Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De defensieplannen.
Met groote meerderheid van stemmen is het wetsontwerp tot vereeniging van de departementen van Oorlog en Marine tot één departement van Defensie er bij de Tweede Kamer doorgegaan.
Eén lichtpunt heeft het debat intusschen opgeleverd, n.l. dat de Minister van Oorlog open en rond heeft verklaard, dat de regeering de samenvoeging der beide departementen heeft losgemaakt van de splitsing der Marine in een Nederlandsch-en een Indisch deel. Ja zelfs deze splitsing heeft prijsgegeven.
Daarmede blijft dus de Staatsmarine d.w.z. de onverdeelde Marine voor Nederland en de Koloniën gehandhaafd. Dat dit van groote beteekenis is, zoowel voor ons land als voor de Overzeesche bezittingen hebben wij reeds bij een vorige gelegenheid uiteengezet.
Een Staatsmarine is toch noodig om den band tusschen Nederland en de Koloniën in Ned. Indië, waarbij zoo groote wederzijdsche belangen zijn betrokken, te behouden en zoo mogelijk te versterken. Maar ook is zij onmisbaar voor de handhaving van onze souvereiniteit en onze zelfstandigheid, zoo hier als in Indië, alsmede voor de vervulling van onze internationale verplichtingen en voor vlagvertoon in vreemde wateren.
Is dus van splitsing der Marine, zooals deze bij het optreden van het extra-parlementaire Kabinet voorzat, afgezien, daarmede heeft de regeering echter niet haar voornemen prijsgegeven om het personeelsvraagstuk van de Marine in Indië in andere banen te leiden.
Het zal ons echter benieuwen, of de voorstanders van de fusie der beide departementen: de sociaal-democraten en de groote meerderheid der Roomsch Katholieken, welke beide groepen met de Vrijzinnig-democraten Minister Lambooy deden zegevieren, ook zoo volgzaam zullen zijn, als zoo aanstonds het wetsontwerp betreffende de wijziging van de Dienstplichtwet bij de Tweede Kamer in openbare behandeling komt.
Zooals de zaken bij de Marine thans staan, wordt het personeel voor de vloot voornamelijk gerecruteerd uit vrijwilligers. Die vrijwilligers acht de regeering voor de Marine een te duur materiaal. Daarom zal een ruimer gebruik moeten worden gemaakt van dienstplichtig personeel. In dien zin worden in het bij de Kamer aanhangige Dienstplichtontwerp voorstellen gedaan, waarbij de regeering de vrije hand krijgt om, zoo gewenscht, een grooter contingent dienstplichtigen bij de Zeemacht in te deelen.
In het kort komen deze voorstellen hierop neer:
Het getal van 1000 dienstplichtigen, welke bij de bestaande dienstplichtwet voor de Marine kan worden aangewezen, zal voortaan ongelimiteerd zijn. Het verblijf onder de wapenen voor eersten oefentijd wordt van 8 maanden op 14 maanden gebracht, terwijl nog bepaald wordt, dat in geval onvoorziene omstandigheden dit noodzakelijk maken, de dienstplichtigen bij de Zeemacht zoo lang in werkelijken dienst kunnen worden gehouden als die omstandigheden het noodig maken. Voorts zal in de nieuwe regeling ten behoeve van de kadervorming bij de Marine, ook den meer ontwikkelden dienstplichtige een plaats bij de Zeemacht worden toegewezen. Uit deze voornemens der regeering blijkt, dat in het nieuwe stelsel de sociale druk op de dienstplichtigen in de toekomst heel wat zwaarder zijn zal dan op dit oogenblik het geval is.
Het wil ons voorkomen, dat als Minister Lambooy zijn ontwerp-Dienstplichtwet in de Kamer zal hebben te verdedigen, de vreugde onder Roomsch-Katholieken, Vrijzinnig-democraten en Sociaal-democraten niet zoo uitbundig zal zijn als bij de vereeniging van de departementen van Oorlog en van Marine viel te constateeren. Of de groepen, die den eersten stap met den Minister van Oorlog deden, ook geneigd zullen zijn om straks met dien bewindsman den tweeden stap te doen, valt te betwijfelen. Zij zullen hunne verantwoordelijkheid dan wel tijdelijk opbergen. Maar bij welke groepen de regeering dan de meerderheid der Kamer voor haar plannen zal zoeken, is tot nog toe een raadsel. Zullen de anti-revolutionairen en Chr.-Historischen, benevens de Roomsch-Katholieken, die nog belang in de defensie stellen, hier moeten inspringen?
Het zal interessant zijn om dan den gang van zaken te volgen.

Een nieuwe stagnatie.
Minister Slotemaker de Bruine is met zijn voorzieningen tegen besmettelijke ziekten niet fortuinlijk. Onze lezers zullen zich herinneren, hoe ongeveer een maand geleden de beraadslagingen over het wetsontwerp tot bestrijding der besmettelijke ziekten, ten gevolge van de aanneming van een aan den Minister onwelgevallig amendement, ter zake van de verdeeling der kosten, aan de uitvoering van de voorzieningen verbonden, plotseling werden geschorst. Sedert dien heeft dr. Slotemaker, door tegemoet te komen aan de bezwaren der Kamer, de gerezen moeilijkheden ondervangen. De Kamer heeft daarop de behandeling van de wetsvoordracht voortgezet, maar, nauwelijks begonnen, is een nieuwe stagnatie in de afdoening der zaak ingetreden.
De nieuwe moeilijkheid ontstond door de aanneming van een amendement, van socialistischen kant ingediend. Zooals bekend is, laat de geldende wet toe, dat vrijstelling van vaccinatie wegens gezondheidsredenen wordt verleend, zoo twee geneesheeren bij attest verklaren, dat inenting van het kind voor diens gezondheid schadelijk is. Van deze bepaling heeft ds. Kersten dikmaals gebruik gemaakt, door met kinderen naar een 2-tal artsen te gaan, die bereid zijn, de gewenschte verklaring voor alle kinderen af te geven. Teneinde nu deze wetsontduiking voor den vervolge onmogelijk te maken, wilden de sociaal-democraten in de nieuwe wet een regeling opgenomen zien, waarbij een van de twee geneesheeren, die de verklaring afgeven, zou zijn de inspecteur van de volksgezondheid, of een door dezen aangewezen geneeskundige. En in dien zin kwam nu een amendement ter tafel, waartegen de Minister van Arbeid, omdat het amendement een beginsel betrof, dat met de bekende gedragslijn van het Kabinet niet strookte, zich met alle kracht verzette, doch dat ten slotte toch een meerderheid in de Kamer verwierf.
Zoo ging de Minister opnieuw met zijn wetsontwerp naar huis. Het zal nu maar het verstandigste zijn de zaak verder te laten rusten. Het mooie was van de regeling toch al af, toen bij de eerste behandeling het antirevolutionaire amendement, bedoelende om het gewetensbezwaar bij de vaccinatie te ontzien, verworpen was geworden. Dat wij dezen gang van zaken, waarbij ds. Kersten ook niet geheel van schuld is vrij te pleiten, betreuren, zal niet nader behoeven gezegd te worden. Toen het eerste ontwerp van Minister Aalberse, waarin een regeling voor de gewetensbezwaarden voorkwam, bij de Kamer inkwam, heeft de leider van de Staatkundig Gereformeerden door een niet handig optreden de afdoening der zaak bemoeilijkt. Had deze toen de leiding van het debat aan meer ervaren handen overgelaten, dan was het vaccinevraagstuk reeds lang voor de Kabinetscrisis van November 1925 in gewenschten zin opgelost geworden en waren de moeilijkheden, die zich nu voordeden, ontgaan. Moeilijke kwesties zijn zoo maar niet met een handomdraai in orde te brengen. Om het schip door de golven heen in veilige haven te brengen, is een bekwame stuurman noodig.
Moge hetgeen thans gebeurd is, een les voor niet politiek geschoolde Kamerleden zijn, om voortaan de leiding aan meer geoefende politici over te laten. Daarmede zullen ongetwijfeld de belangen van ons christenvolk worden gediend. Het debat over de wet tegen besmettelijke ziekten zij een baken in zee.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1927

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1927

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's