Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het kerkelijk leven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het kerkelijk leven.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Kerkvisitatie. V.

Naast de vraag of alleen predikanten, of wel predikanten èn ouderlingen benoemd moeten worden tot kerkvisitatoren, waarbg we in de tweede plaats gevraagd hebben: moeten de visitatoren samen gaan of met z'n drieën, doet zich nog een derde vraag voor en wel: hoe moet men de visitatoren aanwgzen ? moeten zg door de vrge verkiezing van de classis worden gekozen of moeten ze volgens rooster worden aangewezen?

Art. 44 van de Dordteche Kerkorde „De Classe zal ook eenige harer Dienaren, tenminste twee, van de oudste ervarendste en geschikste autoriseeren om in alle kerken, van de steden zoowel als van het platte land, alle jaar visitatie

Hier vindt men dus eenige aanwgzing, want 't moeten zgn van de oudsten, ervarendsten en geschikten. Dus niet volgens toerbeurt, maar naar geschiktheid. Waarbg ook Voetius (Pol. Eccl. III, 97) opmerkt, dat men nieuwelingen en ongeoefenden, of hun die wel den leeftgd maar niet de bekwaamheid hebben, deze zware last van de visitatie niet kan opleggen.

Hierbg zou men kunnen zeggen, dat men toch jonge predikanten niet moet uitsluiten, daar zg niet alleen over 't algemeen minder tegen reizen en trekken opzien dan de bejaarde collega's maar daar zg ook leeren moeten en dus niet mogen worden gepasseerd. Want zeer zeker is het goed voor jonge menschen op de hoogte te komen van het kerkelgk leven, waartoe de visitatie-reizen kunnen dienen, maar de kerkvisitatie is niet voor de broeders die komen bezoeken, maar voor de gemeenten die bezocht worden. En de gemeenten, met dienaren des Woords, ouderlingen, diakenen enz, zgn zeer zeker het meest gebaat als men niet te veel met „nieuwelingen" komt, maar als men z'n keuze bepaalt naar den regel van art. 44 D. K.

Juist bg deze dingen weet men veelzins niet, wat leveneeis'e.ring — bg bekwaamheid en geschiktheid catnurlgk — een heerlijk voorrecht is, waarmee men anderen zoo kostelgk dienen kan. En immers waar het big de Kerkvisitatie nooit mag gaan om enkel geestdoodend statistisch werk te verrichten, maar allereerst om in het leveii der gemeenten in te komen en te staan naar de handhaving van de ordeningen en heiligheden des Heeren, waarbg ouden en jongen in de gemeente' alleen waarlgk gezegend kunnen worden, daar is het zoo te begrijpen, dat art. 44 D. K. allereerst denkt aan „de oudsten, ervarendsten en geschiksten", om die als visitatoren te kiezen. Waarbiij natuurlgk, het behoeft eigenlgk niet gezegd te worden, de jongeren volstrekt niet altgd behoeven te worden gepasseerd, vooral niet, wanneer er soms onder hen mannen zgn, die zoowel door hun kennis als door hun karakter en gaven, alleszins geschikt zgn, om d© Classis op meerdere vergaderingen of bg de visitatie te vertegenwoordigen.

Een vierde vraag is: hoe lang blijven de door de Classis aangewezen broeders in de functie? Treden ze aanstonds, nadat zg rapport hebben uitgebracht en de vergadering, die hen benoemde, èf of big ven ze in functie tot het volgende jaar, als de Classis weer opnieuw heeft te benoemen ?

Opmerkeligk is hier, dat, waar onze Geref. Vaderen overigens zoo huiverig waren dezelfde menschen in functie te laten, vreezende voor een pauselgkhiërarchistisch optreden der benoemden, hier ten opzichte van de visitatoren gesproken wordt in art. 44 D. K. „en iedere Classis zal deze visitatoren mogen continueeren in hunne bediening, zoolang het haar zal goeddunken, ten ware, dat de visitatoren zelven, om redenen, van dewelke de Classe oordeelen zal, verzochten ontslagen te worden".

Onze Vaderen hebben hier blgkbaar geoordeeld, aanmerkende den aard van dit bizondere werk, dat het goed is, dat veelal dezelfde menschen, jaren achter elkaar, de gemeenten in de Classis beoeken. Zoo zullen de visitatoren beter op de hoogte komen van de werkelgke toestand der gemeenten en ook gemakkegker „met raad en daad" kunnen dienen „tot vrede, opbouwing en het meeste profijt der Kerken en Scholen". Waarbg ook nog dit komt, dat, zal de visitatie tot haar recht komen, ook buitengewone bezoeken en conferenties noodig kunnen zgn, zoodat er dan ook visitatoren moeten wezen.

De benoeming te laten voortduren minstens voor een jaar, met recht van continuatie, ligkt ons daarom aaubevelenswaardig.

De gewone visitatiebezoeken moeten den betrokken kerkeraden tgdig worden meegedeeld; en op het afgesproken uur liefst op een tqd, dat alle broeders kerkeraadsleden kunnen tegenwoordig zijn, wordt er kerkeraadsvergadering gehouden, waartoe de visitatoren toegang hebben. In welke kwaliteit? Als speurhonden ? Als hoogwaardigheidsbekieeders ? Geenszins. Het recht der plaatseligke kerk moet ongerept blgven en het moet uitkomen, dat broederlgke liefde tot het visitatiebezoek leidt, met de bedoeling tevens om op elkander acht te geven, als leden van êen en hetzelfde lichaam, waarbg het moet gaan om de eere Gods en den welstand der gemeente. Zoomoet het hiërarchische, het meesterachtige, het wgsneuzige en arrogante bg zoo 'n bezoek geheel wegvallen en er moet gevoeld worden, dat het niet gaat om een of ander kerkelgk bestuur (wanneer zullen we dat woord in onze Herv. Kerk toch eens over boord werpen? ), maar dat het gaat krachtens onze saamhorigheid onder het Hoofd Jezus Christus, om Zijn eere te zoeken en elkander te helpen en te sterken en te schragen in den goeden geestelgken strgd, die er door de Kerk van Christus te strgden is, elkander zgnde tot een hand en tot een voet.

Als dan ook de vraag gedaan wordt: wie moet er voorzitter zgn in de kerkeraadsvergadering, waar de kerkvisitatoren als afgevaardigden der Classis (niet van het Class. Bestuur) mede tegenwoordig zijn ? dan is ons antwoord: de praeses van den kerkeraad. Deze opent de vergadering en geeft den visitatoren gelegenheid hun werk te doen.

Wg zeggen dit, terwgl we zelf nog altgd de meest onaangename herinneringen bewaren aan de eerste „persoon-Igke" kerkvisitatie, welke we in onze eerste gemeente, kort na onze komst aldaar, hebben meegemaakt. Zoo echt om te laten voelen: een Classicaal Bestuur is toch maar heel wat meer dan een kerkeraad en en predikant-lid van zoo'n Bestuur(!!) is toch maar heel wat meer dan een gewoon domineetje van een dorp of een ouderling van een boerengemeente!

Neen, wanneer de visitatie voortkomt uit onze saamhorigheid en het de roeping is der meerdere vergadering, om toezicht te houden op de plaatselgke gemeenten en elkander te helpen en te sterken in den geestelgken strgd, die er te strgden is. dan moet er vóór alles een broeder-Igke toon zgn en moet het in een kerkeraadsvergadering gevoeld worden: men komt uit  liefde en met belangstelling, om mee te helpen opbouwen op den grondslag des geloofs, dat ons allen dierbaar is, naar uit wg zen van Gods Woord en onze belgdenis. Wordt dat gemist, laat men dan liever een klerk van het gemeentehuis zenden met een gediplomeerd boekhouder en een politieagent. Misschien dat ze dan toegelaten worden, misschien ook, dat ze beleefd buiten de deur gezet worden.

De Voorzitter van den Kerkeraad heef dus, naar ons gevoelen, de leiding der vergadering, terwgl de visitatoren ten volle gelegenheid moet gegeven worden hun werk te doen en hun taak te verrichten.

In buitengewone gevallen — laat ons dat aanstonds zeggen — brengt juist de roeping der meerdere vergadering mee, dat het Anders zal toegaan en dat niet de praeses van den Kerkeraad voorzitter is, maar dat de afgevaardigden vanden Classis de zaken leiden. Dan toch, als er b.v. een aanklacht is ingekomen bg de Classis, moeten de visitatoren een kerkeraadsvergadering uitschrgven en moeten zij met den Kerkeraad vergaderen, waarbg ook uit den aard der zaak een van de visitatoren presideeren zal, zoekende de ware toedracht van scheuring of misstanden te weten te komen, om dan juist bizonder te trachten om met broederlijk vermaan en raad en daad bg te staan; desnoods de zaken brengend voor de Classis, die nader te beslissen dan heeft.

We stellen ons nu een gewoon geval van visitatie voor. De Kerkeraad is vergaderd en de deputaten der classis komen binnen, met hartelg ke woorden begroet en saam het aangezicht des Heeren zoekend in den gebede, waarin Gods hulp en bgstand en de goede leiding Zgns Geestes wordt afgesmeekt.

En dan ? Wat het voornaamste is, moet het zwaarste wegen.

Gaat het van ouds bij de visitatie niet hierom, dat de Classis weten zal. „van yder Kerke in 't byzonder, wat ördre daar gehouden wordt in de Leere" gelgk de Synode te Wezel, dat schreef in hare acten ? (Zie o.a. Hooyer, Kerkelijke wetten voor de Hervormden in Nederland 1846, en Hooyer Oudste Kerkorden) of zooals de Synode van den Haag, ter uitvoering van art. 40 harer acten (1586) de aanwigzing gaf in een soort visitatiereglement: , alzoo de inspectie, welke geordonneert is uit name van de Classen, daartoe ia dienende dat de zuiverheid de Leere en alle gotde gerechtigheid in de gemeenten Gods onderhouden worde, zo zullen enz." Waarbij we ook nog weer eens uit de Dordtsche Kerkorde van 1619 aanhalen uit art 44 „toe te zien of Leeraars, Kerkeraden en Schoolmeesters haar ampt getrouwelijk waarnemen en blgven bg de suyverheydt der Leere."

't Is waar, dit zgn oude getuigenissen. Misschien voor deze of gene te oud. Maar wat besloot de Synode der Ned. Herv. Kerk van 1822; en die van 1858 ?

De eerste arresteerde op voorstel harer commissie een Beglement op de Kerkvisitatie, waarin art. 12 ons deze woorden te lezen geeft:

Daarna overgaande tot het doel der Kerkvisitatie, zal men vragen:

1. ten opzichte der predikanten eerste vraag: of zg onberiepelgk zgn in leer en wandel?

2. ten opzichte der ouderlingen, eerste vraag: of zg zgn onberispelgk in belijdenis en wandel?

3. ten opzichte der diake/nen, eerste vraag: of dezelve onberispelgk zgn in belijdenis en wandel?

En de laatstgenoemde Synode arresteerde in haar zitting van 7 Aug. 1858 een soortgelijk reglement, waarin ook voorkomt, dat een onderzoek wordt ingesteld „betreffende al de leden of zg bezwaren hebben, rakende de belijdenis en den wandel van iemand hunner medeleden".

Men voelt waar het dus voornamelgk om gaan moet, zal het goed zgn. De Kerkvisitatie is niet een tabellen verzamelen voor het Classicaal Bestuur, 't welk weer tabellen in orde maakt voor het Prov. Kerkbestuur, welk hooger Bestuur ten slotte weer tabellen klaar maakt voor het hoogste Bestuur, 'tweljk alles wegbergt in de Synodale Acta, om door niemand gelezen te worden. Neen, de Kerkvisitatie is een stuk van het met elkaar meelevend als gemeenten in één en dezelfde Classis, waar men niets liever hoort, dan dat het in de gemeenten goed gaat, naar uitwijzen van" Gods Woord en de belgdenis, om elkander te helpen en bg te staan, waar mogelijk is.

Zoo zal dan allereerst ook in de Kerkeraadsvergadering door de deputaten der Classis een onderzoek moeten worden ingesteld, hoe het staat met de bediening des Woords en der Sacramenten, en in 't algemeen hoe het staat met de kerke-Igke huishouding, waarbg men met algemeene vragen kan beginnen, om dan meer in bizonderheden af te dalen.

[Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1919

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit het kerkelijk leven.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1919

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's