Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eénerlei getuigenis.
Toen wij ons artikel schreven: „De Ethischen — staan ze rechts of links", opgenomen in het vorig no. van „De Waarheidsvriend", schreef de Utrechtsche kerkelijk-hoogleeraar prof. M. van Rhijn een stuk voor het Algem. Weekblad voor Christendom en Cultuur over 't zelfde onderwerp in een lezenswaardig artikel: „De zondeval der Duinoordkerk". Ook daarin komt uit  — en dat verblijdt ons grootelijks — dat de Ethischen èn dogmatisch èn kerkrechterlijk niet links staan; anti-vrijzinnig zijn. Dat is in betrekking tot het kerkelijk vraagstuk en de oplossing daarvan zeker van groote beteekenis.
Het Bestuur van de Vereeniging van Vrijzinnig-Hervormden had voor de bevestiging en intree van hun Vereenigingspredikant eerst de Groote Hervormde Kerk gevraagd. Dat was door Kerkvoogden, op advies van den Kerkeraad, geweigerd. Ds. Reddingius, de vrijzinnige dominee, die z'n intree zou doen, had in Dokkum, waar hij vandaan komt, zelf nooit anders gedaan dan beurten weigeren aan rechtzinnigen, die met de verkondiging van het Evangelie van Jezus Christus naar Gods Heilig Woord (proponentsformule en beroepsbrief schrijven dat voor) recht hebben op de Hervormde Kerk. En hij, die nooit anders gedaan heeft dan weigeren, ging nu in Den Haag aan den rechtzinnigen Kerkeraad vragen de Hervormde Kerk te mogen gebruiken — waar hij, als Vrijzinnig dominee, komt om aan het Evangelie van Jezus Christus te kort te doen en een ander evangelie te brengen dan naar Gods Heilig Woord is. 't Is toch eigenlijk zeldzaam brutaal. Uit Dokkum komend, waar men zelf weigert, waar men zelf ook alles gedaan heeft om de 2e predikantsplaats op te heffen, tijdens welke vacature er nog rechtzinnige predikanten uit den Ring konden optreden — met zoo'n geschiedenis achter zich, dan in Den Haag vragend om de Hervormde Kerk voor de bevestiging en de intree van een Vrijzinnig predikant, door een Vrijzinnige Vereeniging benoemd, 't is wel sterk .....
Toen heeft het Bestuur der Vereeniging van Vrijzinnig-Hervormden zich gewend tot het Bestuur van de Duinoordkerk. En nadat een weigerend antwoord was gekomen, schreven de Vrijzinnig Hervormden van „de zondeval der Duinoordkerk".
Dat is nog al kras, om hier te spreken van ,,de zondeval". Zij, die Genesis 3 weigeren te aanvaarden en bij den zondeval, door de Heilige Schrift ons geteekend, weigeren van een zondeval te spreken, zij gaan bij alle mogelijke gelegenheden, waar er conflict gezien wordt met de vrijzinnige gedachte, met sterken nadruk dat woord „zondeval" gebruiken; getuige het antimilitairistische boek van prof. Heering ,,De zondeval van het Christendom", en nu weer het geschrijf van de Vrijzinnig Hervormden in Den Haag, over ,,de zondeval der Duinoordkerk". Als men ook de hooge majesteit van de Vrijzinnigen te na komt, mag er wel gesproken van „de zondeval"!!! Prof. Van Rhijn, van Utrecht, neemt de Haagsche Vrijzinnig-Hervormden nu even onder handen. En hij doet het niet malsch. Hij begint aldus: 
„Er zijn allerlei redenen om te hopen, dat er eens een weg gevonden zal worden, waarlangs aan het eindelooze geharrewar en getwist tusschen de richtingen in onze Hervormde Kerk op de een of andere wijze een eind zal worden gemaakt. Maar wanneer men uitingen als „de zondeval der Duinoordkerk" leest, vraagt men zich af of er met degenen, die zóó volkomen besefloos oordeelen, nog wel op redelijken grond valt te onderhandelen".
Verder zegt prof. Van Rhijn dan:
„De Duinoord-Kerk is gesticht door een groep particulieren, die om allerlei redenen met den gang van zaken in de Hervormde gemeente te Den Haag niet tevreden waren, op vrijzinnige prediking zeer beslist geen prijs stelden, en ten slotte besloten zelf de hand aan den ploeg te slaan". „Nu komt daar een groep van Vrijzinnig-Hervormden, een groep, waarmede de Duinoord-Kerk absoluut niets te maken heeft en vraagt zoo maar, of zij ook eens van deze kerk gebruik mag maken. Naar het schijnt, hebben de heeren in de meening geleefd dat de Duinoord-Kerk met een soort van Amsterdamsche Vrije Gemeente gelijkstaat, waar Socrates, ds. Hugenholtz, prof. Loman en Jezus, tot verbazing van het nageslacht, naast elkander in de kerkramen prijken. Misschien heeft men ook wel gedacht, dat de Duinoord-Kerk een soort van publieke tribune, of een gebouw tot „Nut van het Algemeen" kan worden genoemd, waar ieder desgewenscht het Woord recht of averecht mag snijden".
„Hoe weinig begrip moet men van een Kerkverband als de Duinoord-Kerk hebben, wanneer men het waagt voor een godsdienstoefening als de hierboven bedoelde — n.l. ter bevestiging en intree van een modern predikant — „het gebouw aan te vragen!"
,,Des te meer verwondert" — zoo schrijft prof. Van Rhijn —„ons deze handelwijze, omdat het in Vrijzinnige kringen tegenwoordig schering en inslag is om alles wat in groote trekken „Ethisch" denkt, in het publiek van oneerlijkheid en geknoei te verdenken. Wanneer men de zeldzaam wrange en zuurzoete wijze beschouwt, waarop geschriften of werkzaamheden van „Ethische" zijde in dagbladen en tijdschriften worden behandeld, vraagt men zich nog des te meer af, waaraan de Haagsche Vrijzinnigen den moed ontleenen een kerk, die geheel door objectief of subjectief onwaarachtigen wordt geleid en bezocht en verzorgd, voor een speciaal vrijzinig doel, waarmede de Duinoord-Kerk absoluut niets te maken heeft en te maken wil hebben, op te eischen, en dan nog, als het verzoek geweigerd wordt, van een „zondeval van de Duinoord-Kerk" te spreken".
,,Het woord „zondeval" is hier volkomen misplaatst" vervolgt prof. Van Rijn, na eerst ook nog over het boek van prof. Heering een en ander gezegd te hebben. „En wanneer men nu een zoo goed verdedigbaar en volkomen begrijpelijk besluit van het Bestuur der Duinoord-Kerk met den zondeval gaat vergelijken, is men toch wel hopeloos de kluts kwijt. Met dergelijke woorden springt men niet om als met pepernoten". ,,Als het Bestuur der Duinoord-Kerk aan één Vrijzinnige het recht geeft daar te preeken, kan dit Bestuur het anderen moeilijk weigeren. En let men op allerlei uitingen van Vrijzinnigen kant, dan wordt men telkens weer getroffen door beschouwingen, die kennelijk met het Evangelie en de Christelijke Kerk vrijwel niets te maken hebben, of er zelfs lijnrecht tegen ingaan. Onlangs verzekerde een z.g.n. Malcontent Vrijzinnig theoloog, dat het er voor het geloof niet zoo heel veel toe deed of Christus al dan niet historisch bestaan heeft. Wie dit zegt, kan, ondanks zulk een uitspraak, met Christus leven, maar zulke beschouwingen wenscht geen christen op den kansel te hooren. Dr. Snethlage tikt Johannes, Paulus, Augustinus, Luther, Pascal, Kierkegaard, en de geheele Christelijke Kerk op de vingers, als hij met groote hartstochtelijkheid telkens weer verzekert, dat de Christologie van Johannes 1 met een geantiqueerde mythe gelijk staat. En hier ligt de centrale vraag der Christelijke Kerk". „Wanneer dergelijke uitingen onder christenen, ook onder Vrijzinnige christenen, door velen worden geaccepteerd, althans niet met collectieven nadruk worden verworpen, moet men zich niet verwonderen, dat degenen die op die centrale punten bij de Reformatoren, ook bij het gemeenschappelijk getuigenis der geheele Christelijke Kerk, wenschen aan te sluiten, geen trek hebben om eigen kerkgebouw zoo maar voor allerlei heterogeen of heelemaal geen Christendom, open te zetten".
„Wij kunnen elkander eerlijk trachten te verstaan en eerlijk trachten te bestrijden, ook samengaan als dit mogelijk is, maar aan geestelijke amalgama's, waarbij wij beweren dat „we toch eigenlijk allemaal zoo ongeveer hetzelfde bedoelen", heeft niemand iets, en er kan van zulk een houding ook geen leiding uitgaan". 
„Vele Vrijzinnigen" — zoo besluit prof. Van Rhijn zijn lezenswaardig betoog — leven nog steeds in de meening, dat „Ethiche" theologen in religieuse vraagstukken precies eender denken als zij. Daar vergissen zij zich in. Ten aanzien van de Christus-belijdenis denken verreweg de meeste Ethischen orthodox en gevoelen zij zich huis, zelfs bij Athanasius. Waar het het recht van het critisch onderzoek betreft, wenschen zij zich voor dit onderzoek niet te sluiten, al zullen zij de ongeestelijke veronderstellingen, waarvan menig critisch onderzoek uitgaat, nooit of te nimmer aanvaarden. De hoofdzaak is voor hen echter in de Christus-belijdenis gelegen. Verwerpt men die, dan kan er van eerbied en luisteren aar anderen sprake zijn, maar op religieus gebied is dan de band in negen van de tien gevallen doorgesneden". „Wij verklaren nog eens, niet te begrijpen waar men moed vandaan haalt om van een „zondeval der Duinoord-Kerk" te spreken".
Wij hebben bij het citeeren van hetgeen prof. Van Rhijn hier schrijft geen enkel woord onderstreept, hoewel onze pen er hier en daar wel een streep onder had willen zetten. Maar ook zonder onze onderstreeping zal men, wanneer men ons artikel over de Ethischen en de Vrijzinnigen, verleden week geschreven, nog eens wil inzien, gemakkelijk begrijpen, dat wij met zeker genot het artikel van prof. Van Rhijn hebben gelezen, daar principieel en kerkelijk hier lijnen getrokken worden, waarvan wij zelf ook hebben gesproken.
Bij de centrale vragen voor Christus' Kerk ligt er een onoverbrugbare klove tusschen rechtzinnigen en vrijzinnigen. Al de Reformatoren en heel de Christelijke Kerk van alle eeuwen eenerzijds, en de modernen anderzijds. En een Kerkbegrip, waarbij het christelijk geloof facultatief gesteld wordt, kan ook de Ethischen nooit aannemelijk zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's