Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SCHRIFTVERKLARING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SCHRIFTVERKLARING

1 Timotheüs (98)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Welke te Zijner tijd vertoonen zal de zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen en de Heere der heeren (1 Timotheüs 6: 15)

98
1 Timotheüs.
De Souvereiniteit Gods. De apostel prijst in deze woorden den grooten Naam des Heeren. 't Is hem er immers om te doen Timotheüs te bemoedigen in het moeilijke werk van de herderlijke verzorging der gemeente. En hoe kan hij dit beter doen dan op de grootheid Gods te wijzen, Die de zalige en alleen machtige Heere is, de Koning der koningen en de Heere der heeren? In deze twee laatste benamingen ligt ongetwijfeld de souvereiniteit Gods uitgedrukt. De Heere is de oppermachtige Heerscher over alles dat bestaat. Hij is de Eigenaar, de Bezitter, de Heer van alles. Zooals de eigenaar van een kudde schapen hiermede kan doen wat hij wil, hij kan er wol van winnen, hij kan ze ook dooden, niemand mag en kan hem dit beletten, zoo heeft God het absolute zeggenschap over alle dingen van de natuur en van de genade. Het beeld van den pottenbakker, ook door den apostel gebruikt in Rom. 9 vers 21, enz., is genoegzaam bekend. De vrije beschikking van den pottenbakker over zijn leem wordt als beeld gebruikt van den alleen heerschenden wil van den Schepper van het Heelal, van den Vader van alle barmhartigheid. Deze souvereiniteit Gods is helaas onder de Christenen veel te veel uit het oog verloren. En wij doen wèl er op te letten dat de apostel er in dezen herderlijken brief in rijke woorden van gewaagt.
Timotheüs had in de gemeente te kampen met allerlei dwaling. Maar hij zou sterk zijn in zijn strijd als hij in de prediking van het Evangelie vast hield aan den souvereinen wil des Heeren. Dit bevat ook voor onzen tijd een krachtigen wenk. Mocht veel meer dan geschiedt eerlijk en oprecht het Evangelie „naar de Schriften" gebracht worden. Dan zou het leerstuk van de souvereiniteit Gods zeker niet aan den buitenkant gezet worden. Het schijnt vaak dat men alle kennis samen trekt op het leerstuk van den Heere Jezus Christus. En zeker, als het dan maar de Christus „naar de Schriften is, geen Christus van 's menschen filosotfie, geen voorwerp van het wijsgeerig denken, komt het wel terecht.
Immers zulk eene preediking gaat noodwendig saam met de door de gansche Schrift geopenbaarde waarheid, dat uit God en door Hem en tot He alle dingen zijn, die der natuur en die der genade. Maar zoodra aan den Christus "naar de Schriften" tekort gedaan wordt, wordt ook èlk stuk der Waarheid geschonden. En zoo kan men vaak wel beluisteren eene prediking over Christus, die zich voordoet als eene bijzonder-ruime, maar die inderdaad de souvereiniteit in het werk der zaligheid legt in den zondaar.
Men kan het in zulk eene zoogenaamde „ruime" prediking heel goed bedoelen, maar, zeg mij, als men de voorstelling geeft dat de Heere Jezus Christus voor alle menschen gestorven is zoodat het enkel en alleen van 's menschen wil afhangt als men den zegen daarvan ervaren zal, wat is dit anders dan de verheffing van de macht des menschen?
Nogmaals, men kan het dan heel goed bedoelen met de zaligheid van alle menschen, maar dan loopt het toch er op uit dat er een soort gemengde souvereiniteit Gods in het leven wordt geroepen.
God veel, zeer tel, maar de mensch ook wat! En wat men meent te winnen voor de zaligheid van alle menschen, doet men tekort aan de absolute souvereiniteit Gods. Wij moeten ons aan de „Schriften" houden, om ons eigen denken daaraan gevangen te geven. En dan zullen wij in dat denken nog komen tot een resultaat, dat 't meest voldoening geeft. Laat ons niet afdoen van de belijdenis, die de Gemeente van Jezus Christus in 't goede spoor houdt, die door onze Gereformeerde vaderen met kloekheid is voorgestaan, dat onze God is de Koning der koningen en de Heere der heeren. Een belijdenis, die rijk en heerlijk is, waardoor Gods kinderen gedreven worden om te roemen alleen in den Heere. Een belijdenis, waardoor bekend wordt voor God en voor de menschen de souvereiniteit van den Vader in alle werk van schepping en onderhouding, de souvereiniteit van den Zoon in het werk der zaligheid, en die van den Heiligen Geest in het werk des Geestes in onze harten, terwijl hierbij het vast en onwankelbaar voor den geest staat dat deze Drie Eén zijn en dat heel ons natuurlijk en geestelijk bestaan volstrekt voortvloeit, van oogenblik tot oogenblik, uit de souvereiniteit van den Drieëenige. Wie dit eene bekrompen belijdenis noemt, hij ga z'n gang, maar hij weet niet welk eene groote vertroosting er voor den geloovige in ligt, als hij door Christus Jezus zijn Heiland rust in God als de laatste oorzaak aller dingen.
Koning der koningen en Heere der heeren! Deze uitdrukking, die gij terugvindt in Deut. 10 vers 17, Psalm 136 vers 3 en Openb. 17 vers 14, beteekent niet slechts dat God een oppermachtige positie inneemt boven alle koningen en heeren, maar wel dat Hij alle heeren schept en alle koningen maakt.
Deze souvereiniteit Gods kent geen beperking. Zij gaat over ons lichamelijk, zedelijk, denkend, kunst- en religieus leven, en het leven onzer zinnen. Ook dus over ons genadeleven. „Want de Heere is een groot God, ja een groot Koning boven alle goden; in Wiens hand de diepste plaatsen der aarde zijn, en de hoogten der bergen zijn Zijne; Wiens ook de zee is, want Hij heeft ze gemaakt; en Zijne handen hebben het droge geformeerd. Komt, laat ons aanbidden en nederbukken; Iaat ons knielen voor den Heere, Die ons gemaakt heeft; want Hij is onze God, en wij zijn het volk Zijner weide, en de schapen Zijner hand" (Psalm 95 vers 3 tot 7).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 1927

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

SCHRIFTVERKLARING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 1927

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's