Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Da Christelijke Vakbeweging.
Het is een verheugend feit, dat tegenover de actie van den modernen Arbeidersbond, die er op gericht is om de positie van de Vakvereenigingen, die op revolutionairen grondslag staan, te versterken, ook de Christelijke Vakbeweging voortdurend bezig is om haar ledental uit te breiden.
Uit de statistieken blijkt duidelijk, hoe de stand van zaken op dit oogenblik is.
Staan aan de eene zijde de arbeiders, aangesloten bij het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen of bij het Nederlandsch Arbeiders Secretariaat respectievelijk 251.487 en 17361 werknemers, aan den anderen kant vinden wij tegenover deze in totaal 268.848 revolutionaire georganiseerde arbeiders, het Christelijk Nationaal Vakverbond, de Protestantsche organisatie, met 71.300 en den Roomsch Katholieken Werkliedenbond met 130.894 man geplaatst.
Zien wij voorts op den groei der Vakcentrales gedurende de laatste 15 jaar, dan blijkt, dat niet alleen de sympathie voor de Vakbeweging op religieuse basis groeiende is, maar dat ook de verhoudingscijfers van den groei, in percenten uitgedrukt, voor deze gunstiger is dan voor de moderne Vakbonden.
Hoe groot de beteekenis van de Christelijke Vakbeweging voor ons land is, is duidelijk naar voren getreden in de woelige Novemberdagen van het jaar 1918, toen de vloedgolf der revolutie over Europa ging en de geheele Christelijke Vakbeweging zich als één ongedeeld geheel rondom de wettige Overheid schaarde ter handhaving van het gezag en ter beveiliging van de orde en de rust in het land.
Doch ook ligt de waarde van de Christelijke Vakbeweging in het versterken van het christelijk beginsel op het terrein van den arbeid en in het beschermen van den christen-arbeider tegen de overheersching van de mannen van 't brute geweld. De christelijke arbeider, die nog niet georganiseerd is, mag zich deze beteekenis van de Christelijke Vakbeweging wel eens indenken.
Het zou waarschijnlijk in de arbeiderswereld op dit Oogenblik zoo geheel anders toegaan, wanneer van christelijke zijde het terrein van den arbeid braak was blijven liggen en daarmede geheel dit gebied aan den modernen Bond was overgelaten.
Dan dreigde er voor de christelijke arbeiders ongetwijfeld een groot gevaar.
Wij zien dit b.v. in Denemarken, waar de Socialistische Vakbeweging met haar 300.000 leden oppermachtig is en de zeer kleine Christelijke sociale organisatie hoegenaamd niets beteekent.
In Denemarken nu hebben de revolutionaire Vakorganisaties in de meeste bedrijven contracten afgesloten, waarin bepaald wordt dat alleen haar leden te werk gesteld mogen worden. Door dwangmaatregelen wordt daaraan zoo noodig kracht bijgezet.
De secretaris van het Christelijk Nationaal Vakverbond, die van deze roode terreur in Denemarken mededeeling doet, laat op zijne correspondentie deze conclusie volgen : „Hier geldt dus ten volle : rood of geen brood".
En alsof 't nog niet reeds erg genoeg is, dat in Denemarken de bedrijven zich schikken naar de eischen der revolutionaire arbeiders, ziet men in dat land ook de plaatselijke Overheid hier en daar er toe overgaan om te bepalen, dat op de werken, die de gemeente laat uitvoeren, slechts de in Socialistische Vakvereenigingen georganiseerde arbeiders te werk mogen worden gesteld.
Zóó wordt de toestand, wanneer de revolutionairen heer en meester van het terrein zijn.
De krachtige actie van de op religieuse basis gevestigde Vakbeweging kan, zoo zij onder Gods zegen biddende werkt, onze arbeiders voor het roode schrikbewind bewaren.
Dat de Socialistische Vakvereenigingen bij ons van een zelfde mentaliteit (geestesgesteldheid) zijn als de geestverwanten in Denemarken, en zij, zoo het hun maar even mogelijk ware, een gelijke terreur in hei arbeidersleven zouden uitoefenen, daarvan zijn de bewijzen voor het grijpen.
Nog onlangs lazen wij in „De Gids", het orgaan van het Christelijk Nationaal Vakverbond, van een geval, dat te Almelo onder de spoorwegarbeiders heeft plaats gehad en waar een christelijk georganiseerd spoorwegman uit zijne organisatie moest treden, omdat zijn collega's, die modern georganiseerd waren, hem niet met rust lieten en hij ook onder deze revolutionairen geen leven meer had.
Een dergelijk terrorisme zou zeker aan de orde van den dag zijn, ware het niet, dat de Christelijke Vakbeweging tegen zulk een dictatuur met kracht optrad. En daarom verheugen wij er ons over, dat zoowel in het landsbelang als in het belang van maatschappij en christen-arbeider, tegenover de revolutionaire Vakcentrales eene Christelijke Vakbeweging staat.

Afbraak van de openbare school
De vorige week maakten wij een paar opmerkingen over hetgeen de Bond van Nederlandsche Onderwijzers met het voorop schuiven van de politieke neutraliteit bij het openbaar onderwijs tracht te bereiken. In den zelfden geest schrijft thans de „Nieuwe Provinciale Groninger Courant", waaruit wij het onderstaande laten afdrukken :
De Bond van Nederlandsche Onderwijzers heeft te Leiden zijn 57ste algemeene vergadering gehouden. In zijn openingsrede besprak de voorzitter, de heer Lamers, „het misbruik dat door vele autoriteiten van de openbare school wordt gemaakt, door deze in strijd met de neutraliteit dier school, te betrekken in allerlei Oranjefeesten en huldigingen.
„Er is" — aldus spreker — „heel wat veranderd. Meer en meer is men gaan inzien, dat de openbare school, zal ze bruikbaar zijn voor geheel ons volk, ook neutraal moet zijn in politiek opzicht, en men ze moet houden buiten demonstraties, die blijkbaar bedoelen het propageeren van een bepaalden regeeringsvorm.
Toch zijn wij nog in 't afgeloopen jaar getuige geweest van een poging in Den Haag om de openbare school in een dergelijke manifestatie te betrekken. Onze afdeeling aldaar heeft zich daartegen terecht teweer gesteld. En wij zeggen het nog eens bij voorbaat, onze bond zal zich steeds te weer stellen tegen elke poging om de openbare school voor een dergelijk doel te misbruiken. Dit heeft met ons politiek inzicht, met onze politieke overtuiging niets te maken, maar het vloeit voort uit ons paedagogisch inzicht, dat men het kind op de openbare school slechts heeft te geven wat des kinds is, en dat de openbare school bruikbaar moet zijn voor de kinderen van alle ouders, die geen voorstanders zijn van het monarchale „regeeringsstelsel".
„De Zeeuw" vervolgt dan :
Deze uitspraak van den voorzitter van een bond, waarin bijna 8000 openbare onderwijzers zijn georganiseerd, laat aan duidelijkheid niets te wenschen over, of het moest zijn, dat hier het huldigen van het Hoofd van den Staat en 't zingen van onze nationale liederen, verward wordt met het maken van propaganda voor een bepaalden regeeringsvorm.
De bedoeling van den rooden Bond is, de openbare school te maken tot een anti-nationale instelling, waar het onderwijs gegrond is op en doortrokken van de socialistische wereldbeschouwing.
En hij schijnt niet te begrijpen, dat dit beteekent de finale afbraak van de openbare school.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1931

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1931

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's