Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

In „de Bazuin" stemmen uit „de Geref. Kerken in Nederland" nemen we van de hand van prof-Bouwman, hoogleeraar aan de Theol. School te Kampen het 1 volgende over:

Niet erkenning van het Candidaatsdiploma der V. U. door de Hervormde Synode.

„Het verwondert ons niet dat bij vernieuwing een voorstel om de candidaten der V. U. tot het predikambt in de Ned. Herv. Kerk toe te laten verworpen werd. De geschiedenis van de Doleantie workt nog na. Het vertrouwen is nog niet teruggekeerd. Er is nog niet de rechte waardeering. Van uit dat oogpunt zullen wel moeten verklaard de argumenten die door den president tegen het voorstel werden ingebracht, Volgens het verslag in „de Standaard" was de secretaris der Synode er tegen „omdat hg vindt, dat de wetenschappelgke waarde van den candidaatsbul aan de V. U. niet gelgk te stellen is met die van de andere Universiteiten, omdat het vak Godsdienstwetenschappen op de eerste niet wordt behandeld", en was Prof. van Veldhuizen er tegen omdat aan de V. U. niet werden onderwezen de vakken: Biblica, Practische Godgeleerdheid en Kerkrecht, zooals dat bg de andere Universiteiten gebruikelgk is. De nadruk zal wel moeten gelegd worden op het vvoordje zooals. Er is werkelgk principieel verschil tusschen het onderwgs aan de V. U. en dat aan de Rgksuniversiseiten. En dit verschil schijnt naast de kerkeigke gevoeligheid bg de beslissing over dit punt wel den doorslag gegeven te hebben."

Onvoegzame Kleedij,

Eenigen tgd geleden plaatsten we het volgende bericht uit het (Geref.) Kerkert vads verslag van Haarlem:

3 Zeer ernstig bespreekt de kerkeraad de vraag wat zijnerzgds moet worden gedaan tegen het verschijnen aan den Heiligen Disch des Heeren van vrouwen en meisjes in onvoegzame kleeding en tegen het onder de bediening des Woords zitten van haar, die in kleeding en houding, aanleiding tot ergenis geven.

In de prediking, in het Kerkblad en door brs. wgkouderlingen bij hun bezoeken zoo daartoe bgzondere aanleiding is in speciale bezoeken, zal dat kwaad zooveel mogelgk worden bestreden."

Het „Wbl, V. d. Vrijz. Herv." stak in een vorig nummer zoo wat den draak met het besluit van den Gereformeerden Kerkeraad, om tegen de onvoegzame dameskleeding bg het verschgnen in de kerk en aan het Avondmaal maatregelen te nemen.

In een ingezonden stuk in datzelfde, blad schreef de heer A. Dorst toen: „Met eigen oogen heb ik mij meermalen overtuigd, dat gereformeerde meisjes en vrouwen in de kerk verschijnen in een pakje, waarin zg wel wat erg veel van hasir lichaam laten kgken. Zulk een kleeding mag misschien niet al te erger-Igk zijn op een boottocht naar Schiermonnikoog, maar zg is inderdaad stuitend bij een plechtigen dienst. Ik ben overtuigd, dat niet alleen gereformeerde ouderlingen, maar ook ernstige vrouwen in dit opzicht mg gelgk zouden geven.

„In plattelandsgemeenten is dit natuur-Igk niet zoo gek, maar in de steden veroorloven zich in dit opzicht sommige onzer gereformeerde dames thans heusch meer vrijheid, dan met het oog opbaar eigen opvatting van eerbied in het „huis Gods" betamelijk is".

Belangrijk genoeg achten we om nu ook te vermelden wat mevrouw A. van Hoogstraten—Schoch Jn Chrittelijk Vrouwenleven over deze dingen schrijft.

„Neen, waarlijk, ik beu geen Puriteinsche, die alle versiering uit den booze vindt, ik ben geen ij veraarster voor eenheids-en uniformkleeding, ik houd van kleuren en mooie Ignen en van woudersehoone kunstuitingen ook in kleeding, maar ik haat dat schaamteloos zich ontblooten van vrouwen en meipjes, die met een hooghartig, koud afwijzend gabaar verre van zich werpen elke beschuldiging van verfijnde zedeloosheid, en die halsstarrig weigeren zich rekenschap te geven van het kwaad dat zij doen.

Het wondermooie, dat de Schepper in de menschheid heeft gelegd, namelgk de aantrekkingskracht der seksen, mag niet omlaag en van zgn voetstuk gehaald worden door het louter aansturen op zinnenprikkeling en sinnenbekoring."

De (Geref.) Groninger Kerkbode merkt naar aanleiding er van op: „De mode heerscht oppermachtig. Zou men ouderwetsch durven te voorschgn komen? De meisjes zouden immers worden nagewezen. Er zou om haar worden gelachen. Neen dat gaat niet. En in onze Christelgke kringen gaat men schoorvoetend mee. Niet zoover als de wereld, maar toch steeds verder.

Tot ten slotte ook daar het onderscheidingsvermogen verdwijnt en men een kleeding tolereert, die men voor enkele jaren met afschuw zou hebben afgewezen.

En zoo komt men voor het feit, dat ook in de kerken reeds de schaamtelooze lichtekooi den toon voor de kleeding aangeeft, terwgl van den kansel gepredikt wordt van den kuiachen wandel in vreeze der heilige vrouwen, welker versiersel was niet hetgeen uiterlijk is bestaande in het vlechten des baars en omhangen van goud of van kleederen aan te trekken — men zou voor onzen tgd haast kunnen zeggen: en van geen kleederen aan te trekken, zoover staat onze tgd ten achter bg de dagen van den Apostel Petrus — maar de verborgen mensch des harten, in het onverderfelgk versiersel van eenenzachtmoedigen en stillen geest die kostelgk is voor God.

Ik vraag: hoe lang zullen wg de schaamtelooze tyranny van de mode verdragen?

Hoe lang zullen onze vrouwen en meisjes zich de wetten laten voorschrgven door de lichtekooien der mode?

Er moest in onze gezinnen en in onze samenkomsten met kracht tegen de wufte kleeding van onze dagen gewaakt worden.

En hoe heerlgk zou het zgn als wg weer konden zeggen zonder vreeze als wg ergens èen vrouw of een meisje troffen met een eerbaar gewaad: dat is een kind des Heeren, dat is een Christin, die haar Heiland volgt ook in haar kleed."

Aan onze jonge meisjes.

De invoering van den verkorten werktgd zal in de meeste ziekenhuizen, sanatoria en gestichten, vooral bij den aanvang, met groote bezwaren gepaard gaan. Het is toch bekend, dat vele Christelijke inrichtingen niet weinig moeite hebben om in de behoefte aan verplegend personeel te voorzien. Dit is des te meer te verwonderen, omdat de Christelijke jonge dochter hier een schoon arbeidsveld vindt, waarop wel eens in het bgzonder de aandacht mag gevestigd worden.

Voor alle dingen is er noodig liefde voor dezen arbeid en waarligk mededoogen voor zoo velen, die lichamelgk of geestelgk Igden moeten dragen. Het voorbeeld van den Heere Jezus, moet ook de jongedochter dringen een offer te brengen op het altaar van Gods Koninkrgk. En zg kan dit zeker niet beter doen dan door enkele jaren van haar leven te wijden aan den dienst der barmhartigheid.

Zeer ten onrechte heeft men het verplegen in den laataten tgd vergeleken met een gewonen loondienst. De Heere kan in eiken arbeid gediend worden, maar 't werk der verpleging leent zich daarvoor in bgzondere mate. Vandaar dan ook, dat in vroeger tgden de verpleging min of meer een heilig karakter droeg en velen zich voor hun leven aan dezen arbeid wijdden.

Dit ligt natuurlijk niet in onze Ign, maar toch bedenke elke jongedochter dat van de verpleging een eigenaardige bekoricg uitgaat. Wanneer zg gedreven worden door de liefde van Christus is zg niet zelden in de gelegenheid een weinig lafenis te brengen voor hen, die naar lichaam of ziel door krankheid werden aangetast. Zij heeft dan een hooge roeping in den arbeid van Gods Koninkrijk, en kan er toe medewerken, dat Christus' Kerk in deze rumoerige en moeilgke tijden een licht op den kandelaar blijft.

Het is daarom zoo noodig hierop nog eens in het bijzonder te wijzen, omdat vele jonge meisjes eigenlgk niet recht weten, wat zij zullen beginnen om door het leven te komen. Thuis big ven en zich aan het huishouden te wgden trekt de meesten al bgzonder weinig aan en het liefst wenschen zg een werkkring buitenshuis. Velen zoeken een betrekking op het kantoor of in een magazijn, waar zg vaak met geestdoodenden arbeid worden overladen. Anderen gevoelen neiging voor de studie, bezoeken een Hoogere burgerschool of een gymnasium en laten zich inschrijven aan een onzer Universiteiten, maar vergeten daarbg dat slechts zelden de vrouw geschikt blijkt voor de beoefening der wetenschap. Zoo zijn er allerlei wegen waarlangs de jonge meisjes bevrediging zoeken voor hun begeerte naar meer zelfstandigheid. Helaas moet worden erkend, dat de verpleging voor de meesten weinig aantrekkelijkheid schijnt te hebben en toch bestaat hier zulk een groote behoefte aan meisjes, die meerdere ontwikkeling hebben verkregen.

Voor velen was het vroeger een groot bezwaar, dat men zwaren lichamelijken arbeid moest verrichten, maar dit bezwaar werd meestal zeer overdreven en is nu bgna overal weggenomen. Het is een groot voordeel, dat men terstond een behoorlijk inkomen krijgt in den vorm van kost en inwoning, een jaarlgksche toelage en bovendien een kostelooze opleiding. Ea als men dan na driejarige opleiding het diploma heeft verkregen, staan allerlei wegen open om een eervolle positie in het maatschappelijk leven te verwer­ ( ven. Bg de enorme uitbreiding, die het ziekenhuiswezen in de eerste jaren zal krggen, zullen onze inrichtingen een zwaren strijd hebben en veel zal daarbg afhangen van de vraag of het gelukken zal beschaafde en tevens geloovige Hoofdverplegers te krggen.

Wenscht men een meer zelfstandige positie, ook daarvoor komt ruimschoots gelegenheid open als wgkverpleegster, school verpleegster, inspectrice of hoe dan ook. Mocht men de verpleging vaarwel zeggen en zelf een huisgezin beginnen, l welnu dan zal men zelf meestal in zgn naaste omgeving gelegenheid hebben de verpleging practisch toe te passen; menige huismoeder beklaagt zich thans terecht dat zij zoo weinig van de verpleging weet.

Ik zou dus alle jonge meisjes, die den vereischten leeftijd van 20 jaar hebben bereikt nog eens met allen ernst op het hart willen drukken de groote behoefte, die er bestaat in de verpleegwereld aan ontwikkelde en geloovige krachten, die als dienende Martha's althans enkele jaren van hun leven willen geven om het lijden van zoo vele ongelukkigen te verzachten. Zoowel in de Ziekenhuizen als in de gestichten en niet minder in de Sanatoria zullen zg zeker met open armen worden ontvangen. (De Rotterdammer.)

In „de Graafschapper" kwam — zoo lazen we in Oude Paden — het volgende artikel voor, dat het lezen en overdenken waard is. Hoe wordt de vrije tijd besteed? „Het Parlement heeft de vorige week belangrijk werk afgedaan.

De Eerste Kamer behandelde de salariswet der onderwgzers en het vrouwenkiesrecht.

De Tweede Kamer beëindigde de Arbeidswet van Minister Aalberse.

Men raakte daarbij in zoo vreugdevolle stemming, dat de Kamer onder het zingen van het Wilhelmus uiteenging, van welke zeldzame gebeurtenis onder Binnenland nadere bijzonderheden worden meegedeeld.

Een der belangrgkste artikelen van de aangenomen Arbeidswet is ongetwgfeld het volgende: „Een arbeider mag in fabrieken of werkplaatsen niet langer arbeid verrichten dan acht uren per dag en vgf en veertig uren per week. Een arbeider mag in fabrieken of* werkplaatsen geen arbeid verrichten tusschen 6 uur des namiddags en 7 uur des voormiddags".

Dat is des „Pudels Kern". De 8 urige arbeidsdag. Dit wil zeggen: dat de arbeider — de een meer, de ander minder, een derde in 't geheel niet, omdat hij 't reeds bezit — de beschikking krggt over veel vrijen tijd.

Hoe zal die tgd worden besteed? Daar komt het op aan. Het voorrecht kan hem tot geestelgk en stoffelgk voordeel worden, maar ook: tot een oordeel.

't Is te hopen, dat 't hier beter dan in andere landen. In de meeste staten, waar de 8-urige werkdag ia ingevoerd, werd het grootste profijt van de nieuwe regeling getrokken door ... de bioscoop.

Tegen dit gevaar kan niet met genoeg kracht ook voor ons land worden gestreden. Treffend is de waarschuwing, die de „Temps" onlangs tot het Fransche volk richtte.

„De achturendag" — aldus schreef het blad — „levert den bioscoop duizenden aan handen en voeten gebonden menschen — wat zeg ik — nieuwerwetsche slaven, wier verbeeldingskracht naar eigen willekeur zal kneden in den vorm die hem behaagt.

Nu deze macht vertienvoudigd wordt, zal zgn tirannie een buitensporige willekeur toonen. De bioscoop is de ware avondschool der arbeiders. Hg bedekt het land met duizenden tafereelen, waarin door vaak ongeletterde beroepsmannen dagelijks de geest van duizenden wordt „gevoed" met orthographie, moraal, philosophie, schoone kunsten en wetenschap. En deze' cursussen trekken te meer en overtuigen te eerder omdat er niet aan dogmatiek gedaan wordt. Een indirect onderwijs dat zeldzaam doeltreffend blijkt. De hersens der menigte worden hier volgestopt door een machine die dwaasheid en leugen fijnmaakt tot een mengsel.

En dan de quasi religieuse macht die hij oefent. De bioscoop is de religie der ongeloovige massa, daar hij in de gedachten der ongeletterde toeschouwers een element van het bovennatuurlgke mystieke of wetenschappelgke giet. Het doek, waarop de films worden vertoond, is het moderne wonder, onder het bereik van elke beurs gebracht. Dat witte doek tegen een der muren van een donkere zaal is de open ruimte in een bosch waar de feeën dansen. Het is een droom in aanschouwelijken vorm, de verheuging der oogen na de vermoeienis van den arbeid.

De bioscoopeigenaars, glimlachend achter hun lessenaars, stroopen hun mouwen reeds op om zich op deze menigte nieuwe bezoekers te werpen.

Deze nieuwelingen zullen nog minder eischen dan hun voorgangers. Het is niet noodig zich voor hen veel moeite te geven.

Zullen wij toestaan dat deze menschen, die de publieke opine vergiftigen, een geheel volk bederven, zonder te protesteeren tegen hun misdaad en zonder een beroep te doen op de kunstenaars om zich meester te maken van dit terrein waarop zg zooveel goeds zonden kunnen tot stand brengen? "

Zoo schrijft een werelddachblad. Hebben de belgders van den Christus hier niet een roeping!

Zeker hebben zg een roeping. Zij hebben het verkeerde element in de bioscoop te bestrgden met alle macht die in hen is. Toch wachte men zich er voor, dat onze actie niet louter negatief zg. Want daarmee zouden we niet veel bereiken.

We moeten, waar noodig, in de plaats, en anders naast de bioscoop iets stellen, dat geestelgk, zedelijk en godsdienstig opvoedend en opbouwend werkt.

Laat de arbeider, in de eerste plaats zgn vrgen tijd besteden, om zich, indien mogelgk, beter te bekwamen in zgn vak — handels-en vakcursussen kunnen in dezen nuttigen arbeid verrichten.

Men kan zijn lichaam sterken en harden, mede door zich disponibel te stellen voor de Volksweerbaarheid — sluit u aan bg de Burgerwacht!

Men kan z'n kennis vermeerderen, zich ontwikkelen op allerlei gebied — noodig is daarvoor het oprichten van leeszalen, het organiseeren van lezingen, en het openen van een goed voorziene Christelgke bibliotheek.

Zoo is er meer te noemen.

Er ga van het positief Christelgke volksdeel de eerstkomende maanden intensieve kracht uit, opdat de wereld ons niet vóór zij en wg achter 't net visschen. Dat loopt altgd op geestelgke scha uit.

De handen uit de mouwen! Dat men toone iets te durven!

Wat Aalten betreft: er is een Burgerwacht; lezingen' worden georganiseerd den komenden winter; een Christelijke volksbibliotheek is in wording. Ook in andere plaatsen is men bezig.

Maar laat dan ook de arbeider straks toonen, dat hij het scheppen van gelegenheden om den vrgen tgd leerzaam en gezellig door te brengen weet te waardeeren door van het aangebodene een druk gebruik te maken.

Zoo te Zutphen als te Aalten was den vorigen winter over het bezoek der winterlezingen niet bepaald te roemen.

Ook het Kamerlid Schouten klaagde, dat aan het besef, om den vrijen tgd te besteden op een wgze, die den arbeiders werkelgk ten goede komt, in vele kringen nog al een en ander ontbreekt.

Moge de komende tgd hierin verandering brengen! De stoffelgke verbetering werpe rijken geestelgken zegen af!"

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1919

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1919

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's