Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE PERS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE PERS

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reizen in Palestina.

Het Handelsblad bevat de laatste weken Reisbrieven uit Palestina. Aan een daarvan is het volgende ontleend:
„De Britsche regeering heeft een reeks van voortreffelijke wegen aangelegd, zoodat men thans in een gemakkelijke auto of ander voertuig bijna alle hoofdplaatsen kan bereiken. Het spoorwegnet is nog niet zeer uitgebreid, maar verbindt thans reeds Jeruzalem met Egypte, met de kuststeden Jaffa en Haifa en bovendien Haifa langs een omweg door den Emek met Nablus en noordelijk met het Oost-Jordaansch gebied. Men reist met den trein niet duur, naar verhouding snel en in uitstekende wagens. In de laatste jaren zijn de lijnen voor het transport van menschen en goederen 200 sterk benut, dat een zeer belangrijk bedrijfsoverschot te boeken viel, dat gebruikt zal worden voor uitbreiding van hef verkeersnet.
Hoezeer dit alles het reizen in het land vergemakkelijkt, blijkt wel uit het feit, dat men vroeger voor een uitstapje naar de Doode Zee (zonder bezoek aan de zijdalen natuurlijk) ongeveer drie dagen noodig had, terwijl men thans Jeruzalem 's morgens vroeg verlaat, in de Doode Zee baadt, de doopplaats aan den Jordaan. Oud-en Nieuw-Jericho bezoekt en men om drie uur 's middags in het hotel te Jeruzalem kan terug zijn.
Het is mogelijk het geheele land in zes a zeven dagen in een auto te bereizen, wanneer men niet opziet tegen de vermoeienis dagelijks acht a tien uur in een auto te zitten. Het oponthoud in de drie groote steden, Jeruzalem, Jaffa Tel-Awiw en Haifa is, wat den duur betreft, natuurlijk afhankelijk van de belangstelling, die de bezoeker voor de tallooze bezienswaardigheden heeft, maar grondig zal men stad en omgeving ook na een maand nog niet kennen".
Op de vergadering van Gereformeerde predikanten te Utrecht hield oud-Minister J. J. C. van Dijk een referaat over:

De mililaire dienst bezien in het licht der Gereformeerde belijdenis.
Een kort verslag volge hier: „Om de uitgebreidheid der materie wenschte spreker sommige punten slechts aan te stippen. De theologie is krachtens haar centrale plaats tot voorlichting geroepen en zij heeft ook hier uitnemende bouwstoffen bijeen gebracht. Spreker noemde de geschriften van Bavinck, Slotemaker de Bruine, De Moor, Haitjema, De Sopper, Wisse, e.a. Spreker schetste nu allereerst de ellende, die de oorlog in de wereld brengt en de schade die er uit voortvloeit ook voor de verbreiding van het Evangelie, niet het minst onder de ongedoopte volken.
Wel heeft de Volkerenbond pijnstillende middelen aangegeven, maar afdoende is zijn optreden toch nog allerminst.
Spreker stond vervolgens stil bij de motieven van de onderscheiden voorstanders van den vrede, als zij die principieel alle gezag verwerpen, zij die verdediging toch. niet mogelijk achten en zij, die zich beroepen op de H. Schrift.
Met de laatste groep wilde referent zich bezig houden, waarbij hij splitste in twee groepen, n.l. zij die zich op een enkelen tekst der Heilige Schrift beroepen en zij, die heel de Schrift als pleitgrond aanvoeren.
Spreker stond nu stil bij het beroep op woorden van Jezus, waarbij hij er op wees dat we met een enkele uitspraak of tekst er niet komen.
De kwestie moet principieel benaderd worden. Ze hangt samen met de vraagstukken van Christendom en cultuur, van natuur en genade, van schepping en herschepping, van Oud en Nieuw Verbond, gelijk Bavinck eenmaal terecht opmerkte.
De gemeente van Christus heeft inderdaad door haar deugden de wereld gewonnen voor het Kruis van Christus. Maar dat Christendom heeft ook de taak de gerechtigheid Gods in de wereld tot heerschappij te brengen.
Spreker wees op de verandering in bedeeling door Christus' komst in de wereld — waardoor gerechtigheid en liefde inéénvloeien. Nagegaan werd vervolgens, mede aan de hand van het voorbeeld en optreden der Apostelen, hoe het Christendom wereldhervormend behoort op te treden en hoe het niet ascetisch is. De Kerk der middeleeuwen heeft zich hieraan lang niet gehouden. Steeds kwam het afwijkend optreden neer op wereldverachting, getuige het Anabaptisme. Dat is vaak nog zoo.
Spreker wees er op, hoe de Apostelen spreken van de Overheid als Gods dienaresse en hoe in Genesis 9 vers 6 de bron ligt voor alle burgerlijk recht en gezag. De instelling der Overheid vloeit voort uit Gods gemeene gratie. Tal van Schriftuurplaatsen bewijzen de taak, die God aan de Overheid gaf en waarom Hij haar instelde. De Babylonische spraakverwarring is een wonder van God, waardoor Hij de volken naast elkander stelde. Die volken hebben rechts regelen ontvangen en bovendien den plicht van rechtshandhaving tot gelding te brengen.
Het: gij zult hooren van oorlogen en geruchten van oorlogen, is realiteit. Daarom echter mag naar vermindering van bewapening wel gestreefd worden. Aan de hand van tal van citaten van prof. Bavinck werd vervolgens nagegaan, dat volgens de Christelijke ethiek de oorlog niet op zichzelf zonde is en alle oorlogvoering is te veroordeelen.
De Heilige Schrift leert ons dat de oorlogen Gods doel verwerkelijken, al worden in Deuteronomium ook regelen gegeven in verband met de oorlogsgruwelen.
Een beroep op het zesde gebod gaat niet op, want het is gegeven door den zelfden God, die Israël ten oorlog opriep. Ook het Nieuwe Testament predikt geen ontwapening. Jezus was niet gekomen om wet en profeten te ontbinden, noch om als cultureel hervormer op te treden.
Tal van Schriftuurplaatsen werden ook hier gememoreerd. Het is natuurlijk duidelijk, dat in de verhoudingen van het Koninkrijk Gods voor oorlog en geweld geen plaats is. Maar het N. Testament keurt geen oorlog en wapengeweld zonder meer af. Het gaat bij den hoofdman van Kapernaüm en andere soortgelijke gevallen, niet om hun beroep van krijgsknecht, maar om het recht, liever tegen het onrecht.
Tot handhaving van het recht kan oorlog gebiedend zijin. Reeds Augustinus leerde dit, al maakte hij onderscheid tusschen rechtvaardige en onrechtvaardige oorlogen, waarvoor hij regelen zoowel als het criterium stelde. Gold dit nog, er zou minder gruwelijk oorlog gevoerd zijn. Christenen moeten zich ook hier als navolgers van Christus gedragen. Spreker verhaalde van de regelen, die Augustinus hier zoo schoon stelde.
Ten slotte stond spreker stil bij hen, die tegen den oorlog getuigen op grond van de leer van het niet-wederstaan. Spreker verwees hier naar met name genoemde schrifturen van Bavinck, Slotemaker de Bruine en Idenburg. Ook hier geeft Augustinus licht. Jezus vraagt van de zijnen, dat zij liever onrecht zullen dragen, dan scherp het recht handhaven. Maar Hij sprak hier tot Zijn discipelen.
Dit woord geldt niet onder alle omstandigheden. Het is een persoonlijke rechtsregeling voor wie Jezus willen volgen.
De rechtsregel staat naast, niet onder den regel der liefde.
De Overheid is geroepen tot handhaving van den Staat. Spreker zag in dit verband ook onder oogen de kwestie van consciëntiebezwaar tegen den militairen dienst. De Overheid heeft dit consciëntiebezwaar te eerbiedigen en wijke uit eerbied voor het heilige terug. Het bekende citaat van dr. Kuyper in dit verband werd door den spreker nader beschouwd en gezet in het juiste verband. Spreker gaf hier ook een uiteenzetting van de wet op de dienstweigering, waarbij hij bij het debat, daarover in de Eerste Kamer gevoerd, nader stilstond, aantoonende, dat naast de onderdaan ook de Overheid een conscièntie heeft.
Een vaste rechtsorde is noodig voor den opbloei, ook van 't religieuse en cultureele leven.
Spreker wees er ten slotte op, dat ook de houding van de Overheid tot de onderdanen is onderworpen aan de inwerking van het Christendom op het natuurlijke leven.
Moge — zoo eindigde spreker — het probleem van Christendom en cultuur steeds meer worden opgelost in dien zin, dat het Christendom zijn roeping vervulle, opdat de komst van het Koninkrijk van Christus ook in deze bedeeling worde bevorderd en Gods naam worde verheerlijkt".

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1926

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

UIT DE PERS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1926

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's