Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huiscatechïsatie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huiscatechïsatie.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV. Van de Personeele Namen:
Vader, Zoon en Heilige Geest of de Drieëenheid Gods.
15. Vraag: Waarin zijn de drie Personen één en waarin zijn zij van elkander onderscheiden?
Antw.: De drie Personen zijn elkander in wezen, heerlijkheid, eere en macht volkomen gelijk, maar ze zijn onderscheiden in namen, werken en persoonüjike eigenschappen. (Zie de Geloofsbel. van Athanasius).
16. Vraag: Welke zijn de drie namen, die aan de drie Personen van het Goddelijk Wezen worden toegekend?
Antw.: De namen van de drie Personen van het Goddelijk Wezen: Vader, Zoon en H. Geest zijn in overeenstemming met de wijize van bestaan. De eerste Persoon wordt Vader genoemd, omdat Hij is de oorsprong van alles wat is en van alles wat geschiedt; Hij is niet gegenereerd en niet uitgaande van een ander, uit Hem zijn alle dingen. Joh. 5 vers 26a: „Gelijk de Vader het leven heeft in Zichzelven". De tweede Persoon wordt Zoon genaamd, omdat Hij gegenereerd is van den Vader en van den Vader wordt uitgezonden. Die eeuwige generatie, waaromtrent de H. Schrift ons niets naders openbaart en die voor ons geheel ondoorgrondelijk is, wordt in de H. Schrift toch genoemd en zoo spreken wij van het Zoonschap van den tweeden Persoon. Ps. 2 vers 7: „Ik zal van het besluit verhalen: de Heere heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd". De derde Persoon wordt H. Geest genaamd, die uitgaat van den Vader en den Zoon. Joh. 15 vers 26: „De Geest der Waarheid, die van den Vader uitgaat".
17. Vraag: In welken zin wordt de Vader-naam in de Schrift wel gebruikt? Antw.: God wordt genoemd de Vader aller dingen in Zijn betrekking tot all 't geschapene, dat door Hem is geformeerd; in het bizonder wat betreft de menschen en de geesten. Adam heet in Lucas 3 vers 38 de zoon van God (Ef. 3 vs.15) en Hebr. 12 vs. 9 luidt: „Voorts, wij hebben de vaders onzes vleesches wel tot kastijders gehad en wij ontzagen ze: zullen wij dan niet veel meer den Vader der geesten onderworpen zijn en leven? "
God wordt voorts genoemd de Vader van Israël, door zijn geheel bizondere verhouding tot dat volk. Deut. 32 vs. 6b: „Is Hij niet uw Vader, die u verkregen, die u gemaakt en u bevestigd heeft? " Jes. 63 vers 16: „Gij zijt toch onze Vader, want Abraham weet van .ons niet en Israël kent ons niet: Gij. o HEERE ! zijt onze Vader, onze Verlosser van ouds af is Uw naam". Verder heet God de Vader van onzen Heere Jezus Christus; en door Christus de Vader der geloovigen.
18. Vraag : Hoe spreekt de christen over den Vader-naam?
Antw.: De christen, die van den Heiland heeft geleerd om te bidden: „Onze Vader, die in de hemelen zijt", belijdt met den Catechismus (Zondag 9): „Dat de eeuwige Vader onzes Heeren Jezus Christus, die hemel en aarde met al wat er in is, uit niet geschapen heeft, die ook door Zijn eeuwigen raad en voorzienigheid ze nog onderhoudt en regeert, om Zijns Zoons Christus wil mijn God en mijn Vader is; op Wien ik alzoo vertrouw, dat ik niet twijfel, of Hij zal mij met alle nooddruft des lichaams en der ziele verzorgen en ook al 't kwaad, dat Hij mij in dit jammerdal toeschikt, mij ten beste keeren, terwijl Hij zulks doen kan als een almachtig God en ook doen wil als een getrouw Vader".
19. Vraag: Is er onderscheid tusschen het Zoonschap van Jezus en het kindschap der geloovigen?
Antw.: In geheel eenigen zin noemt Jezus God Zijn Vader; tegelijk maakt Hij onderscheid tusschen de verhouding, waarin Hij Zelf en waarin anderen, b.v. Zijn discipelen, tot den Vader staan. (Joh. 20: 17). De verhouding tusschen den Vader en Christus nam haar aanvang niet in den tijd, maar is van eeuwigheid. (Joh. 1 vers 1, 14 ; 17 vers 24). Dit Vaderschap is Gods oorspronkelijke, bizondere, personeele eigenschap. De geloovigen noemen God Vader, omdat zij in Christus in Zijn liefde mogen delen en Zijn kinderen genaamd worden. (Joh. 1 vers 12 ; Rom. 8 vers 15 ; Joh. 16 vers 27 ; 17 vers 25). Hierover spreekt de Catechismus in Zondag 13, waar we als antwoord op de vraag: „Waarom is Christus Gods eeniggeboren Zoon genaamd, zoo wij toch ook Gods kinderen zijn?" te hooren krijgen: „Daarom dat Christus alleen de eeuwige natuurlijke Zone Gods is, maar wij zijn om Zijnentwil uit genade tot kinderen Gods aangenomen.
20. Vraag : Welke werken worden aan den Vader toegeschreven?
Antw.: Zulke werken, die de eerste kunnen heeten in het rijk der natuur en der genade; van den Vader gaat altijd het initiatief uit; uit Hem is het begin aller dingen; zoowel in den raad Gods als in alle werken naar buiten. Hij gaf den Zoon het leven te hebben in Zichzelven en doet den Geest van zich uitgaan; van Hem is 't voornemen, de verkiezing en het welbehagen; van Hem gaat de schepping en de onderhouding, de verlossing en de vernieuwing uit. Daarom heet dus de eerste Persoon in het Goddelijk Wezen Vader, omdat uit Hem alle dingen zijn. 1 Cor. 8 vers 6.
21 Vraag: Waarom wordt de tweede Persoon in het Goddelijk Wezen Zoon genaamd?  Antw.: De tweede Persoon in  het Goddelijk Wezen wordt Zoon genaamd, omdat Hij uit den Vader van eeuwigheid het leven ontving en in Zijne liefde deelt. Deze geheel eenige verhouding tusschen Vader en Zoon is niet in den tijd ontstaan, door de bovennatuurlijke ontvangenis uit den H. Geest, of door de zalving bij den doop, of door de opstanding en de hemelvaart, gelijk velen willen beweren, maar zij is een goddelijke verhouding van eeuwigheid. De Zoon, die in Christus de menschelijke natuur aannam bestond als Woord in den beginne bij God en was toen reeds in de gestalte Gods; God uit God. (Joh. 1 vers 1 ; Fil. 2 vers 6 ; Joh. 17 vers 5, 24 ; Hebr. 1 vers 3).
22. Vraag: Welke werken worden aan den Zoon toegeschreven?
Antw.: De Zoon, de tweede Persoon in het Goddelijk Wezen, komt voor als de Knecht Gods, om den wil Zijns Vaders te doen en Zijn raad uit te voeren. Zijn bizonder werk is het verwerven van de verlossing en het herstellen van het Rijk Gods.
23. Vraag: Waarom heet de derde Persoon in het Goddelijk Wezen de Heilige Geest ?
Antw.: Hoewel God naar Zijn wezen Geest is, is de Heilige Geest duidelijk van God als Geest onderscheiden, uitgaande van den Vader en den Zoon (Joh. 14 vs. 26 ; 15 vers 26 ; Rom. 8 vers 9), hebbende ook een onderscheiden werk; waarin Hij optreedt als persoon, met persoonlijke namen en persoonlijke eigenschappen, doende persoonlijke werken, als: getuigen, verheerlijken, troosten, spreken, leeren, bidden en? Hij is dus niet slechts een kracht of een gave, maar een Persoon die met den Vader en met den Zoon, die toch ongetwijfeld personen zijn, op ééne lijn wordt geplaatst (Matth. 28 vers 19 ; 2 Cor. 13 vers 13). Hij is waarachtig God. met den Vader en den Zoon.
24. Vraag: Welke werken worden aan den H. Geest toegeschreven?
Antw.: De Heilige Geest, de derde persoon van het Goddelijk Wezen, heeft het werk der voltooiing, om het werk van Vader en Zoon tot z'n bestemming te brengen, in het bizonder het werk der heiligmaking, hetwelk de H. Geest volbrengt door het harte te zuiveren van de besmetting der zonde en het te herscheppen tot een woonstede Gods in den Geest. De H. Geest is de leven-wekker en de leven-onderhouder in natuur en in genade.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1925

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Huiscatechïsatie.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1925

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's