Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Art. 36 Ned. Geloofsbelijdenis
De ordinantie Gods inzake de Overheid en de taak en roeping van de Overheid inzake religie en Kerk.
XVI.
Was het vroeger: dat de Kerk over de Magistraat heerschappij voerde, toen het woord van den Paus wet was geworden voor allen, na de Reformatie kwam het besef, dat door de H. Schrift aan de Overheid een eigen plaats is aangewezen en dat de verhouding van Staat en Kerk anders moest zijn dan Rome leerde en wilde. Men ging voelen het verkeerde en onredelijke, dat de Overheid in den Staat haar gezag geheel of ten deele aan de geestelijkheid zou ontleenen. Men zocht naar andere verhoudingen, waarbij onze Gereform. vaderen óók niets moesten hebben van het anarchisme der Anabaptisten, gelijk wel blijkt uit art. 36. Noch het Roomsche standpunt, noch dat van de Wederdoopers wilden zij dus.
Maar bij het zoeken naar andere, nieuwe wegen is door allerlei omstandigheid de Kerk, die den Staat had pogen te overheerschen, nu op haar beurt in de klem van de Staatsmacht geraakt! Vooral Luther stuurde in die richting. Omdat hij steun behoefde om op kerkelijk terrein zijn pogen door te zetten, trad hij met de Duitsche vorsten in bond. „Wiens de regeering is", zei Luther, „diens is ook de godsdienst". (Cuius regio, eius religio). De Overheid had 't recht en den plicht om in te grijipen in de zaken der Kerk, omdat zij is het praecipium membrum ecclesiae, d.i. het voornaamste lid der Kerk. Als zoodanig heeft zij de custodia utriusque tabulae, d.w.z. de zorg zoowel voor de handhaving der goddelijke geboden, die de verhouding van den mensch tot God regelen (1ste tafel der wet), als van de geboden, die de verhouding regelen van de menschen onderling (2de tafel der wet). De Overheid heeft — volgens de Luthersche opvatting —de roeping het christelijk geloof zuiver te houden en de rechtsorde der Kerk te handhaven. Krachtens zijn regeeringshoogheid heeft de vorst des lands dus ook het gezag over de Kerk in zijn land. Had de Duitsche keizer in Luther's dagen zich bij de Reformatie aangesloten, zoo zou men ééne evangelische Rijkskerk gekregen hebben! Nu dit niet geschiedde, kreeg men landskerken, zooveel als er evangelische vorsten waren, In deze landskerken voert de Overheid het kerkelijk regiment en wel op grond van hare religieuze verplichting. In de steden, die een eigen gebied hadden, berustte de macht in de Kerk bij de stedelijke Overheid. Cuius regio, eius religio, d.i. de godsdienst van den vorst is de godsdienst ook van 't land of van de stad!
Onder den landsvorst werd het regiment uitgeoefend door de Consistoriën, die uit theologen en rechtsgeleerden bestonden en niet als kerkelijke, maar als staatsrechterlijke lichamen werden beschouwd. Verder werden Superintendenten aangesteld, onder wie de predikanten staan. De gemeente is daarbij geheel als onmondig beschouwd.
Onder invloed van Luther is de nationale-of lands-Kerk ontstaan, waarbij gebroken werd met het Roomsche beginsel: dat aan de Kerk toekomt de suprematie over den Staat, en, juist het tegenovergestelde geleerd werd: dat de Kerk geheel en al aan den Staat dient onderworpen te zijn. Aan den landsvorst komt dan de regeering over de Kerk toe als deel van zijn souverein gezag en dus moest de Kerk als onderdeel van de Staatsmacht worden geadministreerd.
De Overheid werd opgeroepen om reformatorisch in te grijpen; wat bij wisseling van personen die tot het ambt der Overheid geroepen werden, wonderlijke veranderingen kon meebrengen inzake de belijdenis en wat betreft het kerkelijk leven, b.v. als een gereformeerde of calvinist een lutheraan opvolgde, of omgekeerd. De Westfaalsche vrede erkende het jus reformandi, het recht van reformatie, een uitvloeisel van de-bestuursmacht der Overheid te zijn.
Hoe dit stelsel de terreinen van Staat en Kerk dooreenmengt, het recht der gemeente verkort (zij heeft alleen te gehoorzamen) en ontwikkeling der ambten onmogelijk maakt, behoeft geen verder betoog.
Aan dit Luthersch-Consistoriaal systeem van Kerkregeering, waarbij de Vorst des lands de consistoriën benoemde en instructies gaf, is de naam van Thomas Erastus nauw verwant, op welken Erastus ook de Remonstranten ten onzent zich beriepen. Erastus (in 1524 geboren) was hoogleeraar in de medicijnen aan de Universiteit te Heidelberg. Hij was ook lid van den kerkeraad en woonde de religiegesprekken van Heidelberg 1560 en Maulbronn 1564 bij. Blijkens zijne geschriften over het Avondmaal deelde hij in dit stuk de opvatting van Zwingli. Evenzoo in het stuk van de verhouding van Kerk en Staat en in de Kerkregeering. Zeer ernstig verzette hij zich dan ook tegen de invoering van het presbyteriale stelsel in de Paltz, toen daar de Gereformeerde leer de Luthersche verdrong, echter zonder gevolg. Na zijn dood is door zijne weduwe een tractaat of verhandeling uitgegeven, waarin zijn stelsel nader wordt uiteengezet. Hij bestrijdt de zelfstandigheid van de Kerk (de goddelijke institutie van de Kerk), decreteert hare geheele onderworpenheid aan den Staat, verklaart den kerkelijken ban voor onbijbelsch en tyranniek. Vooral in Engeland vond hij aanhangers, terwijl hier in Nederland de Remonstranten hem volgden.
De Overheid heeft en houdt dan alle macht in de Kerk. De Overheid gaat over Kerkorde, Consistorie, Synode, tucht enz. Geen optreden van de Dienaren, van de ambten, met autoriteit in des Heeren Naam, om de Kerk te regeeren en de sleutelen des hemelrijks te hanteeren. Geen wacht houden bij de dienstknechten Gods voor de zuiverheid van de leer. De Overheid is het een en het al. Welk stelsel geweld doet aan 't karakter van 's Heeren Kerk als heilige vergadering der geloovigen, terwijl het zich vergrijpt aan het gezag van den eenigen Koning en Wetgever der gemeente, Jezus Christus. Die Zijn gemeente aan al de plaatsen Zijner heerschappij vergadert door Zijn Geest en Woord in eenigheid des waren geloofs.
Deze gang van zaken achten wij dus lijnrecht in strijd met de beginselen van Gods Woord, ons duidelijk geopenbaard. En in Duitschland, in Rusland, in Nederland hebben we de treurige gevolgen van deze dingen gezien en beleefd. Want ook in de Grieksch-Orthodoxe landen ging het den weg op, dat de vorsten macht kregen over de Kerk, en daar een geestelijke kwaliteit kregen. Zij kregen den episcopalen rang en traden als hoofden der Kerk op.
Voor den ouden toestand in Rome's Kerk, dat de Kerk (de Paus) over den Vorst heerschte, kwam op deze wijze: dat de Vorst over de Kerk heerschappij kreeg, dat de Kerk aan den Staat onderworpen werd, dat het karakter van de Kerk radicaal gewijzigd werd en de ambten krachteloos werden gemaakt; waardoor leer en leven ongeestelijk werd en alleen een uitwendig groot lichaam overbleef, waarin het geestelijk element zich weldra vreemd voelde en zich terug trok en zich afscheidde — ook al waren daar de gevolgen van, dat men, mee door Staatsmacht, zonder rechten en aanspraken ledig werd heengezonden, niet zelden vervolgd, beboet en gestraft door de machthebbers der wereld! Ook Neêrlands historie weet van deze dingen te getuigen. Want hoewel men hier in den bloeitijd principieel gekozen had voor de presbyteriale - of gereformeerde wijze van Kerkregeering, is men helaas! ook hier van de rechte wegen afgeweken, wat bittere teleurstelling en groote ellende bracht, waarvan de nasleep nog altijd onder ons, en niet in geringe mate, wordt gevonden, waarlijk niet tot bloei van Christus' Kerk in dezen lande.
(Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1926

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1926

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's