Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Afdeelingen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Afdeelingen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

RIDDERKERK. Zaterdag 9 Februari vergaderde onze Afdeeling onder voorzitterschap van Ds. D. J. v. d. Graaf, waarin voor ons in de Consistoriekamer van de Herv. Kerk optrad onze voormalige voorzitter, de heer C. J. Smith van Groot Ammers, met het onderwerp „De verkiezing van het ambt naar Geref. Kerkrecht."
Spreker begint met een 4-tal inleidende opmerkingen. Vooreerst dat hij geen beroepstheoloog is ; hij houdt slechts leekenbeschouwingen ; debat tot aanvulling of verbetering is hem gewenscht.
Voorts bedoelt hij meer verlichting dan stichting, al zal echte verlichting en opheldering ook stichtend en opbouwend werken.
Dan bedoelt hij niets persoonlijks met zijn opmerkingen, 't gaat om de zaken en om de beginselen, niet om de menschen. Tenslotte zal hij wel niets nieuws vertellen, doch hij hoopt, dat het oude nieuws althans goed zal zijn.
Spreker schetst kortelijk zijn meening inzake de brochure „Ons Kerkelijk Standpunt" van het Bondsbestuur. We weten nu eindelijk wat onze leiding wil. 't Heeft wel lang geduurd eer die verklaring kwam, maar beter laat dan nooit. Veel verder zijn we echter niet. De verhandeling is in de plaats van de handeling gekomen. De oplossing van het vraagstuk van de vrijmaking onzer kerken wordt z.i. verschoven naar een eindeloos verschiet. We moeten niet altijd praten en beraden, maar handelen. Spreker staaft dit met verschillende citaten uit de brochure „Het recht der Hervormde Gezindheid" van Mr. Groen van Prinsterer. We moeten verlost worden van onze valsche lijdelijkheid, die niet Calvinistisch, maar piëtistisch is. Wezen en welwezen der kerken moeten onderscheiden maar niet gescheiden worden. Het Convent betoont een bewonderenswaardige activiteit. Het moet echter geen dominé's-beweging zijn ; het leeken-élement moet krachtig optreden. We moeten komen tot een massaactie van het Gereformeerde deel binnen onze kerken. Daartoe behoort de verhouding tusschen Kerkeraad en plaatselijke kerk goed, d.i. Schriftuurlijk Gereformeerd te zijn. We moeten terug tot de Dordtsche Kerkorde, de eenige wettige, die rechtens nooit is afgeschaft.
Spr. oefent scherpe critiek op de Synod, hiërarchie, het dwangjuk waaronder we gebukt gaan, dat volkomen onwettig is en moet verbroken en afgeworpen.
Hij teekent de verkiezing tot het ambt. Wie mogen stemmen ? Alleen mannen, vrouwen mogen in de Kerk geen regeermacht uitoefenen ; en deelname aan kerkelijke verkiezingen is volgens Voetius een daad van a1gemeene regeermacht ; de bijzondere  regeermacht komt alleen aan het ambt toe. Welke mannen mogen stemmen ? Alleen belijdende lidmaten, die niet gecensureerd zijn ; ook bedeelden mogen stemmen. Meerderjarigheid behoeft niet geëischt ; wie men door toelating tot de openbare belijdenis recht geeft over zijn belijdenis te oordeelen, wie dus over den grondslag der kerken tot oordeelen rijp en bevoegd wordt geacht, mag ook wel medezeggenschap oefenen in de kerkelijke zaken.
Eerst moet door de Gemeente een groslijst worden gevormd ; daaruit vormt de Kerkeraad een definitieve candidatenlijst, die twee maal zooveel namen bevat als er vacaturen zijn uit hen die de meeste stemmen op zich vereenigden ; hieruit stemt men en zij die de meerderheid verwerven zijn gekozen, moeten door den Kerkeraad in het ambt worden gesteld en bevestigd. Laten stemmen van afwezigen acht spreker met Prof. Rutgers niet wenschelijk. Spreker teekent het gewichtige van het Ouderlingen ambt, toont aan dat Rome het ambt los maakt van de gemeente, de Independenten de gemeente van het ambt. Het Gereformeerde stelsel van Voetius, Kuyper, Rutgers e. a. is democratisch, men huldigt geen revolutionaire volkssouvereiniteit. Spreker toont aan dat de Independenten niet zulke drijvers en zondebokken zijn geweest als men ons van Confessioneele zijde wil doen gelooven, ze waren stoere Calvinisten ; echte supra-lapsariërs - maar miskenden te veel het recht en het gezag der „meerdere vergaderingen". Spreker wijst er op dat ook de Dordtsche Kerkorde herziening behoeft in onze dagen. Ook toont hij aan, dat wie tot ambtsdrager verkoren is, hierin een roeping heeft te zien van wege God en Zijne heilige Gemeente. Men make zoo noodig zijn bezwaren aan de ambtsdragers bekend, die gerechtigd zijn ontheffing te verleenen ; achten dezen zich daartoe niet gerechtigd, dan hebben de benoemden het ambt te aanvaarden. Tenslotte onderstreept hij nog eens met nadruk, dat de ambtsdragers niet moeten heerschen, maar dienen.
De bezwaren van eenige leden tegen de practijk dezer verkiezing werden door spr. op duidelijke wijze weerlegd.
Met hartelijke instemming van het gesprokene sloot onze voorzitter dezen leerzamen avond, den wensch uitsprekende dat met de wijze van verkiezing van ambtsdragers in onze gemeente de proef worde genomen, er tevens op wijzend in alle zaken van het kerkelijk leven al bezig te zijn die in te richten naar Gereformeerd beginsel. De noodzakelijkheid moet gevoeld worden, dat deze beginselen onder ons niet alleen besproken maar ook toegepast moeten worden.
Na het zingen van Ps. 86 vers 6 sloot de voorzitter de vergadering en ging broeder Smith voor in dankgebed.
Donderdag 14 Febr. j.l. trad voor bovengenoemde Afdeeling voor een belangstellend gehoor op Ds. I. Kievit van Baarn. De geachte spreker bepaalde ons, naar aanleiding van hetgeen wij lezen in Ezechiël 9 : 3-4 bij h e t K e r k e 1 ij k V r a a g s t u k. Spr. wijst ons op den toestand van de Kerk Gods ten tijde van Israël in ballingschap ; hoe Gods oordeelen werden voltrokken over het Huis Gods te Jeruzalem en hoe Israël, om der zonde wil, werd gestraft, omdat zij de wegen des Heeren hadden verlaten: Dan staat God gereed den kandelaar weg te nemen van Israels' plaats en stad ; maar niet, dan na eerst zorg te hebben gedragen voor het vo1k Gods, dat zucht en roept over alle gruwelen, die in het midden van dat volk gedaan werden. Spr. wijst ons vervolgens op een feit uit de geschiedenis ten tijde van Augustinus ; hoe God Zijn Kerk ook toen verplaatst heeft van Noordelijk Afrika en Klein-Azië naar Europa en acht de mogelijkheid niet uitgesloten, dat er tijden kunnen aanbreken, dat de Kerk Gods om haar zonde en afwijking van de wegen des Heeren ook nu wel eens verplaatst kan worden, wanneer de oordeelen Gods, die de Kerk zich waardig maakt, worden voltrokken. Wij zien toch, dat de Kerk Gods verdeeld blijft, tegen het uitdrukkelijk gebod van den Koning der Kerk, Jezus Christus, waar Hij het heeft uitgesproken : „Vader, ik wil dat ze één zijn".
Wij zien haar verdeeld in verschillende Kerkformaties, zonder dat haar toestand betreurd en tot schuldbelijdenis voor God wordt.
Ziende op dezen toestand van de Kerk Gods, is sprekers persoonlijk gevoelen, dat „Kerk-herstel" alleen nog te verwachten is in den weg, dat zij tot elkander ge geeseld zullen worden ; waar het zijns inziens in den gewonen ordelijken weg niet meer mogelijk lijkt. De oorzaak van verval van de uitwendige Kerk moet worden gezocht in het verval der inwendige Kerk. Daarom ligt de weg van Kerk-herstel voor de uitwendige Kerk in het feit, dat de Kerk Gods haar zonde en schuld bewust, zich voor Gods aangezicht leert kennen. De vraag dient gesteld, ziende op de Herv. Kerk in haar Synodaal verband waarvan beweerd wordt, dat God haar den scheidsbrief nog niet gegeven heeft, of God met de Herv. Kerk wel ooit in ondertrouw is geweest ; waar toch vóór 1816 onze Kerk niet was Herv. Kerk, maar Geref. Kerken. Daarom blijve ons gebed tot God om verlossing uit den tegenwoordigen Kerkvorm, waarin de Kerk Gods ligt gebonden en worde Gods volk opgewekt om in den weg van schulderkentenis te komen tot Kerk-herstel. Gecollecteerd werd voor het Studiefonds f42.55.
Namens het Bestuur der Afd. Ridderkerk,

P. TIELEMAN, Secr.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 februari 1924

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit de Afdeelingen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 februari 1924

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's