Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

PASCHEN.

Matth. 28 : 1—3.

De Heere is waarlijk opgestaan ! Met deze woorden begroetten de discipelen elkander op den dag der opstanding. Het ware te wenschen dat ook in onze dagen de geloovigen met dezen blijden groet elkander ontmoetten. Iimmers niet eene doode waarheid, maar een ;levende Christus mag het middelpunt zijn van den lof van 's Heeren Kerk.

De opstanding van Christus toch is het groote wonder in de geschiedenis des Heils, de machtsdaad van den Vader, waardoor 't lijden en sterven des Heeren in eene wezenlijke verzoenende kracht werd omgezet. Die opstanding is de levensbron der zijnen.

Zij is het fundament waarop de Kerk rust in haar gelooven en belijden, in haar prediken en strijden, in haar liefde en haar hope. Indien Christus niet opgewekt is, schrijft de apostel, zoo is onze prediking ijdel en ijdel is ook uw geloof; zoo zijn ook verloren, die in Christus ontslapen zijn. Toen Hij in den dood inging was Hij bezig de schuld te bepalen en de straf voor Zijn Gemeente te dragen. Als Hij nu in den dood gebleven ware, zou het de vraag zijn of er genoeg gedaan was. Maar zie, nu is het bewijs door God Zelf gegeven, toen Hij den Heiland opwekte uit de dooden. Zoo spreekt ons het open graf van de goedkeuring des Vaders over het verzoenend werk des Zoons. De Heere is waarlijk opgestaan ! 't Is de boodchap des heils, die van geslacht tot geslacht gebracht mag worden.

Het worde echter niet vergeten dat de roem over den levenden Christus niet anders geboren wordt dan in de klacht over onzen doodstaat, in een hartelijk leedwezen over onze zonden. Zonder dit buigen in de diepte zal er geen ware Christelijke vreugde kunlen bestaan en zonder deze klacht is elke blijdschap ijdel. Het is noodzakelijk met Christus te sterven, opdat wij met Hem zulen opstaan ; wij moeten ééne plante met Hem zijn in de gelijkmaking Zijns doods, opdat wij ook met Hem ééne plante zouden zijn in de gelijkmaking Zijner opstanding. Wij mogen den verrezen Heiland niet anders voorstellen dan met de teekenen der nagelen in Zijne handen en voeten. Op de lijdensteekenen moest een door den twijfel geschudde discipel gewezen, om tot het roemende geloof in den Verrezene te komen, ja, de gezaligden in den hemel spreken niet van Zijn heerlijk lichaam, maar van Zijn vergoten bloed : Gij hebt ons Gode gekocht - net Uw dierbaar bloed

Bij den levenden Christus worde steeds aan Zijnen dood gedacht Bij Zijn heerlijk lichaam aan de teekenen der nagelen, oplat onze paaschjubel zou spruiten en zou groeien uit de smartvolle kennis onzer vloekwaardigheid.

De vrouwen gingen in den vroegen morgen naar Jozefs hof, dragende hunne specerijen, om het lichaam van den Heere Jezus te balsemen. Zij wilden Hem nog dienen met iet laatste waarmede zij dat nog zouden kunnen doen. Toch waren zij niet indachtig lan wat de Heere Zelf vroeger tot hen gelegd had van Zijn dood en opstanding. De Heiland had hen Zijn heerlijkheid geprofeeerd. Zijn verhooging na het lijden. Die woorden hadden echter geen ingang in heur hart gevonden. Indien dit wel zoo geweest ware, zij zouden met smart over hun eigen zonde bij het kruis gestaan hebben, zij zouden ook, in al hun droefheid, gezegd heb­ o ben : Ja, zóó moet het wezen, anders is er geen behoud. Maar dan zouden zij ook, in den morgen van den derden dag, niet met hun specerijen, maar wèl met de palmtakken naar Jozefs hof gegaan zijn, om te begroeten den Levensvorst, den Overwinnaar van graf en dood, hun Koning en Zaligmaker ! Zij zouden bekend hebben : Niet wij komen om U te dienen, maar Gij hebt ons gediend en door Uw dienst hebben wij de volkomen zaligheid verkregen.

Maar nu is het heel anders bij hen. Nu komen zij met hun specerijen, de teekenen van hun ongeloof, hoewel ook de teekenen hunner liefde, om deze te brengen tot Hem, Die stil als een doode in het graf zou liggen, zooals zij meenen.

Laat niemand echter uit de hoogte op deze vrouwen neerzien. Het gebeurt wel meer dat er kostbare specerijen gebracht worden naar den Heere Jezus, als of Hij stil ligt in het graf en lijdelijk onze diensten moet ontvangen.

Het Evangelie der genade wordt vaak omgekeerd, tot schade onzer ziel. Het schijnt dan wel alsof wij Hem moeten dienen met onze godsdienstplichten, met werken van barmhartigheid, met onze gebeden, met onzen ingetogen nauwgezetten levenswandel. En wij dragen onze specerijen naar den dooden Jezus. Inplaats dat verstaan wordt dat Hij de levende Zaligmaker is. Die Zijn Kerk dient, in den weg der gebeden in den weg van het onderzoek der Heilige Schrift, in de werken van barmhartigheid.

De Heere is waarlijk opgestaan. Hij is niet lijdelijk ; Hij is er niet om een balseming van kostbare specerijen te ondergaan, maar blijft werkzaam, overal waar Zijn Geest werkt. Hij is opgestaan uit de dooden om met Zijn volkomen offerande arme zondaren te dienen. Wij moeten daarom onszelf leeren kennen als dood-arme zondaars. En ook onze beste werken zijn met zonde besmet. Zij zullen dan ook niet het minste ons kunnen bijdragen in het stuk der rechtvaardigmaking. Wij blijven bij al onze ge-beden en aalmoezen schuldige menschen, waardig door God verstooten te worden ! Al biddend, armer te worden bij al onzen godsdienst goddeloozer te worden in eigen oog bij onzen nauwgezetten levenswandel de slagen van de geestelijke wet steeds pijnlijker te ervaren, zie, dit is het werk van den levendmakenden Geest van Jezus. Zóó reeds dient Hij de Zijnen, Maar ook verder. Zulke arme zondaren mogen ervaren de kracht Zijner dienende liefde, 'Hij geeft Zich aan hen volkomen en door het geloof weten zij dat de levende Heiland tot hen zegt: Ik ben de uwe ! Ik heb uw schuld betaald. Ik heb uw goddeloosheid |uitgedelgd. Ik heb de wet in uw plaats geheel gehouden. Dat is Zijn levende sprake die het hart verheugt en met onnoemeiijk rijken troost vervult In gedachten  worden de palmtakken genomen om den Koning onzer ziel begroeten, om den Ievenden Heiland met gejubel te ontvangen. Laat uw specerijen dan maar staan, o volk van God ! De Levensvorst is er toch niet om gediend te worden, maar om te dienen. Keer het Evangelie der genade niet om. Want dan is 't een doode waarheid. Maar als ge u moogt laten dienen door de volkomen offerande van den Zaligmaker, is het Evangelie u een levend woord van God, en de leerstukken der zaligheid tintelen van geest en leven, omdat in dat alles de dienende, levende Jezus is.

Er was niemand bij, toen de Heere Jezus oprees van de plaats waar Hij was neergelegd Niemand heeft Hem zien komen, zegevierend uit de grafspelonk. In dat Heilige der Heilige van 't werk der verzoening was de Hoogepriester alleen. Hij ging uit dat binnenste heiligdom uit, om de Zijnen te gaan zegenen.

Maar van de teekenen, de wonderen, die met de eigenlijke verrijzenis samengingen, lezen wij wel. Teekenen, die in overeenstemming zijn met de grootheid van den Verrezene, met de wijze waarop de levende Christus nog Zijn Kerk dient.

Daar geschiedde een groote aardbeving. De aarde schudde op hare grondvesten. Een engel daalde neder en wentelde den steen af, en zat op denzelve. Is dit geen teeken van macht en majesteit ? De Heere is waarlijk opgestaan, de Heere, Die scheppingskracht heeft, alle macht in hemel en op aarde. In den morgen der opstanding kwam de groote Overwinnaar van hel en dood uit den strijd te voorschijn. Hij heeft de werken der duisternis verbroken. Geweldig is Zijn kracht. Hij is de leeuw uit Juda's stam.

Maar dan is Hij toch óók machtig om de kracht der zonde iri ons te verbreken, om den dood in ons te overwinnen. Hoe sterk de zonde in ons is blijkt wel hieruit dat de meest ernstige waarschuwingen en de meest dringende vermaningen niet in staat zijn den mensch van het pad der zonde af te brengen. Maar als hij toch ten slotte is stil gehouden en op de knieën gebracht, een smeekeling geworden is welk een omkeering 1 Wie had dat ooit gedacht ? Vanwaar dit ? Wel, Hij, Die bij Zijne verrijzenis de aarde deed schudden op hare grondvesten, deed ook dien zondaar schudden in zijn zondig bestaan. Geweldig is de kracht van den levenden Christus. Hij is de Leeuw uit Juda's stam.

Denk ook eens aan dien afgewentelden grafsteen, met een enge! des Heeren, rustig en kalm daarop zittende. Beeld van de overwinnende majesteit des Heeren. Denk dan ook aan de zware steenen, op onzen levensweg. Zij moeten afgewenteld worden, maar de kracht ontbreekt. De last der zonde kan  wel eens als een zware storm onze ziel terneer drukken. En toch, de verrezen Heiland doet meer dan schudden. Zijn bloed reinigt , van alle zonden, En als dit door het geloof gekend wordt is de zwaarste steen afgewenteld. Met de minder zware steenen zal het dan ook wel gaan. De zwaarste is er af. Daar ligt nij, naast net open graf des Heeren. De engel des Heeren zit er op. , Rustig en kalm, verspreidende de lichtende majesteit des hemels. De zonde is er onder. En de kracht des hemels heeft overwonnen, Welnu, al worden wij niet ingeleid ln het binnenste heiligdom, al beschrijft de Schrift niet de verrijzenis op zichzelf, de teekenen zeggen ons genoeg. Het zijn de tee-kenen van den grooten Hoogepriester, Die nog uitgaat om de Zijnen te dienen, met de kracht van Zijn verzoenend lijden en sterven.

De Heere is waarlijk opgestaan !

Ga dan niet met uwe specerijen naar een Christus Die in het graf ligt Hij heeft ze niet van noode, wijl Hij leeft.  Hij is dood geweest en leeft in alle eeuwigheid, en Hij heeft de sleutels van hel en dood. Maar laat u dienen door Zijn Geest en door Zijn genade, door Zijn belofte en door Zijn Evangelie, en gij zult evenals de vrouwen, met groote blijdschap wederkeeren van het geopende graf.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1920

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1920

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's