Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Art. 36 Ned. Geloofsbeiijdenis.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Art. 36 Ned. Geloofsbeiijdenis.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.
Artikel 36 keert zich in zijn geheele conceptie tegen de Wederdoopers. En als dat niet zoo was, of maar zeer ten deele, dan had de Bray toch minstens gezegd: En hierom keeren wij ons tegen de Roomsche Kerk. Heeft de Bray zich dan niet tegen de Roomsche Kerk gekeerd? En of! Maar iets anders is, of hij hier, waar hij de Overheid oproept tegen de ketterij, de oproerige verstoring van het volk, op te treden, haar tot taak stelt tegen de Roomsche Kerk op te treden. Artikel 36 heeft het over het Staatsgevaarlijke, maar evenzeer over het religie-gevaarlijke van een vaIschen godsdienst. In de andere artikelen heet het: Daarom verwerpen wij de dwaling der Manicheën; maar hier in Artikel 36: Wij ver­werpen de Wederdoopers.
En let nu op. Na de eerste Hervormingsperiode tot ± 1530, de Lutheraansche tijd, komt van 1530—'50 de sprinkhanenplaag der Wederdoopers.
Guido de Bray is tot in zijn nieren verontrust, dat de zaak des Heeren groote schade zal lijden. En van dezen man wordt getuigd, dat hij verdraagzaam was, alleen tegen de Wederdoopers was alles in hem onverdraagzaam, het vechten tegen die dreigende wolven is zijn levenswerk. Hij schrijft een boek: „La racine, source et fondement des Anabaptistes (de wortel, oorsprong en fundament der Wederdoopers).
In achthonderd compres gedrukte pagina's vecht hij met klare argumenten tegen zijn grootsten vijand. Hij verdedigt den heiligen kerkedienst tegen de aanmatigende bewering, dat ministers (predikanten) en predikers niet door God zijn gezonden en het Woord Gods niet prediken; dat de prediking van 't uitwendige woord niet het ware woord Gods was. Hij neemt de uitgave van 1544 over de Vleeschwording van Menno Simons onderhanden, stelt zich tegen den tweeden doop; hij stelt in 't licht, dat de Overheid wel door God ingesteld is. Hij wist te veel van het kwaad dezer sekte, van hun naaktlooperij, hun bigamie, van hun revolutiezucht en hun persoonsafgoderij. Wij hebben in Delft ook zoo'n vreemden sinjeur gehad, die zich uitgaf voor den nieuwen Messias; deze David Joris zei, dat er twee valsche profeten waren, n.l. Luther en de Paus, en twee ware: hij zelf en Jantje van Leiden.
De Hollandsche vertaling van de Bray's levenswerk kwam al in '65. En hij zelf zegt in de inleiding, dat hij zich bediend heeft, van wat anderen hierover schreven, vooral Calvijn, en Calvijn was reeds in Mei '64 gestorven. Zoo blijkt dat in de jaren van zijn Confessie zijn ziel op 't hoogst gespannen was tegen deze aartsketterij der Wederdoopers,
Straks zal dit Artikel 36 misbruikt worden om richtsnoer en grondslag te zijn voor de Gereformeerde Staatskerk der 17e eeuw, om niet alleen Roomschen, maar evenzeer Lutherschen en Joden de vrije uitoefening van godsdienst te beletten.
En het is juist de Bray geweest, in tegenstelling met Beza, die confereerde met Oranje om Lutherschen en Gereformeerden samen te doen optrekken tegen Spanje, en toen was de Prins nog Roomsch. En het was de Bray, ja, de vader der Ned. Geloofsbelijdenis, die daarvoor naar Metz ging om met Taffin over dit eenheidsfront te confereeren.
Zelfs Guido de Bray hechtte zoo weinig aan de letter, dat hij geen onoverkomelijk bezwaar zag in onderteekening der Wittenberger Concordie van 1536 als de verbroedering tusschen Lutheranen en Calvinisten er door werd bevorderd, en zoo de groote zaak der Hervorming werd gediend.
En zoo ligt de vraag: Heeft het analyseerende nageslacht wel de bedoeling verstaan van een artikel, dat zoo tegen den geest van den schrijver in, toegepast werd?
En nu niet de Lutherschen, maar de Roomschen. We verstaan elkaar immers goed, nietwaar, de geheele Confessie is één belijdenis of bekentenis van „den ware gelove", en dus één groote dogmatische positiestelling tegen de dwaalleeringen van Rome. Maar bedoelde — dat is immers de vraag — de Bray, toen hij de Overheid opriep in Artikel 36, om den valschen godsdienst uit te roeien, misschien in eerste instantie de Wederdoopers en dan mogelijk in tweede instantie Rome?
Ook dat laatste kunnen we met ons historisch geweten niet overeenbrengen. Moest dus volgens de opdracht aan d e overheid om alle afgoderij en valschen godsdienst uit te roeien, de Roomsche Kerk volgens Guido de Bray onder de roede door? Of was deze Kerk toch nog een Christi Kerk ondanks haar deformatie, ondanks zoovele menschelijke inzettingen en dwaalleeringen?
Calvijn had gezegd: Ja. En hij schreef aan kardinaal Sadoletus: Maar wij, o S., ontkennen niet, dat de Kerken, daar gij gezag over hebt, Christi Kerken zijn; maar een Roomschen paus, met al de kudden der valsche bisschoppen, die daar de plaats der herderen hebben ingenomen, zeggen wij dat wreede wolven zijn.
En wat doet de Bray in zijn belijdenis? Hij neemt een dogmatischen grondslag voor de Kerk in de belijdenis der Apostelen, in die van Athanasius en Nicea, en kiest zoo uitdrukkelijk den grondslag, die op het Concilie van Trente voor grondslag der Roomsche Kerk was aanvaard. En zoo wapent hij zich a.h.w. met dezen zelfden grondslag om juist te bewijzen dat de Gereformeerden evenzeer een Christi Kerk vormen, maar dan met gezuiverd Evangelie, zonder overgeoof. Zie eens hoe de Bray, inplaats van met het Overheidszwaard te dreigen, in Art. 26 al zijn overreding gebruikt om Rome van het verkeerde van aanroeping der heiligen af te manen.
(wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Art. 36 Ned. Geloofsbeiijdenis.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's