Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gereformeerde Geloofsleer.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gereformeerde Geloofsleer.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

6. Vraag: Hoe stond de Heiland en hoe stonden de Apostelen tegenover de Schriften?
Antw.: In de Synagoge was de Kanon of lijst der Oud Testamentische boeken. Ze waren met goddelijk gezag bekleed en ze hadden gezag in zichzelf, zijnde niet eens menschen woord, maar Gods Woord. Jezus leeft bij de Schriften en spreekt naar de Schriften. Ze zijn voor Hem de gang der Godsopenbaring, uitloopende in de vervulling, die in Hem gegeven is. Luc. 24 vers 44: „En Hij zeide tot hen: Dit zijn de woorden die ik tot u sprak als ik nog met u was, namelijk dat het alles moest vervuld worden wat van mij geschreven is in de Wet van Mozes en Profeten en Psalmen". Mozes, de Profeten en de Psalmen zijn voor Hem de Schriften. En „Hij opende hun verstand opdat zij de Schriften verstonden". In den weg der Schriften voert de Heiland de Emmaüsgangers ook tot de zaligste Christuservaring. Zijn raad en gebod is dan ook: „Onderzoekt de Schriften, want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben, en die zijn het die van mij getuigen" Joh. 5: 39. De verzameling der Schriften is Hem de openbaring van Gods waarheid. In de Synagoge neemt Hij dan ook de Schrift en leest daaruit voor en spreekt naar de Schriften. De Schriften zijn Hem Gods Woord en het is het geestelijk zwaard waarmee Hij strijdt, tegen den duivel (Matth. 4) en ook tegen de Sadduceën (Matth. 22). Hun filosofische redenatie, ontleend aan 't heidendom, waarbij zij het bestaan van engelen en geesten loochenden en de opstanding van de ziel en van het lichaam ontkenden, teekent de Heiland als „dwaling", en zegt: Gij dwaalt, niet wetende de Schriften". De Sadduceën deden beter zich aan de Schriften te houden en daarop hun geloof en leeringen te bouwen, dan op hun eigen verdwaasd verstand en hart te vertrouwen! De Schriften zijn de eenige en volkomen vertrouwbare gids in de dingen des geloofs — heeft de Heiland altijd geleerd; en door de verwaarloozing van de Schriftten komen de dwalingen.
Paulus schrijft : „En zoovelen als er naar dezen regel (Kanon) zullen wandelen, over dezelven zal zijn vrede en barmhartigheid en over het Israël Gods." De dwaalleeraars, die schijnbaar zoo ijveren voor Israël, zijn toch niet waarlijk Israël en bedoelen ook niet den zegen van het wezenlijke Israël. Het ware Evangelie is het Evangelie der Schriften, dat onder hen verkondigd was! En al kwam een engel uit den hemel, zoo zou men toch van het Evangelie der Schriften niet mogen afwijken. Hier gaat Oud en Nieuw Testament in elkaar over en hand aan hand.
Jes. 8: 20: „Tot de wet en tot de getuigenis! Zoo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn dat ze geen dageraad zullen hebben." Rom. 1: 1 en 2: ,,het Evangelie Gods, hetwelk Hij te voren beloofd had door Zijne profeten in de Heilige Schriften". Rom. 3: 1 en 2: „Welk is dan het voordeel van den Jood .......... veel in alle manier. Want dit is wel het eerste, dat hun de woorden Gods zijn toebetrouwd". 2 Tim. 3: 15 : „en dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door 't geloof hetwelk in Christus Jezus is".
De Heilige Schriften staan dus voor het ware Israël in 't midden van de opvoeding, de prediking, het leven enz. Daarin zijn de Heiland en de Apostelen één. En wat van het O.T. geldt, geldt niet minder van de Schriften des N.T. waarbij onze Geref. Vaderen altijd beleden hebben, dat de Heere ook in de verzameling en vaststelling der boeken (de Kanoniseering) „een bizondere zorg voor ons en onze zaligheid heeft gedragen" (Art. 3 Ned. Gel. bel). Schrift, Schriftgeloof, Evangelie, Zaligheid — 't is alles onlosmakelijk verbonden; gelijk ook de inhoud van het waar zaligmakend geloof is „al wat God ons in Zijn Woord heeft geopenbaard" (Zondag 7 Heidelb. Cat.).

7. Vraag: Is er altijd een beschreven Woord van God geweest?
Antw.: De Godsopenbaring is in den beginne niet geweest in den vorm van het beschreven Woord. In de eerste tijden hebben wij de Godsopenbaring door gezichten, verschijningen, droomen, visioenen en aanspraken, welke Godsopenbaring voornamelijk valt in den tijd der eerste geslachten en der aartsvaders, dus in de dagen vóór Mozes, zijnde een tijdsruimte van ongeveer 2500 jaar na de schepping. (Hebr. 1: 1; Gen. 17, 18, 28: 12 ; Ex. 3: 2 ; Num. 12: 6—8 ; 1 Sam. 3; Jes. 6 enz.

8. Vraag: Is de Godsopenbaring uit den tijd van Adam tot Mozes voor ons verloren gegaan?
Antw.: Veel van deze openbaring is ons bewaard in de Heilige Schrift, het beschreven Woord van God, hoewel niet alles ons bekend is. Ook later bevatte de openbaring dikwerf veel meer dan schriftelijk ons bewaard is. De boeken van de profeten zijn meestal slechts een korte samenvatting van wat zij mondeling tot hun tijdgenooten gesproken hebben; waarbij zij zich steeds aandienden in den naam des Heeren. („De mond des Heeren heeft het gesproken"; „zóó zegt de Heere'' enz.). Zelfs van den Heere Jezus wordt ons nadrukkelijk medegedeeld, dat Hij veel gedaan en gesproken heeft, dat niet is opgeteekend. Joh. 21 vers 25. Ook van Paulus b.v. weten wij, dat hij meer brieven geschreven heeft dan ons bewaard zijn. Zooals de Schrift is, zóó is zij „genoegzaam"; er behoeft niet meer bij. Ook hierin gelooven wij — om met art. 3 Ned. Gel. belijdenis te spreken — aan „eene bizondere zorg, die God voor ons en onze zaligheid draagt".
Door het „op schrift stellen" is de vorm der Godsopenbaring voor alle volkeren van alle tijden één en dezelfde en in dien weg der Schriften kon de Christelijke Kerk, op Gods tijd, haar éénheid bewaren over de gansche aarde.
De Openbaring Gods bestaat voor Christus' Kerk, ook voor alle komende eeuwen in den vorm der Heilige Schrift. Door de Heilige Schrift, als Zijn Woord, draagt God Zijn openbaring nu de wereld in; door de Heilige Schrift realiseert Hij wat Hij wilde openbaren in het leven en in de gedachten der menschheid. Die zich daaraan niet houden, dwalen. (Matth. 22 vers 29, 31).
De kracht van de Hervorming in de 16e eeuw is, dat er gevonden werd een heilzaam terugkeeren tot de Heilige Schrift als Gods Woord. Bij al de Hervormers was Gods Woord het eenig richtsnoer der geloofsleer en het delven in deze goddelijke goudmijn bracht schatten van heilswaarheden aan 't licht, die eeuwen verborgen waren geweest. Die in den Hervormingstijd afweken van de Heilige Schrift (art. 5 en 7 Ned. Gel. belijdenis), hebben niets dan verwarring gebracht en hebben het Protestantisme ten zeerste geschaad.

9. Vraag: Wie heeft de H. Schrift laten schrijven?
Antw.: De Heere Zelf heeft daartoe bevel gegeven dat men ZijnWoord op schrift stellen zou; terwijl tegelijk van Hem de wijsheid en de kracht uitging. 2 Tim. 3 vers 16: „Al de Schrift is van God ingegeven".

10. Vraag: Welk gebod van God uit de oudste tijden kennen wij aangaande het bewaren van de woorden Gods?
Antw.: In Deut. 6 vers 6 en 7 lezen wij: „En deze woorden, die Ik u heden gebied, zullen in uw hart zijn; en gij zult ze uwen kinderen inscherpen en daarvan spreken als gij in uw huis zit en als gij op den weg gaat en als gij nederligt en als gij opstaat".

11. Vraag: Hoe weten wij, dat de woorden Gods moesten opgeschreven worden?
Antw.: Ex. 17 vers 14: „Toen zeide de HEERE tot Mozes: schrijf dit ter gedachtenis in een boek en leg het in de ooren van Jozua, dat Ik de gedachtenis van Amalek uitdelgen zal van onder den hemel". (Amos 3 vers 7; Jesaja 30 vers 8; Habakuk 2 vers 2).
(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Gereformeerde Geloofsleer.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's