Geestelijke opbouw

Wij hebben ons zeker niet er van te beschuldigen, dat we te veel aandacht schenken aan de geestenwereld, die er toch ongetwijfeld volgens Gods Woord is en ook van buitengewoon groote beteekenis moet worden geacht. En misschien is mee daarin een oorzaak aan te wijzen, dat, toen een spiritistische beweging zich in gang zette, om vanuit Amerika ook tot ons te komen, velen zich tot die beweging, welke de aandacht op de geestenwereld zette, aangetrokken gevoelden. Niet Schriftuurlijk onderlegd, sloeg men in dezen gemakkelijk op hol en kwam tot verboden practijken, voor lichaam en ziel verderfelijk.
De H. Schrift wil, dat we onze aandacht aan de geestenwereld en dan bizonder aan de engelenwereld, maar dan ook op Schriftuurlijke wijze en niet op eigenzinnige, dwaze, zondige manier !
Vóór de mensch geschapen was, was de engelenwereld door God in de bovenste hemelen geformeerd, duizendmaal duizenden en tienduizend maal tienduizenden in getale.
En toen is, vóór de val des menschen op aarde een feit werd, een opstand uitgebroken onder de engelen in den hemel, waarbij één als de voornaamste en velen met hem, zich als tegenpartijder tegenover den souvereinen God stelden, hun oorspronkelijk beginsel van gehoorzaamheid en heiligheid verlatend.
Sinds bestaat de duivelenwereld, met vele geheimen voor ons, bewoners der aarde, maar met zulke openbaringen van kracht, van zonde en dood, dat ieders leven er mee in aanraking komt en de wereldgeschiedenis met deze duivelenwereld in 't nauwste verband staat.
In Genesis 3, aanstonds na de schepping, zien we de duivelenwereld in haar werking op aarde. Want niemand minder dan Jezus Zelf zegt ons in Joh. 8 vers 44, dat het gebeurde in het Paradijs bij Adam's en Eva's val, alzóó moet worden uitgelegd, dat wat de slang tot Eva sprak een spreken van Satan was. Hij is de menschenmoorder van den beginne. Hij is de onheilige geest, die zich tegenover God en Zijn schepping stelt, om dood en verderf te brengen over alles en zoo mogelijk Gods werk te doen mislukken.
Leugen-V ader, heet de Satan, die niet alleen zelf leugen werd, maar tegelijkertijd aller leugen vader is, niet anders dan bij leugens levend en leugens voortbrengend.
Wondere geheimnissen liggen in deze geschiedenis van den val der engelen verborgen. Daar aan den voet van Gods troon begint de opstand van geschapen geesten, die God zóó geschapen had, dat zij vrij konden en moesten kiezen, om God te dienen óf om Hem te wederstaan.
En sinds Beëlzebul, de overste der duivelen, met zijn legerscharen zondigde, komt het beginsel der zonde op aarde en ook Adam en Eva, verleid zijnde, vallen van God af, Satan méér vertrouwend dan hun Schepper en Maker, die hen zette in het Paradijs.
Dien hof moesten zij bewaren tegen de insluiping en verleiding des Boozen, maar zij zijn Gode niet gehoorzaam geweest, zich aan de zijde van den duivelschen tegenstander van God stellend.
Als wederpartij der Gods doet zich de Satan aan ons voor, naar luid van de Heilige Schrift. Door heel de geschiedenis heen gaan de aanslagen der hel en de aanvallen der duivelen tegen God en Zijn werk, vooral ook tegen Gods volk, als het bizonder voorwerp van Zijn liefde, dat Hij heeft uitverkoren om Hem te dienen en eeuwig met Hem te leven. Kan de Booze dat erfdeel des Heeren treffen, dan laat hij 't niet. Kan hij 's Heeren werk bemoeilijken, verwarren, benauwen, dan is hij er altijd aanstonds bij, daar hij als een moordenaar altijd loert op 's Heeren Kerk.
Vandaar dat Satan, hoe meer 's Heeren werk zich uitbreidt onder de volkeren, zich hoe langer hoe meer roert. Houdt hij zich gedurende de oude Bedeeling voor een groot deel verborgen en gaat hij dan nog veelszins schuil — als Christus komt, in Wien God Zelf mensch wordt en op aarde komt om Zijn heerlijkst en heiligst werk te doen tot verlossing van een arm zondaarsvolk en tot de wedergeboorte van gansch de schepping, dan treedt Satan welbewust en krachtig naar voren. Dan, als Christus als incarnatie van den Heiligen Geest komt, om licht en waarheid en leven te openbaren, dan houdt Satan, als incarnatie van den duivelschen en helschen geest, zich niet langer in ; dan breidt hij zijn vleugelen uit; dan ontplooit hij zijn vele krachten ; dan neemt hij telkens andere gedaanten aan, waarbij hij zich zelfs als een engel des lichts weet voor te doen.
Dan, als eindelijk in de volheid des tijds de Heiland op aarde komt, dan is het, of Satan met zijn helsche benden eerst goed op kracht komt. En Jezus ontmoet hem bij Zijn rondwandeling op aarde telkens en spreekt diensvolgens méér over den duivel en zijn werk, dan Mozes of Jesaja, of wie ook, ooit van hem hebben getuigd.
Zóó wordt hij dan openbaar als de wederpartijder Gods en als de Antichrist.

(Wordt voortgezet).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen