Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het kerkelijk leven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het kerkelijk leven.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Volkstelling en het godsdienstig-kerkelijk leven.

Wij hebben voor ons wat „De Neder-i lander" van Zaterdag 26 Aug. j.l. publiceert van de uitkomsten der laatst gehouden Volkstelling (1920). Officlëele gegevens ont breken ons dus geheel. Het zijn maar enkele cijfers uit een dagblad. Maar we willen aanstonds ook de aandacht van onze lezers op deze cijfertaal vestigen. Er valt genoeg uit te leeren.

Door de tienjaarlijksche volkstelling komt telkens in cijfertaal tot ons hoe het staat met ons volk. Hoeveel mannen, hoeveel vrouwen er in Nederland wonen ; hoeveel gehuwden en oiigehuwden ; hoeveel geboot ten en sterfgevallen er zijn geweest — maar oók, hoe het staat 'met het godsdienstig-kerkelijk leven onder ons. Want aan ieder, man, vrouw en kinderen wordt gevraagd, tot welk kerkgenootschap men behoort ; ook als men tot geen kerkgenootschap wil gerekend worden moet men dat op het beschrijvingsbiljet vermelden.

Zoo krijgt men dus ten slotte een overzicht van heel het volk, in stad en dorp en weet men tamelij'k wel hoe of de kerkelijke verhoudingen in ons land zijn ; alsook hoevelen zich buiten alle kerkelijk leven hebben gesteld, door zich te laten schrappen of door niet meer te laten doopen, of door nooit meer naar een Kerk om te zien.

Wanneer het juist is wat we ons van de vragen van het beschrijvingsbiljet nog herinneren, zouden we willen zeggen, kan men voor hen die willen opgeven : zonder kerkgenootschap, nog niet een enkele vraag er bij geven, opdat ook uitkome of zonder kerkgenootschap ook beteekent godsdienstloos ; en als men vroeger tot een kerkgenootschap behoord heeft, , welke kerkgemeen schap dat dan geweest is en of men zich daadwerkelijk aan dat kerkgenootschap heeft onttrokken.

Intusschen kunnen we nu, waar 1 Jan. 1920 weer geruimen tijd achter ons ligt, een overzicht nemen van de resultaten der laatste volkstelling. En dan nemen wij natuurlijk hier alleen die cijfers, die spreken van

Ze volgen hier :

Het aantal dat tot de Ned. Herv. KerE behooren is 2.835.597.

Dat is niet gering ! Bijna 3 miljoen. Wel is het niet meer de grootste helft van ons volk, dat in totaal 6.865.314 groot is.

Maar het is toch bijna de helft; en dat zegt wat !

Dat zegt ook dit, dat de Herv. Kerk zoo'n mooie kans heeft om, verkondigende het evangelie des kruises, tot het volk in te gaan ! Waarbij het zoo vreeselijk jammer is, dat de Herv. Kerk helaas ! dikwijls haar taak en roeping verwaarloost, door een ander evangelie te brengen, dan 't geen naar de Schriften is, waardoor het volk niet wordt gesticht en opgebouwd en de Kerk zelve als een koninkrijk, dat tegen zich zelf verdeeld is, innerlijk wbrdt verteerd en ook naar buiten hoe lanigs hoe meer haar machteloosheid doet uitkomen.

Het is in het belang van het volk, dat hier spoedig verandering kome en de Kerk terug keere, tot de eenvoudige, heerlijke, kloeke belijdenis der Vaderen, dan zal, in den weg der Schriften wandelend, de beteekenis der Kerk ook rijzen en zij zal sterker worden door 's Heeren kracht, die Zijn volk nooit beschaamd doet staan, wanneer het geloovig op Hem betrouwt.

In grootte volgt op de Ned. Herv. Kerk met haar 2.835.597 leden de Roomsche Kerk die 2.444.582 leden telt.

Dat is ook niet gering !

't Is wel niet het getal, dat de Herv. Kerk haalde (waarbij natuurlijk ook nog de leden van de Luthersche Kerk, de Geref. Kerken enz. komen als we het protestantsch gedeelte van ons volk nemen) maar het is toch voor ons protestantsch Nederland een beduidend cijfer, dat de Roomsche Kerk haalt.

Twee dingen mogen we hier wel even opmerken ?

In Nederland kunnen we n i e t dóen, alsof er van de Staatsburgers maar één of anderhalf tot de Roomsche Kerk behooren. Want die zoo iets zou willen doen, kan net zoo goed met iz'n hoofd tegen den muur loopen, zeggende.: wat raakt mijdiei anderhalve, steen, die daar op elkaar gestapifd staat.

We zullen dus met Rome moeten rekenen, daar ongeveer 21/2 miljoen Nederlandsche burgers tot Rome's Kerk behooren.

Waarbij we deze tweede opmerking willen voegen :

Wat is het jammer, dat tegen die groote macht van Rome's Kerk er onder de protestanten zqo groote verdeeldheid gevonden wordt, wat onze krachten breekt; en dat er zoo weinig lust ''onder de protestanten is orh de eenheid daar te zoeken en te bewaren, waar God zelf in Zijn Woord en in Zijnen Christus ons het vereenigingspunt gegeven heeft.

Protestanten ! terug naar Gods Woord en u geschaard rondom den Christus Gods. Daar zullen we vinden, wat tot blijdschap en zaligheid, wat tot sterkte en victorie is.

2.835.597 Hervormden dus.

2.444.582 Roomschen.

Dan krijgen we nog : 571.835 die tot de

Geref. Kerken behooren ; 102.517 Lutherschen en 260.838 die tot de kleinere Prot. Kerken gerekend moeten worden (te zamen dus nog 935.190 die met de 2.835.597 Hervormden een totaal geven van. 3.770.787 Protestanten).

Naast die 3.770.787 Protestanten en 2.444.582 Roomschen krijgen we dan nog 115.222 Israëlieten en 533.714 die tot geen kerkgenootschap behooren.

Dat laatste getal is vreeselijk. -

Wel zullen er onder die „kerkloozen" zijn

die daarom nog ntet godsdienstloos zijn. Die misschien behooren bij het Leger des Heils of bij een andere godsdienstige groepeering. Maar zeer zeker behoort een igroot, zéér groot deel van die 500 duizend, tot degenen die zeggen : „er is geen God."

Is dat niet vrees^Tijk in ons Christen-Nederland ?

En ligt hier niet groote schuld bij de Hervormde Kerk, die zoo slap is in haar belijderiis, die ook (mee daardoor) zoo zwak is én door te weinig, veel te weinig werk-'lent'eTedefi71^H't"'^'éWar^fl''t& 'ilH^"^^ Sfi= ders inog kon worden gegrepen en geholpen.

Dat door innerlijken groei ook naar buiten haar sterkte meer en meer mag gaan blijken.

Dat zij toenemen mag in genade bij God en de menschen, door zich van harte te •bekeeren tot Hem die gezegd heeft: die Mij eeren zal Ik eeren, maar die Mij versmaden zullen licht geacht worden.

We hebben dus nu een overzicht van den godsdienstig-kerkelijken toestand van ons volk, door de getalTen van de laatste tienjaarlijksche volkstelling.

Welke getallen we duidelijkheidshalVe ook zóó zouden ku-nnen groepeeren :

Protestanten Roomschen Israëlieten Kerkloozen 54.96% van de bevolking. 35.60% van de bevolking. 1.67% van de bevolking. 7.77% van de bevolking.

Zóó staan dus de verhoudingen : bijna 55% van de bevolking is protestantsch ; 351/2% is Roomsch ; ruim 11/2% is Jood en 7.77% is zonder kerkgenootschap.-

Wat weer doet vragen : hoe stond dat in 1910? Zijn we vooruit of zijn we achteruit gegaan wat betreft het igodsdienstig-kerkelijk leven van ons volk ?

En dan zeggen de cijfers ons, dat het tien jaar geleden in zekeren zin gunstiger was dan 't nu is. Want in 1910 waren de verhoudingen aldus

Protestanten Roomschen Israëlieten Kerkloozen 58.18% (nu 54.96%) 35.04% (nu 35.60%) 1.81% (nu 1.67%) 4.96% (nu 7.77%)

Zij die tot geen kerk willen behooren zijn dus in aantal sterk gewassen en wel met 2%%. Waren er vroeger ongeveer 5 op elke honderd, nu zijn er zoo wat 8 op elke honderd inwoners, die zeggen van geen Kerk te willen weten.

Dat is een donkere vlek bij dit cijfercomplex ; een donkere vlek in ons volksleven ook.

Natuurlijk is het waar, dateer vroeger ook duizenden en duizenden waren die nergens van v/eten wilden, even 'goed als nu. Maar men kwam er niet zoo openlijk voor uit. Men bleef ook-^nog gemakkelijker hangen in en aan de Kerk waar men gedoopt was.

Nu is men wat brutaler geworden en nu schrijft men het zonder aarzeling : ik behoor tot geen kerkgenootschap !

Of dus in w e r k e 1 ij k h e i d de toestand zooveel erger geworden is dan het 10 of 20 jaar geleden was, is zeer de vraag. Wat baat het of men uitwendig nog met één draad blijft hangen aan een Kerk waarmee men toch niets van doen wil hebben?

Maar in elk geval hebben het nu verscheidene duizenden méér dan vroeger zwart op wit geschreven : wij hebbeji gebroken met de Kerk !

Daarin ligt veel, ciat tot droefheid stemmen' iTioet ieder die z'n land en yolk uef heeft. Want wie God verlaat hééft smart ••••.op smart te vreezen.

Wie. hebben er nu in de laatste jaren 't , .'; meest verloren, vraagt men onwillekeurig. . : Want die duizenden „kerkloozen" moeten . toch ergens vandaan komen, van de Protestanten, van de Roomschen of van de Jo-. den.

De Joden zijn-achteruitgegaan. Qok de Protestaniten. , Want 10 jaar-geleden ; was . 1.81% van de, .bevolking Jood en nu 1.67% ; ... en in 1910 , was 58.18%, Protestantsch en . nu slechts 54.96%.: Van ruim 58% is het dus-., - teruggegaan tot ongeveer 55% ; dat i? op elke 100-drie verloren.

Onder de Joden en ónder de; Protestanten zullen daa.ook wel de jneiesten.zitten, die jaren terug nog schijnbaar Jood en schijrir ..!.; , 'baar^ Protestant .n.u-openlijk: hebben - .yer--kiaard : wfe rn-peten xmi: p: '-m? ^r Ran. Kerk pj 'lf*^; , godsdienst hpbben ! ^ : > -, : •, .j; .': : .n c - iv// ]i-.

En, hoe sta^; het jn !(iez«, .-Jnpt, de Room-; i'-è 'Sche Kerk? ; : i ? ; : •, : , - '< -: ; > : ; -.K.'.V , ; "; ; ! a'; v; ") : .

n'^iSmAang-iimi üiïergiji^^ii^m i8j, jd^, Rooirb? ^5^4^. sghe KerJk ten onzent .achteruit gegaan. In. S#«|, ; J, 848 haalde, rij 38i|%, in 1.900 slfichts 35-07 - i-.^ .> %.r.-'in.-1910 was' ket .nog .weer tot 35.04% ^ .-tejuggèloo.pen-Maatr nu-is'het; gewöfdepL '".n--.35.60%; Dé terug^ng is-dusf.-toii.sftajain'get; • komen en is-er thans een'klöine ivporuitr gang. V)U : V-

•Om hier conclusies, te trekken ^die juist zijn valt, niet, mee. •: ., ., , , i nrc^. ;

; • Want-ook de .Roorasche Kerk liêeftïer, , die hun plichten niet meer waar nérrren eji die of „niets zijn" of overgaan-naar.-een. protestantsch kerkgenootschap.. Er'-zulleh onder de „kerkloozen" ook wel zijn die vroe ger, schreven, dat ze tot de Roomsche Kerk behoorden. Maar intusschen is de Roomsche Kerk in aantal iets toegenomen, waarbij rnisschien.ook wel. een factor is, dat onder de Roomschen. minder dan onder de Protestanten het ellendige neo-malthusianisme^is ingeburgerd. Onder de Roomschen vindt men meer groote - gezinnen - dan onder de Protestanten. Onder de Protestanten zijn er meer die hun kinderen vermoorden, vóo.f ze geboren zijn en alzoo medev^erken aan den ondergang van het Protestantisme. Wat wij .daaromtrent pas nog. van iemand, die in N.-iHoUand goed bekend is, - hoorden is ; , .-.^Herverschrikkelijkst !

^l!Hf '0--'=> ? .*'Hier komt dit bij, dat vroeger percents-, , gewijze veel meer kinderen stierven van de , Roomschen dan van de Protestanten. In Bra bant sjg Limburg wasv-dat in 1910 zoo on-; .4„, ; : .§.eveer.l6% (16 op. de honderd kinderen). "'éf? : Daar. .is nu blijkbaar ook. verandering en verbetering'in-gekomen', W.ant.-nu ishet.-pngeveer 11% (H. pp.'de-honderd, kinderen).

»• • En, doordat meerder Roomsche-kinderen de téru.ggang van'de Room.sche-Kerk tot staan gekomen en is het aantal' leden dier-K'éfli' zelfs 'een weinig •vödrüitgêgaah., .'

Er zijn 'dus ongetwijfeld ook velen die van de Roomsche Kerk afvallen, vooral in 'deze dagen zoo vol'van ongeloof. Maar in de Roomsche Kerkr'zijn reservetroepén, die de lecjigc plaatsen aanvullen en het totaal aantal leden zelfs doet groeien.

Heeft ook dat ons. Protestanten, iets te _.^, _, |eggen?

J^l^ïlflI'-Zpllen we nijdig zijn op hen die groeien .., .! of zullen we onszelf herzien ?

De Heere geve dat we ook in deze cijfertaal Zijn roepstem mogen beluisteren. Dat we Zijn waarschuwingen mogen ter harte, , nemen als.Hervormde Kerk en dat we yan de paden der ongerechtigheid ons bekeerend Hem mogen vreezen en dienen naar ' •''Zijn Woord.'Dan zal de Heere weer eer ontvangen in dez-en lande en ons volk ge-, • 'zegend worden door Hem, die mildelijk ver-; ; , ; ; 'gëëft en niet verwijt.

'••' ^ - Doen we dat niet, dan zal een goddeloos geslacht opgroeien dat naar God niet vraagt en onze plaats zal ledig bevonden v/orderr weldra, daar de Heere een ijverig Qdê i's; di'C de!-, mi§daden der^ vaderen bezoekt aan , de kincieren, , wanneer deze weigeren: ^'zi-éh tpt., G, od - , 'te , beiceeren, , .die, ..barjmhMtJgJiëid' .., ... - bëw.ijien'wil aan duizeadeh ., en, !.ti'en; dtlliz(M3h' , ., .., 'p...d'e^n'die ..Hem'.vreeze.n., .'V ..

...HKtó 3 wmp •ic: -znn i; .v - JoT-r ..^.^ De groote steden, ' ''^Êi^

••'•Daar klopt het hart van het volk.' Daar zien vv'è eigenlijk eerst recht hoe het met het volk staat. Daar vallen doorgaans-dè be-'' slissingen, Zooals het daar politiek, 'zróoalg het daa'r'kêYk& hjk staat, zóo is inï ciöotfeiieé' de werkelijke tpestand..-' \ > ' .: ''', "'^'''

•Nu 'heb.t> en we-de-cijfels van de'•y'ófksïeii'' - liilgi wat - betreft-de groote stedeh'W'et'„tot onzei.beschikking. .Alleen door een bericht in ..i; Pe, ': iN.edér'lander.^' - , \vë-ten we ; .hoe "'.t. in ".Arasterdam staat: --'^•i^^fep^^É^^*'*^'^'

De cijier^s zynide 'völfë Imde: i-ttrfttÜ

v.eif|ipi|, , i.9oo. •Protestanten Hervormden Ro"om, schen Gëref. Kerken: KeYkkioien 1910i 58.91 53.71 41.54 35.21 23.49 .23.54 4.35 5.84 ., , , ^g^: ; .: n: éi 1920 54.82 29.48 22.60 4.91 21.73

Verschrikkelijk is hierbij^het onrustbarend toenemen van het getal dergenen, ' die tot geen .kerkgenootschap behooren.

V/ant al zullen het gelukkig niet allen ITien'schen zijn, , die van God en Zijn dienst niet meer. willen weten (er zijn toch ook mcnschen die niet tot een Kerk behooren v.-iilen, omdat ze zich voegen bij een of andere godsdienstige onkerkelijke groepeering van-geestverwanten) toch is het vreeselijk dat, w-aar in~ 1900 ongeveer 6% (6 op de 100) , , kerkloos" waren, in 191Ó dat reeds ongeveer.12 op de 100 was geworden en nu, in 1920, zelfs een aantal van bijna 22 op de honderd-officieel verklaren tot geen kerkgenootschap gerekend te willen worden.

Dat gaat hollend achteruit.

Brutaal ifT de richting van „geen God en geen meester 1"

Daarbij doet het droevig .aan, dat de Herv. Kerk in 20 jaar van 411/2% geslonken is tot 295/2%. Waar dus in 1900 nog'41i/2 .mensch van elke. , 1, 00 tot de Hervormde Kerk - behoorde, is dat nu slechts 291/2 van elke .100 Amsterdammers.

Zeker ! vroeger waren er duizenden en duizenden die zejden Hervormd te zijn en eigenlijk „niets" waren ; terwijl zulke mensehen nu, openlijk verklaren tot geen kerkgenootschap te willen behoioren of naar een ^lader-e kerkgenootschap zij-n overgegaan. I< n.; ZO, oyQrfe; SCheen het vroeger, dus-Moofer , .^: ti-gróoter dan het werkelijk.-yyaS; En dikoö'' •j§, : in-.-vveijkelijkhèid de verandering en , de yfirjTi.ind^nng-minder .groot daa.het schifrif.., Maar dat. neemt niet weg, dat-.de cijfetè-, klaar aan den dag brengen, dat de Hervormde Kerk in Amsterdam hard achteruit is, gegaan, , ^wa^r in 20 jaar het getaj van r.i^^^ - per honcjerd gedaald _is; op, 291/2'per ihonderd. ••..-, : ••-''• ^: ^.^-

Natuurlijk is het niej: waar, watde'iridoei"'-* ne kerkelijke pers zal zeggen (men kan'.'f op z'n vingers narekenen, • d a t de vi'ijz. Hervormden zooiets zeggen zullen), dat'de .oorzaak van hét verval der .Herv. Kerk te Amsterdam hieraan ligt, dat men aldaar geen vrijzinnige predikanten wil beroepen.

Want als men een gemeente om hals wil helpen moet men voor een vrijzinnige prediking zorgen !

Laat .N.-Holland, Z.-Holland, Friesland, , Groningen, Drenthe maar getuigen.

Laat stad en dorp in deze maar spreken.

Dus daar ligt de oorzaak niet., Juist waar een prediking gevonden wordt naar het Woord vindt men nog de. meeste belangstelling. Laat-staden dorp maar ten bev/ijs dienen;

De oorzaken liggen''ergens anders.

In de ongelukkige positie welke de Herv. Kerk als Kerk inneemt. Wat velen van haar vervreemd. Ook in de weinige arbeidskrach ten v/elke voor zoo'n ontzaggelijk groot arbeidsveld beschikbaar zijn. En in de omstandigheid, dat we teven in dagen van roekeloosheid, Godverzaking en wereldgezindheid, waarin velen het aandurven oni openlijk te verkondigen : er is geen God.

Niet alleen de Hervorinde Kerk is te Amsterdam achteruit 'gegaan, - ^loe^wei'^yr^de sterkste, mate. . . ., - , •., ; /.' - -'"«••^se? ? *; -^

/Ook - de Roomschen; zijn afgenomen ; van ZVAP/-^ ziin, 7: ii. wwxi, rdejl^221/..% , ^Wa^r-PI g.ils per lüü nu 29/2 .mensen, tot de. Herv. Kerk behoort, daar zljn, ejl22i^ j^er honderd

die Roomsch zijn !)' '^ê^É'kiÉmkX^m^-- Ook_zelfs de Geref. iKerk is in de vermin-

dering"en'is van 5.84% gedaald op 4.91%.

En de kerkloozen zijn •vei'dubbeld! Storte .de Heere nog uit vaii Zijnen Geest en stoote Hij arbeiders uit in Zijn wijn­

gaard ! . . Dat de Kerk zich bekeere tot den levenden God en dat land en volk nog in dezen dag bekenne, dat de. Heere waardig is om •gediend en gevreesd te worden .naar Zijn Woord!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1922

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit het kerkelijk leven.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1922

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's