Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit de Synode.
Wij kunnen niet anders dan zéér onvolledig zijn, want ja, we hebben in onze vacantie de couranten-verslagen van de »Alg. Synode der Ned. Herv. Kerk«. wel gezien en ook wel gelezen, maar onze belangstelling was zooals dat in vacantie-tijd te verwachten en te billijken is; en zoo komt het ook, dat we maar enkele dingen voor den geest hebben, nu we, na onze vacantie, dit artikel geven.
We beginnen — 't is dus al dadelijk een groote sprong, dien we maken — bij de 14de zitting van Woensdag 6 Augustus. Toen kwamen voorstellen aan de orde van de Commissie van de Diaconale Armenzorg, waarbij werd aangedrongen op nauwere aansluiting bij de Federatie van Diaconieën. De voorstellen konden geen genade vinden in de oogen der Synode en werden verworpen. Toch zal getracht worden in deze richting nog iets te bereiken en is aan de bestaande Commissie voor de Diaconale Armenzorg verzocht haar arbeid te willen voortzetten door het ontwerpen van regelen voor een eenvoudige administratie; het geven van advies aan kerkelijke besturen en kerkvisitatoren; het verzamelen van gegevens omtrent alles wat op het gebied der weldadigheid door de Diaconieën wordt verricht; het optreden als centraal lichaam, waardoor alle instellingen van weldadigheid in de Kerk kunnen worden bereikt.
We zullen dus maar afwachten, wat de Commissie nu in deze straks zal komen voorleggen aan de Synode.
In dezelfde zitting kwam in behandeling een voorstel van den bekenden voorman der modernen dr. Niemeyer, bedoelende de rechtspraak in de Kerk geheel of ten deele aan de Kerkelijke Besturen te onttrekken en die op te dragen aan nieuw in te stellen onafhankelijke rechtscolleges.
Het rapport over dit voorstel uitgebracht luidde niet gunstig; iets wat van de Synode in haar tegenwoordige samenstelling ook wel was te verwachten. Immers zou op de wijze, door dr. Niemeyer uitgedacht — waarmede ook zijn geestverwanten niet zoo hartelijk instemden, zij 't dan om andere oorzaken dan voor Confessioneelen en Gereformeerden van belang zijn — zou de rechtspraak in de Kerk onkerkelijk worden, doordat immers op deze manier de niet-ambtelijke commissies alweer met één vermeerderd zouden worden om te doen hetgeen de taak van de Kerk zelve is. Zeer zeker is het met de rechtspraak ook nu niet den orde, daar naar Gereformeerd Kerkrecht anders zou moeten worden gehandeld, maar wat dr. Niemeyer wilde, zou ons verder van den goeden weg hebben gebracht en daarom verblijdt het ons, dat ten slotte met 10 tegen 9 stemmen (de traditioneele verhouding in de Synode, bij gewichtige aangelegenheden), het voorstel verworpen werd.
Het was vooral prof. Haitjema die er op wees, dat het »gebrekkige« anders onder de oogen moest worden gezien en op andere wijze moest worden hersteld, waarom hij ook bij deze gelegenheid een voorstel deed een commissie te benoemen »tot onderzoek van het reorganisatie-probleem in verband met het reglementenkader en de bestuursinrichting onzer Kerk«. Helaas werd ook dit voorstel verworpen, nu óók met 10 tegen 9 stemmen, waarbij natuurlijk heel anderen vóór en heel anderen tegen stemden dan zooeven. De tegenstemmers waren ditmaal de zes vrijzinnige heeren, ongelukkigerwijze geholpen en bijgestaan door de rechtzinnige leden dr. Weyland, de president; ouderling Wolffensperger te Zwolle en helaas ook ds. Bongers van Kamerik. Is het reorganisatieprobleem niet meer de moeite van een ordelijk en officieel onderzoek in het midden van onze Ned. Hervormde Kerk waard?
't Is treurig! Ook de voorstellen van dr. Niemeyer tot wijziging van het proponentsexamen werden verworpen. De bedoeling van den voorsteller was om het examen ter toelating tot de Evangeliebediening niet meer te doen afnemen door de Provinciale Kerkbesturen, maar door twee examencommissies, de eene, gevestigd te Den Haag en gevormd door leden uit de provinciën Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Zeeland en Noord-Brabant met Limburg; de andere, gevestigd te Zwolle en gevormd door leden uit de provinciën Friesland, Groningen, Drenthe, Overijsel en Gelderland. Elke examen-commissie bestaat uit zeven leden, predikanten of emeriti, en aan elk van die zeven predikantleden zal worden opgedragen één der examenvakken, waarover thans ook het examen loopt. De leden der examen-commissies (en hunne secundi) worden benoemd door de Synode uit voordrachten elk van twee personen voor elk examenvak afzonderlijk, door of namens haar gevraagd van de Provinciale Kerkbesturen in het ressort. Men voelt aanstonds, dat ook hier de fout is, dat de Kerk als zoodanig er geheel buiten komt te staan, wat juist hier, waar het niet een academisch examen geldt, maar de toelating tot de Evangeliebediening in de Nederlandsche Hervormde Kerk, geheel verkeerd zou wezen. We zeggen niet, dat het nu, zooals het tegenwoordig geregeld is, goed genoemd mag worden, maar dat zit vast aan heel onze kerkelijke organisatie en de voorstellen van dr. Niemeyer zouden het paard achter den wagen zijn. Van de 19 leden waren er dan ook gelukkig maar 3 vóór, terwijl er 15 tegen­ stemden; één lid was blijkbaar absent.
Het complex voorstellen, ingediend door de Commissie, die de moeilijkheden der groote stadsgemeenten moest onderzoeken, is in zijn geheel voorloopig aangenomen. De commissie die bestond uit de h.h. prof. Slotemaker de Bruine, ds. G.H. Wagenaar, dr. H. Schokking, ds. D. van Maanen (van Heerlen), dr. G. Oorthuys en dr. C. J. Niemeyer, is dus wel gelukkig te prijzen. Want het lot van zulk werk is gewoonlijk, dat de paperassen, natuurlijk onder veel lof en met veel dankbetuigingen, verwezen worden naar de prullemand. Men weet, dat deze voorstellen het mogelijk willen maken de groote steden te verdelen in buurtgemeenten; iets, wat op zich zelf genomen heel prijzenswaardig is, daar de massa-gemeentan veel schade moeten lijden doordat alles veel te groot is en veel te uniform, maar wij vreezen, dat, hoewel er overeenstemming verkregen is tusschen mannen als dr. Oorthuys en dr. Niemeyer — om nu geen andere namen te noemen — deze voorstellen toch, straks definitief aangenomen en wet geworden (na eerst op de a.s. Classicale Vergaderingen te zijn besproken) een doode letter zullen zijn in ons kerkelijk wetboek; een reglement, waarvan geen gebruik zal worden gemaakt. Waarom? Omdat in onze Hervormde Kerk door de ellendige richtingskwestie deze en dergelijke dingen eenvoudig onmogelijk worden in uitvoering. Hoe wenschelijk dat ook wij het parochiestelsel (beter dan buurtgemeenten) achten, zoo gelooven wie toch dat er in onze Hervormde Kerk weinig mee aan te vangen - is zoolang de toestanden, wat de belijdenis en de leer betrèft, zoo blijven als zij nu zijn. Maar we zullen afwachten!
In dezelfde zitting (de 16e) kwam een voorstel ter tafel van dr.J.J. Woldendorp door de modernen smalend genoemd "de degradatie der Walen". Men weet, dat er in ons land zijn »Fransche Kerken«, officieel Waalsche Gemeenten geheeten. Die Kerken dateeren van den tijd, toen, door de wreede vervolgingen in België en Frank rijk, duizenden en duizenden »Walen« — Fransch sprekende protestanten — in ons land een schuilplaats hebben gezocht en hier de zgn. Waalsche Kerk hebben gesticht. Deze Kerk is, onder de ongelukkige Synodale organisatie, gelijk gesteld met een der kleinere provincies als Utrecht, Noord-Brabant met Limburg, Zeeland — en is dan ook jaar op jaar in de Synode der Nederlandsch Hervormde Kerk vertegenwoordigd, drie jaar achter elkaar door één afgevaardigde en dan weer drie jaar achter elkaar door twee afgevaardigden. Er zijn dus jaren, dat de Walen twee van de 19 leden naar de Synode afvaardigen, en dat, terwijil het bijna altijd gaat over zaken de Nederlansch Hervormde Kerk betreffend. Dan roeren de Walen zich, stemmen mee, hebben dikwijls gelegenheid de meerderheid in de Synode te verleggen naar den verkeerden kant (ze zijn modern) en dat, terwijl er eigenlijk van die Fransch sprekende Walen niemand meer is overgebleven en de Waalsche gemeenten een bitter klein aantal leden tellen, waarvan nog een groot gedeelte gewone Hollanders zijn, met een Hollandschen naam en met een Hollandsche spraak!
Jaren en jaren is over deze verkeerde, verouderde, onrechtvaardige en schadelijke regeling gesproken; telkens is er een voorstel gedaan hierin verandering te brengen, doch nooit mocht het gelukken zoo'n voorstel te zien aangenomen. Maar nu is het gelukt. Dr. Woldendorp heeft voorgesteld de Waalsche Gemeenten voortaan een classicaal ressort te doen vormen, met classicale — en dus geen provinciale — rechten; zij 't alleen, het recht van examinatie ter toelating tot de Evangeliebediening (wat de Provinciale Kerkbesturen hebben). Wij verheugen ons, dat alle rechtzinnigen in de Synode — één uitgezonderd, en wel de president dr. Weyland — , het er mee eens waren, dat aan de Walen een veel te groote macht in de Nederlandsche Hervormde Kerk is toegekend; en de 6 vrijzinnigen, de heeren Eilerts de Haan, Niemeyer, Tammens, Bolt, Boonstra en Picard (de afgevaardigde van de Waalsche Gemeenten) zullen wel gevoeld hebben, dat hier naar recht getuigd kon worden, dat de zaak nu niet in orde is, maar het partijbelang deed hen natuurlijk tegenstemmen. De zaak had maar eens precies andersom moeten hebben gelegen, dan zou men eens hebben gezien, hoe de modernen de orthodoxen weten te plukken!
Waarom is men niet eerlijk, om te erkennen, dat de Waalsche Gemeenten liiliputter-gemeenten zijn ; bovendien voor een héél klein gedeelte dan nog maar »Fransch«, waarbij de belangen van de Nederlandsche Kerk zot) geheel andersoortig zijn.

Hier geldt het wel degelijk, dat men de bakens moet verzetten, als het getij verloopen is. En moeten rechtzinnigen dat nu nog aan de vrijzinnigen met hun moderne begrippen herinneren?

We laten hier nog eens volgen de lijst van de Waalsvhe Gemeenten, naar de gegevens uit het Handboek van Van Alphen(1926).

Amsterdam met 3387 leden en 2 predikanten, Arnal en Le Cornu (ƒ4469.— rijkstractement) ; Arnhem met 142 le­ den en 1 pred., Picand (ƒ 1050.— rijkstractement); Breda met 57 leden en 1 pred. Allard (ƒ1000.— rijkstractement); Delft met 102 leden en 1 pred. (altijd vacant; ƒ 935.— rijkstractement); Dordrecht met 160 ledenen 1 pred., (ƒ988.—rijkstractement); 's Gravenhage met 1857 leden en 2 pred. (de 3de pred. plaats is in 1923 opgeheven) Michelin en Berthault (rijkstractement ƒ 3050 en ƒ2850 = ƒ5900) Groningen met 85 leden en 1 pred. Brandligt (rijkstractement ƒ1300); Haar lem met 240 leden en 1 pred. (rijikstractement ƒ1600.—); den Bosch met 31 leden en 1 pred., Le Gras, (rijkstractement ƒ1200.—); Leiden met 423 leden en. 2 pred., Oier en Bresson (rijkstractement ƒ 1800.— ; voor de 2de pred. plaats niets); Maastricht met 33 leden en 1 pred. (vacant; hulpprediker is ds. Le Gras van 's Hertogenbosch) met rijkstractement van ƒ1600.— ; Middelburg met 90 leden en 1 pred., Blommaert (rijkstractement ƒ 1200.—) ; Nijmegen met 138 leden en 1 pred. (vacant, gratiejaar; rijkstractement f 1100.—) ; Rotterdam met 834 leden en 3 pred., Reijss en twee vacatures, resp. sinds 1920 en '22 (rijkstractement ƒ1700); Utrecht met 343 leden en 1 pred. Le Cornu (rijkstractement ƒ1800.—); Voorburg met 10 leden (geen pred. plaats; de kerk is verhuurd aan de Vrijz. Herv.); Zwolle met 36 leden en 1 pred. (vacant ; rijkstractement ƒ400.—).
't Zijn dus 16 gemeenten met een totaal aantal leden, alles en alles meegeteld, van 7986; waarvan zéér zeker een groot aantal Nederlandsoh bloed in de aderen hebben en geheel buiten de geschiedenis van de vervolgde Fransch sprekende protestanten uit België en Frankrijk staan!
Dat die miniatuur-gemeenten — neem Delft met 102 leden, waarvan ongeveer niemand tot de Walen behoort, met ƒ935.— rijkstractement, benevens kindergeld, rijksemeritaatspensioen, groot ƒ 1309; Syn. Hulppensioenfonds ƒ 110; Rijksweduwenpensioen ƒ280, etc. ; evenals Maasticht met 33 leden en rijkstractement groot ƒ 1600; rijksemeritaatspens. groot ƒ2240, enz.) er zijn en dat ze blijven bestaan, is nog tot daaraan toe; hoewel het groote onzin is en er reusachtige onbillijkheden door zijn ontstaan wat de financiën betreft; maar niemand zal toch met eenig recht kunnen beweren dat het niet hoog tijd wordt, dat de Waalsche Gemeenten de bevoorrechte positie, wat de vertegenwoordiging in de Synode aangaat, kwijt raken?
Wij zijn althans blij, dat het voorstel van dr. Woldendorip is aangenomen; zij 't dan nog maar »voorloopig« en we hopen dat de a.s. Classicale Vergaderingen overal zullen uitspreken (D. V. in 1927) dat de »voorloopige« wijziging definitief moet worden aangebracht door de Synode van 1927. Dan moet de Synode van 1927 voet bij stuk houden en dan de Prov. Kerkbesturen nog, om de wijiziiging in het Algemeen of Hoofd-Reglement mogelijik te maken!
De voorloopige wijziging bracht allerlei andere dingen mee, die noodzakelijk tegelijik geregeld en gewijzigd moesten worden. Ds. Bongers heeft zich beijverd dat in een voorstel te vereenigen. Het aantal leden van de Synode moet blijven 19 en wel 13 predikanten en 6 ouderlingen (de Walen nu weggedacht).
De afvaardiging zal dan moeten geschieden als volgt: De Prov. Kerkbesturen van Gelderland, Zuid-Holland, Noord-Holland, Friesland, Groningen-en Utrecht — waar de Walen als classis bij ingedeeld worden — zullen elk twee leden benoemen, t.w. óf twee predikanten óf een predikant en een ouderling, in dier voege, dat zij altijd saam acht predikanten en vier ouderlingen afvaardigen. De Kerkbesturen van Zeeland, Overijsel, Noord-Brabant met Limburg en Drenthe benoemen elk één predikant en bovendien bij beurtwisseling (gelijk altijd 't geval is geweest) nog één predikant en twee ouderlingen; zoodat ze drie jaar twee en drie jaar één afgevaardigde in de Synode hebben.
Deze voorstellen van ds. Bongers werden ook met 12 tegen 7 stemmen (de zes vrijzinnigen + de president) aangenomen.
Dat de Walen bij Utrecht zullen worden ingedeeld (dat is altijd in alle voorstellen zoo gewild) is te begrijpen. Utrecht is het centrum van ons land en Utrecht is niet een zoo groote provincie en ook niet de kleinste; Utrecht heeft 68 gemeenten, 89 predikantsplaatsen en 52.117, lidmaten; Drenthe b.v. heeft 55 gemeenten, 62 predikantsplaatsen en 30.721 lidmaten. Utrecht is dus uiterst geschikt; en het is een fatsoenlijk voorstel. Verbeeldt u eens, dat men had voorgesteld de Walen in te deelen bij Drenthe! Wat zou men het een beleediging hebben geacht. Maar neen, de modernen zijn vrij boos, dat men Utrecht voorstelt; men zou liever Drenthe willen. Waarom? Zuiver partijbelang. Want Utrecht is orthodox en Drenthe zou men met behulp van de vrijzinnige Walen vrijzinnig kunnen houden of maken!
Ons dunkt, dat ieder, die niet door partijoogmerken verblind is, Utrecht zal verkiezen boven Drenthe, 't Zal moeilijk gaan 't mooier en beter, billijker en vriendelijker te regelen.
Hoe ernstig de modernen deze aangelegenheid inzake »de degradatie der Walen« nemen, blijkt wel uit hetgeen in »Kerk en Volk«, het Weekblad der Vrijz. Hervormden, geschreven staat.
Daar lezen we toch:
»Hadden de voorvaderen der Walen geweten dat hun nazaten in het »vrije Nederland« zóó zouden worden beroofd juist van dat allerkostelijkste bezit van Geloofsvrijheid terwille waarvan zij land en goed prijsgaven — wellicht hadden zij zich liever in woeste streken zelf herberg bereid. Vrijzinnigen in onze kerk! Laten deze dingen krachtig en duidelijk tot U spreken! Een groote zware taak rust op ons. Wij moeten voor Protestantsch Nederland vrijheid en recht verdedigen van eigen zelf standige vroomheid en zielekracht.
Maak daarom van onze organisatie een sterk wapen. Treedt allen toe als lid. Wekt de lauwen op. Werkt met onze bladen. Helpt uw voormannen. Kloek, eendrachtig.
De arbeid wacht en de moeite wacht. Des te heerlijker zege wacht U tevens!«
Een weinig bombast gaat nog. Maar 't moet toch niet al te erg worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 augustus 1926

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 augustus 1926

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's