Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daarin is geen man en vrouw."

In zijine predikatie over Galaten 3 vers 28 (voorkomend in den preekenbundel „Maninne", uitgegeven bij Js. Bootsma te 's Gravenhage) verklaart ds. Van den B  r i n k. Gereformeerd predikant te Zandvoort de beteekenis van de woorden „Daarin is geen man en vrouw." Na een vrouwelijk godgeleerde, die voor enkele jaren een dissertatie schreef (mej. dr. Gerlings) recht gezet te hebben en na te hebben aangewezen, dat Paulus .heeft geleerd, ' dat de regel „eerst onder de wet en daarna onder het geloof", die voor de Joden gold, niet doorgaat voor de heidenen, die zalig zullen worden, laat hij volgen (blz. 39) :

„Neen", zegt Paulus ; „want zoovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan." (vs. 27). En dus laat hij, letterlijk vertaald volgen : „hier — dat is op het terrein der gedoopte gemeente van Christus — hier bestaat geen Jood, geen Griek ; hier bestaat geen dienstbare (slaaf), geen vrije ; hier bestaat geen man e n v r o u w ; want gij allen zijt één in Christus Jezus. En indien gij van Christus zijt, zoo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloften erfgenamen" — (vs. 28 en 29) :

In de kerk der nieuwe bedeeling is alzoo geen sprake meer van verschil in nationaliteit, in stand, in sekse ; allen zijn Abraihams zaad, allen geloovigen, allen kinderen Gods ; allen zijn één, a.h.w. één persoon, één mensch in Christus Jezus ; allen leden van dat ééne lichaam, waarvan aller Heiland en Heere het Hoofd is ; allen elkanders broeders en zusters, allen in geestelijk opzicht gelijkwaardig.

En het is opmerkelijk. Geliefden, dat de Apostel dit het sterkst uitspreekt met betrekking tot man en vrouw. In onze vertaling komt dit ook uit. We lezen hier immers in ons tekstvers : „Daarin! is noch Jood noch Griek ; daarin is noch dienstbare noch vrije." En nu zoudt gij verwachten : „daarin is noch man n o c h vrouw", maar er staat: „daarin is noch man en vrouw." Wat van Jood en Griek, dienstbare en vrije niet geldt, dat geldt wel van de belde geslachten ; man' en vrouw vormden oorspronkelijk krachtens Gods scheppingswerk een eenheid. , , En God schiep den mens man en vrouw schiep Hij ze" (Genesis 1 vers 27). Die scheppingseenheid is verbro­ken door de zonde. Man en vrouw vormen in menig opzicht een tegenstelling. Soms een harde en scherpe, het engst bij de heidenen, in mindere mate in Israël. Het werd : man en vrouw. Doch door de wederbarende genade Gods keert de oorspronkelijke verhouding terug. Hier, op het terrein der gemeente van Christus, geen man e n vrouw hier beiden één in Christus ; hier de ge e s-telijke gelijkwaardigheid van man en v r o uw.

Voor deze geestelijke gelijkwaardigheid ligt de grond in den Heiligen Doop.

Dit feit verdient al onze aandacht. Geliefden, uw aller aandacht, omdat wij, afgezien nog van het bijzonder onderwerp, dat ons bezig houdt, hier helder licht ontvangen over de beteekenis van onzen Doop.

In het vorige vers, waarmede onze tekst in onmiddellijk verband staat, zegt Paulus : „Want zoovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan." Eigenlijk staat er : hebt gij Christus aangetrokken. De Apostel gebruikt het beeld van een kleed. De Jood draagt een ander kleed dan de Griek, de vrije een ander dan de slaaf, de man een ander kleed dan de vrouw. Maar hier, op het terrein der Kerk van Christus, dragen allen één en hetzelfde kleed, namelijik Christus. En dat kleed hebben allen aangetrokken door den Doop.

Dit geldt van het echte, ware, volle sacrament. Van den Doop, die niet slechts is een uitwendig, zichtbaar teeken, maar ook een bezegeling van de geestelijke, onzienlijke zaak, die door het teeken wordt afgebeeld.

Die niet alleen Is een Doop met water, maar ook met den Heiligen Geest. Die het Goddelijk teeken en zegel Is van de afwassching der zonden of de rechtvaardigmaking door het bloed van Christus en van de wedergeboorte en de heiligmaking door den Heiligen Geest

Gij, mannen en vrouwen, wordt uw Heiland u al dierbaarder en begeert gij om Zijnentwll steeds meer te sterven aan de wereld, aan de zonde, aan uzelf ? Dan heeft de Doop voor u zijn waarde, zijn kracht, zijn beteekenis. Dan Is Christus ons aller kleed. Dan dragen wij den schoonen Christennaam met eere.

Doch dan ook geen tegenstelling tusschen man en vrouw, want hier, op het gebied der gedoopte gemeente van Christus, bestaat geen man en vrouw, maar belden zijn in geestelijk opzicht gelijkwaardig.

Dat is van groot gewicht. Broeders en Zusters, dat Paulus d e g e e s t e 1 ij k e g e-1 ij k w a a r d i g 'h e i d van man en vrouw grondt op den Doop. Daardoor treedt in het licht het schril contrast tusschen de oude en de nieuwe bedeeling van het genade-verbond.

Onder het Oude Testament, in de kerk der oude bedeeling, bij Israël werd de vrouw als de minderwaandige beschouwd. Tot de priesterlijke bediening werd alleen de man geroepen en nooit de vrouw. Als profeet trad uitsluitend de man op, en slechts bij hooge uitzondering de vrouw. Naar de drie groote feesten te Jeruzalem moest alleen optrekken al wat mannelijk was en de vrouw mocht wel meegaan, maar noodzakelijk was dit niet. En bovenal, de besnijdenis, het teeken des verbonds, ontving uitsluitend de man, en niet de vrouw.

Doch aan die uitsluiting kwam sedert de uitstorting van den Heiligen Geest op het Pinksterfeest voor goed een einde. De Doop trad in de plaats der besnijdenis, en alle geloovigen, mannen en vrouwen, met hun kinderen, mannelijke en vrouwelijke, ontvangen het teeken en zegel des verbonds en der Inlijving in de Christelijke Kerk. Want hier, in den kring der Nieuw Testamentische gemeente, bestaat geen man en vrouw.

Doch daar volgt dan ook uit, dat wie niet rekent met de g e e s t e 1 ij k e gel ij k-waardigiheid van man en vrouw ; wie in Gods Kerk en Koninkrijk de vrouw terugduwt en achterstelt bij den man ; wie haar kerkelijke rechten en verplichtingen verkort — die doet niet slechts aan de vrouw onrecht, maar wat veel erger nog is, die randt de eer van Gods genadewerk aan; want die plaatst zich op Oud Testamentisch standpunt, dat is, die doet, alsof de Middelaar niet op Golgotha had uitgeroepen : „'Het is volbracht", en alsof de Heilige Geest niet was uitgestort over alle vleesch.

Ach, Geliefden, hoe moeten wij ons verwonderen, wat moeten wij ons schamen over onze onkunde en dwaasheid ! Het woord van onzen tekst staat daar reeds eeuwen lang, en —eeuwen lastig is er overheen gelezen !

Daarin is noch Jood, noch Griek" — dat was en Is nog een prikkel voor den arbeid der Zending.

„Daarin is noch dienstbare, noch vrije" — dat doet ons met blijdschap gedenken aan de afschaffing der slavernij, en het fs ons een spoorslag, om in het kerkelijk leven armen en rijken, aanzienlijken en geringen, hoogen en lagen naar de wereld, te behandelen op voet van gelijkheid.

, , Daarin is geen man en vrouw" — laat dat ons 'dringen, om toch eindelijk alle beletsel en belemmering weg te nemen voor de geestelijke ontwikkeling der vrouw, voor het meeleven en meewerken der zusters lin de zaak van Gods Kerk en Koninkrijk. Daar zal dat Koninkrijk door groeien, daar zal die Kerk door bloeien, daar zal de Naam des Heeren door verheerlijkt worden."

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1922

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1922

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's