Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De N. Rott. Crt wordt wakker.
Het is nu December. Nog een paar weken en de Synode zal in buitengewone zitting samenkomen ter behandeling van het Reorganisatie-plan. De Vrijzinnige Hervormden houden zich stil. Ze zullen met hun stemmen-aantal, zonder veel praten, in bond met de Waalsche afgevaardigden (die overigens niets met de Hervormde Kerk als zoodanig hebben uit te staan), wel zorgen, dat zoo weinig mogelijk kans gegeven wordt aan het Voorstel der Reorganisatie-Commissie. Zij zullen wel mee zorg dragen, dat de rechtzinnig belijdende Nederlandsche Hervormde Kerk in de grootst mogelijke moeite blijft voorttobben. Als zij zelf maar gebruik kunnen maken van de allerongelukkigste omstandigheden der Hervormde Kerk, dan zijn ze tevreê. Stil houden de Vrijzinnige Hervormden zich. Straks zullen ze hun slag slaan.
Het alarm komt van ethische zijde, vooral door middel van de N. Rott. Crt. Daar staan nu dagelijks artikelen in die geen onzeker geluid geven. En het consigne is: zonder pardon het doodvonnis.
Het is vermakelijk, hoe de liberale Rotterdamsche Courant zich weert, om mee te helpen dat het Reorganisatie-Voorstel zal kelderen.
Het werd zelfs onbehoorlijk geacht door het groote liberale dagblad, dat b.v. in Groningen in druk bezochte vergaderingen het Reorganisatie-Voorstel met de leden der gemeente besproken werd. Het liberale dagblad oordeelde, dat men, alvorens de (aristocratische) Synode er over vergaderd en beraadslaagd heeft, de zaak niet ter bespreking mocht voorleggen aan 't plebs. De leden der gemeente hebben er geen recht op, dat met hen over kerkelijke zaken gesproken wordt!
Intusschen schrijft men „van ethische zijde" er maar op los in de deftige liberale Rotterdammer! Dat mag wel. Jan Publiek — of neen, de N. Rott. Crt. is niet voor „Jan Publiek". Maar de lezers van de N. Rott. Crt. dan, die mogen wèl ingelicht worden en aan die menschen mag de zaak wèl worden voorgelegd, vóór de Synode samen is geweest.
Als het maar is om het Reorganisatievoorstel af te breken, dan mag het wel. Maar als in druk bezochte vergaderingen het Reorganisatie-voorstel besproken en verdedigd wordt, dan grijnst de oude liberale tante, dat zulks onbehoorlijk is.
Ook over de kerkelijke verkiezingen heeft de N. Rott. Crt. een artikel. Die verkiezingen met al die strooibiljetten enz. verhoogen het prestige der Kerk niet, zegt het liberale dagblad. Zegt u dat wel! ........ Vooral die orthodoxe pamfletten enz. zijn schandelijk. Zegt u dat wel!
Wakker is de N. Rott. Crt. Zij ziet en bemerkt en beschrijft en bespreekt alles. Zelfs Lutten aan de Dedemsvaart moet besproken worden.
Maar als 't b.v. gaat om de kwestie, dat de vrijzinnigen in Boskoop en de vrijzinnigen in Zuidwolde zoó on-vrijzinnig zijn, om aan de vrouwen het stemrecht te onthouden, om zoo in het college van Notabelen en Kerkvoogden een moderne meerderheid te behouden (Kerkeraad en Kiescollege zijn orthodox) dan slaapt de oude tante. Dan dommelt ze voort en ze ziet niets en zegt niets. Doof en stom is ze dan. Maar ze wordt wakker, als te Bodegraven de klok niet luidt, wanneer een moderne dominé in de Herv. Kerk preekt. En als ze een advertentie van „de Gereformeerden" te Delft leest is ze aanstonds ,,bij" en schrijft met vaardige hand over die onverdraagzame confessioneelen en ethischen.
Een zeker soort ethischen staat bij haar in de gratie. Die ethischen namelijk die in de Kerk van Christus geen hooger macht kennen dan de consciëntie; dan de ongecontroleerde consciëntie; en dus de opperhoogheid van den mensch; en dan bizonder de opperhoogheid van den dominé.
Als „van ethische zijde" geschreven wordt over de „dogmatische onzinnigheden" van 't Avondmaalsformulier; en als guitig geschreven wordt, van de vergissing van de Reorganisatie-Commissie, die blijkbaar niet weet, dat belijdenisschriften en formulieren (bedoeld zijn natuurlijk de liturgische fo.rmulieren, die naast de belijdenisschriften dan worden genoemd) 't zelfde zijn. Zulke dingen vindt de N. Rott. Crt. heerlijk, geestig; en hoe meer men „van ethische zijde" zóó schrijft, over die „formulieren", die „al zoo oud zijn" (dat zé „zoo mooi" zijn, weet men blijkbaar niet), hoe liever dat de N. Rott. Crt. 't heeft.
„Van ethische zijde" heeft men zelfs de geschriften van prof. Visscher ter hand genomen en met wellust schrijft „men" groote stukken uit de brochure van prof. Visscher „Tijd rijpt" af, om de rechten van de modernen op grond N.B. van art., 3 van het Algem. Regl., te verdedigen. En de rechtsethischen, confessioneelen en gereformeerden krijgen intusschen niet weinig uit de pan!
Zoo solt men met de Ned. Hervormde Kerk, vooral wanneer er plannen zijn het belijdend karakter van die Kerk meer en beter te doen uitkomen. Dat het geen onverschillige zaak is voor de Kerk of Christus beleden wordt of niet — wil men niet erkennen. Als de menschen, als de vrijzinnige menschen in de Herv. Kerk maar doen en laten kunnen wat ze willen, dan is 't goed, 't Heilige huisje van den mensch moet geëerbiedigd. Het recht van de Kerk komt er minder op aan.
Zoo doet de N. Rott. Crt. gaarne er aan mee, om de Ned. Hervormde Kerk in den strijd te betrekken en dan mee te zorgen, dat de vrijzinnigen vrij blijven, om te kunnen doen en laten wat men wil. Houd ze in de gaten, als de N. Rott. Crt. over de Ned. Hervormde Kerk schrijft.
't Is er haar nooit om te doen, dat de Hervormde Kerk naar haar eigen kerkelijk recht, de kerkelijke Vergaderingen in classis en in provincie, ook synodaal, terug krijgt. En 't is er haar nooit om te doen, dat de Hervormde Kerk meer als belijdende Christus-Kerk zal uitkomen in dezen lande.
De N. Rott. Crt. heeft andere idealen. Christus of niet-Christus komt er minder op aan. Wie maakt zich N.B. in de Kerk nog dik om zulke luttele vragen!

Met goddelijk gezag bekleed.
Dat is ook een scherpe pijl die „van ethische zijde" wordt afgeschoten op het Reorganisatie-voorstel. De ambtsdragers, de kerkelijke vergaderingen zouden, indien de Kerk gereorganiseerd werd in den zin van het ontwerp, ,,met goddelijk gezag" bekleed worden. 
Vreeselijk! toch, wanneer ouderlingen en predikanten op de Classicale Vergadering „met goddelijk gezag bekleed" zouden zitten, om de kerkelijke zaken, te behandelen.
Dat de Modernen c.s. daar zitten met hun „gezond verstand" en met hun „gave consciëntie", om alles naar hun „gezond verstand" en naar hun „consciëntie" te beoordeelen, te beslissen en te regelen, dat vindt men „van ethische zijde" in de N. Rott. Crt. best.
Maar dat rechtzinnige predikanten en ouderlingen de zaken der Kerk willen beoordeelen, behandelen „en beslissen overeenkomstig de ons geopenbaarde waarheid Gods, dat is de brutaliteit zelve en ,,de dwaasheid gekroond". 
Niet het Woord Gods zal beslissen wie Christus is, wat de Kerk is, wat de ambten zijn, wat de sacramenten zijn enz. enz. Die „met goddelijk gezag bekleed" tot deze dingen nadert, met Gods Woord in de hand, doet in de Kerk van Christus een misdaad.
En de dominé dan op den preekstoel, die op z'n naamkaartje zet de bekende letters V.D.M., 't welk beteekent: ,,bedienaar des Goddelijken Woords? 
Wat doet die man Zondag op Zondag op den preekstoe ? Staat hij daar om de gemeente te onderwijzen in de Schriften of niet? Staat hij daar om de gemeente te overtuigen, dat God alzóó spreekt of niet? Staat hij daar, met het Woord voor hem, om de gemeente Gods stem, Gods waarheid te doen beluisteren of niet?
Staat hij daar, met Gods Woord voor hem, om, met goddelijk gezag bekleed, Gods Waarheid bekend te maken — of staat hij daar om z'n eigen wijsheid en z'n eigen vinding en z'n eigen hebbelijkheden en liefhebberijen aan een schare van luisteraars, van hoorders en hoorderessen voor te dragen? 
Is de Kerk een gehoorzaal, een gebouw voor kunsten en wetenschappen, een plaats voor lezingen en voordrachten of is de Kerk de plaats waar Gods Woord gepredikt, uitgelegd, verklaard en toegepast wordt, de plaats waar het Evangelie van Jezus Christus wordt verkondigd, dat Evangelie, dat „met goddelijk gezag bekleed" is?
De ambten zijn er om naar Gods Woord te oordeelen, te handelen, te beraadslagen, te regelen, te beslissen.
Zóó moet de Kerk van Christus worden geleid, geregeerd, bestuurd. En dan niet door ambtsdragers, die leeren wat hun gezond verstand of hun consciëntie hun leert — maar wat zij naar Gods Woord voor de Kerk weten dat goed is, tot Gods eer en tot heil der Kerk.
Omdat er wel eens dwaze dingen gezegd worden op den kansel — verandert in wezen in de Kerk niet de bediening des Goddelijken Woords. Omdat er wel eens ambtsdragers, predikanten of ouderlingen zijn, die dwaze dingen leeren — verandert in wezen in de Kerk niet de regeering der Kerk naar den Woorde Gods, door bemiddeling van hen, die daartoe van Christus zijn gegeven.
Dat er in de Kerk van Christus van „met goddelijk gezag bekleed" gesproken wordt moet een zeker iemand, die zich „ethisch" noemt, niet bespottelijk maken. Of zou men de Kerk willen regeeren door de wijsheid van zekere „ethische" personen? 
Waar halen die dan hun „wijsheid", waar aan de Kerk van Christus gehoorzamen moet, vandaan?
Is dat ook uit God? Of moet dat ongecontroleerd door ons allen zoo maar als uit God worden aangenomen? Welk legitimatiebewijs hebben ze dan? Gods Woord? Of iets anders? In de Kerk van Christus zal men, 't gaat hoe 't gaat, toch moeten kiezen. Tenzij men de Kerk zelve wil opofferen aan eigen liefhebberijen. 

Ook niet zoo heel verblijdend!
In Amsterdam hadden de Vrijzinnig Hervormden twee eigen voorgangers, en wel de heeren ds. W.F. van Dijk en ds. D. Bakker, 't Was een „Eerezaak" over heel Nederland, om voor die twee moderne predikanten van Amsterdam te zorgen. De hoofdstad zou spoedig gewonnen zijn voor de vrijzinnige prediking van die Hervormde dominé's en ver in 't verschiet lag de verovering, van de Hervormde gemeente in Amsterdam voor het modernisme. Waar vroeger de moderne prediking op den kansel was, zou weldra wéér de vrijzinnige waarheid verkondigd worden!!!
Maar nauwelijks zijn de twee vrijzinnige predikanten van de „Eerezaak" in de hoofdstad, of de één krijgt een beroep naar een dorp en neemt het beroep aan en gaat Amsterdam verlaten.
Zoo héél bemoedigend moet dat niet zijn, dunkt ons.
Zou de liefhebberij voor de vrijzinnige prediking onder de Hervormden in Amsterdam ontbreken?
't Gebeurt meer, dat de modernen roepen, schreeuwen om een dominé van hun richting. En ze spelen dan de martelaar, de verdrukte onschuld, enz. enz, als hun een predikant onthouden wordt. Maar als ze een dominé hebben, dan is het aantal kerkgangers niet zelden buitengewoon klein en de belangstelling is bedroevend gering. Is van Alkmaar nog niet pas ook zoo'n be­richt gepubliceerd? De fijnen-haat is gewoonlijk grooter dan de liefde voor de Kerk bij de modernen. Als ze de fijnen er maar uit kunnen houden, dan is het al genoeg. Zelf begeeren zij niet in te gaan. Ze kunnen het ook wel zonder Kerk af!

Verwarrend.
Van meer dan één kant krijgen we uit onderscheidene gemeenten bericht, hoe er hier en daar telkens pogingen in het werk gesteld worden de Gereformeerde beweging in het midden der Ned. Hervormde Kerk in de war te sturen, door personen die met een ziekelijke prediking rondtrekken en staatkundig de Kersten-partij propageeren. Kerk en school begint er hier en daar onder te lijden en bedoelde personen bedoelen blijkbaar onze Hervormde gemeenten te verraden en te verkoopen.
Gelukkig gaan de oogen bij velen open, die voelen, dat enkele personen er blijkbaar plezier in hebben, om alles zoo naar en zoo akelig mogelijk voor te stellen en alles in 't zand te doen loopen. In troebel water is 't dan goed visschen.
Men zij gewaarschuwd.
Wat we met des te meer ernst zeggen, omdat er helaas! ook velen zijn, die goedgeloovig zich laten beinvloeden en die er blijkbaar geen erg in hebben, dat de Gereformeerde Waarheid zoo geradbraakt wordt en onze gemeenten in 't ongeluk worden gewerkt.
Tegen allen, die zóó onze Hervormde Kerk schade toebrengen en onze Gereformeerde beweging stinkende maken, willen we ernstig waarschuwen bij deze.
Al die ziekelijke, naargeestige, ongelukkige dingen hebben niets te maken met onzen Gereformeerden Bond! Die den Gereformeerden Bond voor deze en dergelijke ziekelijke, nare dingen aansprakelijk stellen, zien de dingen verkeerd en doen den Gereformeerden Bond onrecht aan.
Bovenbedoelde predikers en voorgangers en leidslieden zijn geen lid van den Gereformeerden Bond. En de Gereformeerde Bond heeft niets met deze menschen uit te staan. In het minst niet
De Gereformeerde Bond bedoelt gansch iets anders, niet tot slooping en afbraak van de Hervormde gemeenten, maar tot opbouw van de Hervormde Kerk, naar de beginselen van Schrift en belijdenis. 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's