioenregeling der godsdienstonderwijzers, ingesteld door dé  besturen in opdracht van de Synode. 

Een dergelgk onderzoek is ook in 1906/07 ingesteld. Het heeft toen evenwel niet tot het nemen van bgzondere maatregelen geleid. Thans worden van de 36 door kerkeraden aangestelde godsienstonder wgzers slechts over een 44-tal mededeelingen gedaan betreffende de regeling van hun pensioen. Uit de verstrekte gegevens blijkt, dat de godsdienstnderwijzers in den regel met schrik den ouden dag moeten tegemoet zien, omdat zg in de meeste gevallen niet de minste zekerheid hebben voor hun levensonderhoud.

De commissie van rapport is van oordeel, dat het hier geldt een belang, waarbij de gemeenten zelven zgn betrokken. Kunnen echter de kerkeraden worden gedwongen voor eene behoorlgke pensioenregeling te zorgen? Enkele leden der commissie gevoelen veel voor eene wgziging van art. 36 al. 1 en 3 Regl. G. O. Maar hieraan zijn vele bezwaren verbonden, w. o. dit bezwaar, dat de kerkeraden godsdienstonder wgzers kunnen en mogen aanstellen buiten de hoogere besturen om.

De commissie stelt voor te besluiten, dat geen aanvraag om subsidie voor godsdienstonderwijs iu ernstige overweging zal worden genomen, als niet duidelijk is gebleken, dat de vragende gemeente eene goede pensioenregeling voor godsdienstonderwgzers niet alleen voorstaat, maar ook met alle middelen, waarover zij te beschikken heeft, beharügt. Deze conclusie geeft aanleiding tot eenige bespreking, welke in de volgende zitiiög zal leiden tot het nemen van een besluit.

Op voorstel van prof. Slotemaker de Bruine zal een uittreksel van het rapport over deze zaak worden geplaatst in het „Weekblad der Hervormde Kerk". In de XXIIste zitting (van Zaterdag 9 Aug.) wordt allereerst de commissie benoemd, welke zal hebben te overwegen de practische en huishoudelijke wijzigingen welke voortvloeien uit de verandering van art. 56 Algem. Regl. {gewijzigde samenstelling der Synode). Zg zal bestaan uit de heeren: prof. Slotemaker de Bruine, ds. Tam mens, d-!. Picard, ds. van der Beke Callenfels, ds. A. de Haan en ouderl. Veenman, De commissie van rapport inzake de pensioenregeling van godsdienstonderwijzers stelt een eenigszins gewijzigde conclusie voor, volgens welke in den regel geen. verzoeken om subsidie voor godsdienstonderwijs in overweging zullen worden genomen, indien niet gebleken is, dat een goede pensioenregeling met alle beschikbare middelen is nagestreefd, en dat van dit besluit aan de aanvragende kerkeraden bericht zal worden gezonden Dienovereenkomstig wordt besloten.

Tevens zal een aanschrijving over deze zaak worden opgenomen in het kerkelijk weekblad.

De heer Landsman brengt namens de commissie ad hoc rapport uit over voorstellen en verzoeken om maatregelen te nemen tot verbetering van predikantstractementen en pensioenen. tractementen en pensioenen. Besloten wordt dit rapport Dinsdag 12 Aug. te behandelen.

De president doet medededeling van een motie van de Cl. vergadering van Utrecht, waarin de synode wordt uitgenoodigd hare droefheid uit te spreken in 't bg zonder over het feit dat door de bepalingen van het vredesverdrag, het zendingswerk in de voormalige Duitsche koloniën betreffende het supranationaal karakter der zending is geschonden. Evenzoo van eene motie van de classis Groningen, dat de synode haar grooten invloed moge aanwenden, om doel en strekking van een echrijven van de Ned. afdeeling van den Wereldbond tot het bevorderen van een goede verstandhouding tusschen de volkeren te helpen verwezenlijken.

Evenzoo van een brief van de predd. Cramer v. Baumgarten, van Papendrecht, van Dorp en Klaassen, waarin dezen de synode aansporen tot het ondernemen van een kloeke daad, door zich te richten tot de gansche christenheid in Nederland, opdat uiting worde gegeven aan het hartstochtelijk verlangen naar het tot n stand komen van een volkerenbond; hetgeen zou kunnen geschieden door iddel van een reuzenpetitionnement an alle plaatsen in Nederland. Voorts ich te wenden tot de kerken van alle anden opdat geprotesteerd worde tegen l wat „militairisme" heet. Deze drie verzoeken zullen Maandag 1 Aug. worden behandeld.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1919

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit het kerkelijk leven.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1919

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's