Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reorganisatie of Modus Vivendi.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reorganisatie of Modus Vivendi.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eenigen tijd geleden (zie Waarheidsvriend van Juni) schreven wij over de Icerkelijke kwestie en meenden de noodzakelijkheid van een modus vivendi te moeten aandringen als eenige voorwaarde om tot kerkherstel te kunnen komen. De eisch van reorganisatie, door de Confessioneelen voorgestaan, waardoor men de tegenwoordige bestuursorganisatie vervangen wil door de vroegere presbyteriale inrichting, wezen wij als geheel ondeugdelijk af. Immers het invoeren van zoodanige reorganisatie, het herstel van de rechten der Classicale Vergaderingen zou onder de tegenwoordige omstandigheden noodzakelijk een machtsstrijd tusschen de verschillende richtingen in het leven roepen, waarbij de tegenwoordige richtingsstrijd nog maar kinderspel is. De Classicale Vergadering, haar rechten herkregen hebbend, zou slechts in vorm gelijk wezen aan die uit vroeger dagen, maar niet in wezen ; toen toch boog de Vergadering als zoodanig voor de autoriteit van Gods Woord en vond daarin haar vasten en hechten grondslag ; dat zou thans ontbreken.

„De Gereformeerde Kerk" is op onze artikelen niet ingegaan. Wij wenschten een eerlijke gedachtenwisseling over deze dingen om tot klaarheid te komen. Maar de bezwaren tegen reorganisatie, door ons uiteengezet werden ternauwernood genoemd, laat staan onderzocht. Enkele ondergeschikte punten werden even aangeroerd, het geheel echter zonder nader betoog door de beschuldiging van separatisme onschadelijk gemaakt.

Wij zouden niet weer op deze dingen teruggekomen zijn, was het niet dat „De Gereformeerde Kerk" thans, misschien zonder het te weten of te willen, een antwoord op onze vragen gegeven heeft. Dit antwoord willen wij den lezers van „De Waarheidsvriend" meedeelen, waar door hun tevens duidelijk zal worden, dat in dezen weg van reorganisatie het kerkherstel niet kan en niet mag gezocht worden.

In zijn artikelen over de kerkelijke kwestie vraagt dr. J. Ch. Kromsigt (zie ., Geref. Kerk" van 19 Oct. '22), aandringend op reorganisatie, ., of wij (n.l. de voorstanders van reorganisatie) er dan niets geen gevaar in zien, indien de Kerk weer eens spreken ging ? " Het •ant'-• woord luidt : „We weten heel goed, dat er oorzaak is van vrees. Als de Kerk gaat spreken, kon dat wel eens een verbijsterende spraakverwarring geven.

Ook zou ze wel eens kunnen gaan uitwerpen, die haar ware kinderen zijn en recht en plaats der kinderen aan indringers geven." En iets verder : „Deze autocratie, deze voogdijschap (n.L van de bestuursorganisatie) is der Kerk onwaardig. Ze moet weg. Zelfs op gevaar af. dat ze plaats zou maken voor een democratie, die nog erger zou zijn."

Opdat men niet meene, dat dit een „slipping of the pen" is, leze men ook v/at in het volgend nummer van 26 Oct. 1.1. wordt gezegd. , .We moeten weten, waar we aan toe zijn. Zelfs op gevaar af, dat we zelf worden uitgeworpen. En dan hoe eer hoe beter."

, .En wat betreft het verwerpen van den Christus en de Zijnen, wij hebben er ons slechts om te bekommeren, dat vvy aan den Christus en de belijdenis Zijns Naams naar de Schriften in woord en daad ons houden."

Dr. Kromsigt eindigt met de woorden : „In ieder geval, wie geen reorganisatie willen, laten ze het eerlijk zeggen ; ook er duidelijk bij zeggen waarom niet. Ook wat men dan wèl wil."

We meenen in onze vorige artikelen daaraan reeds voldaan te hebben. Maar zijn bereid nogmaals te zeggen, waarom wij de voorgestelde reorganisatie niet willen. We kunnen kort zijn.

Omdat wij aan een Vergadering — ook al is het een Classicale Vergadering —, die zich niet vooraf onder het gezag des Woords plaatst, niet het reclii toekennen om over de belijdenis der Kerk te oordeelen of over de levensbelangen der Kerk te beslissen.

Het heeft ons verblijd, dat dr. Kromsigt bij invoering van reorganisatie de mogelijkheid van een verwerping van' den Christus erkent en dus het gevaar van zoodanige reorganisatie onder de oogen heeft gezien. Maar het is niet te begrijpen, dat een man als dr. Kromsigt, die immer van de uitspraken der kerkelijke vergaderingen beroep op het Woord eischt, de rechten van een kerkelijke vergadering kan erkennen, waar voor zoodanig beroep op het Woord geen plaats is, wijl voor deze vergadering als geheel het Woord geen autoriteit is. Slechts één verklaring is hiervoor te vinden. De reorganisatie-gedachte, waarin zeker iets goeds schuilt, is hier zoo eenzijdig doorgetrokken, dat

ze gansch verminkt is ; in bet formeele is men geheel verdwaald geraakt. Gedurig tracht men hier zich te dekken met een beroep op Hoedemaker, maar laat „De Oereformeerde Kerk" toch niet de illusie koesteren, alsof Hoedemaker het met de tegenwoordige reorganisatie-gedachte eens zou zijn. Om niet te uitvoerig te worden, volstaan we met één aanhaling uit Hoedemaker (Advies inzake de reorganisatie van het kerkbestuur 1903, pag. 54) : „Men elimineert de preliminaire kwestie, wanneer me« veronderstelt, dat 't pêle mêle van richtingen in de Classicale Vergadering te beslissen heeft over de rechten der Hervormde Kerk. Men vergeet, dat ik van die vergaderingen en van de Besturen niets in het belang der Gereformeerde Kerk verwacht. Ik verwacht niets óf van de Synode óf van de Classicale Vergaderingen, aangezien de leervrijhekl met reojganisatie gemoeid is."

Wat Hoedemaker met reorganisatie l)edoelde. is in wezen iets anders dan wat , .De Gereformeerde Kerk" er thans van gemaakt heeft. De eisch tot reorganisatie bij Hoedemaker kan men niet verstaan dan in verband met zijn eigenaardig, ik zou haast zeggen, profetisch karakter. Dat hebben de tegenwoordige Confessioneelen vergeten.

Aan de geschriften van dr. Hoedemaker heeft ook schrijver dezes veel te danlcen. Menig geschrift hebben wij met groote sympathie gelezen. Daarom meenen we des te meer tot de volgende vraag aan , .De Gereformeerde Kerk" gerechtigd te zijn.

„Waarom is het separatisme, als wij tlians op een modus vivendi aandringen en waarom was het van Hoedemaker geen separatisme, toen hij in 1886 een modus vivendi aanbeval ? (Zie zijn : In één Genootschap doch kerkelijk gescheiden.")

Indien, , De Gereformeerde Kerk" van oordeel is, dat zulk een modus vivendi later door Hoedemaker niet meer gewenscht werd, dan vragen we. waar hij in zijn geschriften de beginselen, die aan de modus vivendi ten grondslag lagen, herroepen heeft ? "

Het gaat dus niet over de vraag, of Hoedemaker later meende iets anders op den voorgrond te moeten stellen, maar of hij ooit erkend heeft gedwaald te hebben en met de verdediging van een modus vivendi op separatistischen grondslag te hebben gestaan.

Waar velen bij het woord „modus vivendi"..aan. niets anders dan aan afscheiding kunnen denken (ds. Van Bins bergen werd indertijd daardoor tot zijn bekende beschuldiging gedreven), zullen de vereerders van Hoedemaker in „De Gereformeerde Kerk" hun leermeester een dienst kunnen bewijzen, door hem van separatistische neigingen, die hem schijnbaar vole-ens zijn verdediging van een modus vivendi in 1886 hebben aangekleefd, vrij te verklaren als zijnde deze neigingen later door hem gansch verloochend. Maar ook in dat geval — gesteld dat dit bewijs mogelijk ware, wat ik niet geloof — zal toch dit geschrift van Hoedemaker, v/aarin hij onderscheid durfde maken tusschen de Kerk en het Genootschap, op den index l)ehooren geplaatst te worden.

R.

J. G. W.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1922

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Reorganisatie of Modus Vivendi.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1922

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's