Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het parlementairs regeeringsstelsel.
De gebeurtenissen van de laatste weken in het Koninkrijk Servië, het tegenwoordige Joego-Slavonië, hebben een nieuw bewijs geleverd hoe de aftakeling van het parlementaire regeeringsstelsel in de Europeesche Rijken nog altijd voortgang maakt, ten einde daar, waar de geestelijke en zedelijke krachten van het volk zijn verteerd, door het despotisme te worden vervangen.
Eerst kwam in Rusland, als gevolg van de communistische revolutie, de dictatuur van het proletariaat; toen volgde Italië met zijn fascistische alleen-heerschappij onder den dictator Mussolini; verder waren aan de beurt Spanje, Portugal, Polen, Hongarije, Albanië, Turkije, Lithauen, in welke landen de alleen-heerscher zich van de macht meeester maakte en eindelijk melden de bladen, dat de Koning van Servië de Skupschtina, d.i. het parlement, heeft ontbonden, de Grondwet heeft terzijde gesteld en de regeermacht in al hare vertakkingen aan zich heeft getrokken. 
In al deze landen moesten tengevolge van den fellen partijstrijd tusschen de onderscheidene politieke richtingen, waardoor de parlementaire arbeid met lamheid was geslagen, de moeilijkheden op buiten-parlementaire wijze worden opgelost. Dit geschiedde door het uitroepen van den autocratischen regeeringsvorm. 
En met dezen autocratischen regeeringsvorm en het verdwijnen van het parlement, heeft het volk in die landen allen invloed op den gang van zaken verloren. Uit Servië wordt bericht, dat de wet tot bescherming van den Staat zelfs alle politieke partijen voor ontbonden heeft verklaard. Inmiddels gaat het proces voort.  Immers het feit is te constateeren, dat ook in die landen van ons werelddeel, waar de volksvertegenwoordiging nog bestaat, het parlementaire stelsel doodelijk krank is.
Dit is ook bij ons het geval. Het valt toch moeilijk te ontkennen, dat de Staten-Generaal gedurende de laatste drie jaar een groot gedeelte van zijn invloed en van zijne beteekenis heeft ingeboet. Het intermezzokabinet De Geer bekommert zich niet om het parlement, maar gaat zijn eigen weg.
En nu zijn wij hier te lande nog maar aan het begin der moeilijkheden. 
Nu is er natuurlijk een oorzaak, waardoor en de ziektekiemen in het staatkundig leven van ons volk zijn gekomen, en deze zich zoodanig hebben kunnen ontwikkelen, dat wanneer er geen verandering in den toestand komt het ergste staat te vreezen. 
Dat de ziektekiemen reeds langen tijd aanwezig waren, is algemeen bekend. Zij werden opgewekt, toen het Parlement naast de regeering op 't regeeringskussen ging zitten Dit was in de dagen, toen in de Grondwet het beginsel tot uiting kwam dat de wetgevende macht behalve door den Koning, ook door de Staten-Generaal wordt uitgeoefend. Door dit feit werd de revolutionaire weg betreden en nam de Staten-Generaal deel aan de regeering.
Daarna kwam de ontwikkeling der ziektekiemen. Aanleiding daartoe gaf de invoering van het evenredig kiesrecht, bij welke gelegenheid allerlei kleine partijtjes, ontstonden, die de kracht der groote politieke partijen verzwakten. Een ander gevolg was, dat ook de regeerjng van haar macht moest inboeten.
Het parlementaire kabinet Colijn moest in 1925 plaats maken voor het intermezzokabinet De Geer. Het valt te bezien of bij den tegenwoordigen stand der partijen in de naaste toekomst nog wel een kabinet zal zijn te vormen, dat op een meerderheid in het parlement rust. Hier bieden slechts twee wegen — en ook niet meer — een uitweg, n.l. om den normalen gang van zaken in het parlement weer te verzekeren.  De eerste weg ligt in het opnieuw doen samengaan der drie rechtsche groepen, althans wanneer deze niet te verzwakt uit den a.s. stembusstrijd naar voren komen. De andere weg is, wat van R.K. zijde wordt genoemd: „de uiterste noodzakelijkheid" ; d.i. een coalitie van Roomsch en Rood. Wordt een van deze twee wegen niet ingeslagen — waarop nog weinig uitzicht bestaat — den tweeden weg zouden wij voor de toekomst van ons volk funest achten — dan blijft het parlement met machteloosheid geslagen. Het ééne extra-parlementaire kabinet zal dan 't andere extraparlementaire kabinet, of hoe men zulk een kabinet zou willen betitelen, opvolgen.
En wat van dit proces 't einde zal zijn? Wie zal dit durven en kunnen zeggen? Nederland maakt terzake van het parlementaire regeeringssteisel een crisis door, waarvan in de historie van ons volk geen voorbeeld is aan te geven.
Voorwaar, de kleine partijtjes, die alleen kunnen bestaan door het toepassen van de z.g.n. „knabbelpolitiek" op de groote partijen, dragen in onzen tijd een ontzettende verantwoordelijkheid. Zij brengen, zoo God het niet verhoedt, de toekomst van land en volk in ernstig gevaar. Dat van dien gevaarlijken toestand, waar in de Staat en de Maatschappij verkeeren, ons volk zich eens bewust werd! Dan was er nog een blijde verwachting voor de toekomst.
Wij hebben reeds meermalen aangedrongen, dat allen die één zijn in de beginselen, zich nauwer aaneensluiten. Wij herhalen dien aandrang.
Wij kunnen met het oog op den nood der tijden ons niet de vrijheid veroorloven om gedeeld op te trekken. Daarvoor zijn de dagen waarin wij leven te ernstig. Servië is een nieuw baken in zee, dat ons volk ter waarschuwing moet zijn. Dat het daarop acht geve!

De legerorder ingetrokken.
De Minister van Defensie heeft bij Beschikking van 22 December 1928 een wijs besluit genomen. Hij heeft n.l. ingetrokken de legerorder, waarbij bepaald werd dat verkoop van sterken drank aan onderofficieren in de cantines in legerplaatsen en kampementen zou zijn toegelaten. Bij de behandeling van de begrooting in de Tweede Kamer was tegen den maatregel van den verkoop van sterken drank van verschillende zijden ernstige bedenking ingebracht. De bezwaren tegen de legerorder hebben ook wij destijds in den breede in ons blad aangegeven en reeds toen den Minister in overweging gegeven om de Beschikking in te trekken. Dat daaraan thans gevolg is gegeven, heeft ons niet weinig verblijd. In legerplaatsen en kampementen zou hel aanwezig zijn van sterken drank, bijzonder bij een minder goeden geest onder de militairen, ernstige gevolgen kunnen hebben. Het tweede Besluit van den Minister, waarbij de verkoop verboden blijft, is wijzer dan wat de Minister in eerste instantie bepaalde.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's