Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huiscatechisatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huiscatechisatie

Van de weldaden des heils of de toepassing des heils.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.
10. Vraag : Hoe zegt de Catechismus, dat de ware christen in een weg van actieve heiligmaking zich openbaart ? Antwoord : De Cat. zegt : „het is onmogelijk, dat zoo wie Christus door een waarachtig geloof ingeplant is, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid." 1 Petrus 2 vers 9 : „Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdo'm, een heilig volk, een verkregen volk, opdat gij zoudt verkondigen de deugden desgenen, die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht."
11. Vraag : Waardoor worden de geloovigen bekwaamd tot de actieve heiligmaking ? Antwoord : Door drieërlei genade-weldaad : 1. door de wedergeboorte, want die maakt hen van kinderen der duisternis tot kinderen des lichts, tot nieuwe schepselen, geschapen in Christus Jezus tot goede werken ; 2. door de inlijving in Christus, want daardoor kunnen zij als ranken uit Hem, den waren wijnstok, de krachten ontvangen om vrucht te dragen ; 3. door de inwoning des Heiligen Geestes, die hen van harte gewillig en bereid maakt Gode te leven. Ef. 2 vers 10 : „Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voor bereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen." Johannes 15 vers 4 en 5: Blijft in Mij en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zoo zij niet in den wijnstok blijft, alzoo ook gij niet, zoo gij in Mij niet blijft. Ik ben de wijnstok en gij de ranken ; die in Mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen." Gal. 4 vers 6 : „En overmits gij kinderen zijt, zoo heeft God den Geest Zijns Zoons uitgezonden' in uwe harten, die roept : Abba, Vader !" Gal. 5 vers 25 : „Indien wij door den Geest leven, zoo laat ons ook door den Geest wandelen."
12. Vraag : Uit welke twee deelen bestaat de actieve, heiligmaking ? Antw. : De actieve heiligmaking heeft twee zijden. Eenerzijds is het een strijden tegen en een vlieden van de zonden. Anderzijds is het een doen van goede werken. Ef. 4 vers 22 : „Te weten, dat gij zoudt afleggen, aangaande de vorige wandeling, den ouden mensch, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding." Ef. 4 : 23 en 24 : „En dat gij zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds. En den nieuwen mensch aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid."
13. Vraag : Kunnen wij uit de Dordtscbe Leerregels; ; ook gewaar worden, dat het bij onze Gereformeerde Vaderen, die op de leer acht gaven, ook zoo bizonder om een waarachtig christelijk, geestelijk en Godewelbehagelijk leven te doen was, gelijk de Catechismus ook spreekt van een leven der dankbaarheid ? Antw. : Hoofdstuk I § 13 van de Dordtsche leerregels zegt : „Uit het gevoel en de zekerheid van deze verkiezing nemen de kinderen Gods dagelijks meerder oorzaak om zichzelven voor God te verootmoedigen, de diepte van Zijne barmhartigheden te aanbidden, zichzelven te reinigen en Hem, die hen eerst zoo uitnemend heeft liefgehad, wederom vuriglijk te beminnen. Zóó verre is het van daar, dat zij door deze leer van de verkiezing en door de overdenking daarvan in het onderhouden van Gods geboden vertragen of vleeschelijk zorgeloos zouden worden."
14. Vraag : Wat bedoelt de Heiland, wanneer Hij in Matth. 5 vers 48 tot de Zijnen zegt : „weest dan gijlieden volmaakt, gelijk uw Vader, die in de hemelen is, volmaakt is" ? Antwoord : De Heilige Schrift houdt ons niet één Bijbelheilige voor, die volmaakt was met een hemelsche volmaaktheid. Paulus jaagde er naar, maar heeft het niet bereikt (Rom. 7 vers 15—26 ; Titus 3 vers 12) en Jacobus klaagt : „wij struikelen allen in vele" (3 vers 2). Maar de geloovige, door God gemaakt tot een kind des lichts en der gehoorzaamheid, mag geen vrede hebben met zijn onvolmaaktheid en met de duisternis, maar moet er naar jagen, of hij ook grijpen mocht, waartoe hij ook van Christus Jezus gegrepen is.
15. Vraag : Zijn er niet menschen, die een z.g.n. volmaaktheidsleer voorstaan en bekend zijn als Perfectionisten ? Antwoord: De Perfectionisten droomen van een volmaaktheid der geloovigen hier op aarde. Zij leeren, dat de geloovigen volmaakt heilig kunnen zijn, zoodat zij in werkelijkheid geen zonden meer doen. Zij leven volmaakt in gehoorzaamheid aan God, overeenkomstig de wet des Heeren. Maar zij nemen de Wet zeer oppervlakkig en maken zichzelf wijs, dat zij gedurende dagen en weken niet gezondigd hebben ; waarbij zij blijk geven de natuur des menschen, ook die van den wedergeborene, niet recht te kennen. De Catechismus leert ons, in overeenstemming met de H. Schrift dan ook gansch andere dingen en zegt, dat „onze beste werken onvolkomen en met zonden bevlekt zijn" en dat ook „de allerheiligsten, zoolang zij in dit leven zijn, maar een klein beginsel dezer ongehoorzaamheid hebben." (Cat. Vr. 62 en 114) ; Rom. 7 : 15—26; 1 Joh. 1:8; Filipp. 3 : 12 ; Jac. 3:2). 16. Vraag : Is er een afval der heiligen ? Antwoord : De H. Schrift leert duidelijk en overal, dat er is de volharding der heiligen. Joh. 10 vers 28 : „En Ik geef hun het eeuwige leven ; en zij zullen niet verloren gaan; in der eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijne band rukken." 1 Petr. 1 vers 5 : „Gij die in de kracht Gods bewaard wordt, door 't geloof, tot de zaligheid, die bereid is om geopenbaard te worden in den laatsten tijd." (Rom. 8 : 30 ; 9 : 11).
17. Vraag : Waaruit vloeit dat voort, dat er is een volharding der heiligen of ware geloovigen ? Antwoord : De volharding der heiligen spruit voort niet uit oorzaken van den mensch, maar om oorzaken Gods, als daar zijn : 1. de verkiezing, het werk des Vaders, is onberouwelijk (Ef. 1 : 4) ; 2. het genadeverbond, door God opgerioht, is eeuwig (Jes. 54 : 20) ; 3. Christus' werk, waarop alles rust voor Sion, is volkomen voor al de Zijnen ; 4. het werk des Geestes in de geloovigen blijft; 6. in de eeuwigheid ligt de voltooiing van het werk der verlossing en daartoe bewaart de Vader de Zijnen, zoodat er niet één ontbreken zal.
18. Vraag : Is er dan niet schijnbaar een afval van geloovigen ? Antw. : Er kunnen inderdaad in het midden van Gods Kerk schokkende gevallen voorkomen van afval van personen, die een eerste plaats in de Kerk innemen, doch zulke gevallen bewijzen dan slechts, hoezeer wij ons vergissen kunnen en dat zich bij de gemeente van Christus kunnen voegen, die niet van Christus blijken te zijn. (Hymenaeus, Alexander, Demas).
19. Vraag : Wanneer heeft de volmaking der heiligen plaats ? Antw. : De voltooiing der heiligmaking in de volmaking der heiligen heeft plaats deels in het sterven, als de ziel opvaart tot God en het lichaam der zonde in het graf besloten wordt, maar eerst volkomen in de opstanding, wanneer het verheeriijkt lichaam, weder met de ziel vereenigd, eeuwig volmaakt in de hemelen wordt gezet.
20. Vraag : Hoe moeten de geloovigen den tijd der inwoning hier op aarde doorbrengen, opdat zij straks mogen komen tot die eeuwige volmaaktheid en heerlijkheid ? Antwoord : Terwijl de allerheiligsten slechts een klein beginsel der nieuwe gehoorzaamheid in zich hebben zoolang zij in dit leven zijn, moeten de geloovigen zich zonder ophouden benaarstigen, en God bidden om de genade des Heiligen Geestes, opdat zij hoe langer hoe meer naar het evenbeeld Gods vernieuwd worden, totdat zij tot deze voorgestelde volkomenheid na dit leven geraken."
21. Vraag : Spreken de Dordtsche Leerregels eveneens over de wijze waar op de geloovigen in den weg der heiligmaking de dagen hunner inwoning hier op aarde hebben door te brengen ? Antwoord : Ja, de Heidelb. Catech. en de Dordtsche leerregels zijn hierin gelijk. Want in Hoofdst, V § 2 zeggen zij „dat dewijl de geloovigen in, dit leven niet ganschelijk van het vleesch en het lichaam der zonde verlost worden, hieruit de dagelijksche zonden der zwakheid spruiten en aan de allerbeste werken der heiligen ook gebreken kleven. Hetwelk den geloovigen gestadig oorzaak geeft om zich voor God te verootmoedigen, hunne toevlucht tot den gekruisten Christus te nemen, het vleesch hoe langer hoe meer door den Geest des gebeds en heilige oefeningen der godvruchtigheid te dooden en naar den eindpaal der volmaaktheid te zuchten, totdat zij van dit lichaam des doods ontbonden zijnde, met het Lam Gods in de hemelen zullen regeeren."
22. Vraag : Wat verstaat de Heilige Schrift onder het verachteren in de genade ? Antwoord : De Heilige Schrift spreekt van en waarschuwt voor een achteruitgaan op den weg der godzaligheid. In Hebr. 12 vs. 14 lezen we toch ; „jaagt den vrede na met allen en de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal." Onmiddelliik daarop volgt : „toeziende, dat niet iemand verachtere van de genade Gods", waarmee blijkens het verband, gedoeld wordt op een toegeven aan de zonden, 't welk een geestelijken achteruitgang geeft.
23. Vraag : Waardoor wordt de geestelijke wasdom bevorderd ? Antwoord : De geestelijke wasdom wordt bij Gods kinderen bevorderd door het houden van en het leven bij Gods geboden en de oefening des gebeds.
24. Vraag : Over welke twee dingen hebben we daarom in dit verband nog te spreken ? Antwoord : Over Gods gebod en over het gebed.
(Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1924

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Huiscatechisatie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1924

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's