Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE OPBOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE OPBOUW

CHRISTELIJKE ETHIEK

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ja, wel mag de gemeente des Heeren telkens 't lied aanheffen : „Halleluja ! Looft God in Zijn heiligdom, looft Hem in het uitspansel Zijner sterkte. Looft Hem vanwege Zijne mogendheden, looft Hem naar de menigvuldigheid Zijner grootheid" (Ps. 150 vers 1—3).
Want ja, de Heere is groot en zeer te prijzen.
Hoort maar hoe de Heere Zelf Job, Zijn knecht, die in dwazen hoogmoed — te midden van het ontzettend lijden — zich tegen den Heere had verheven als een bediller van Zijne wegen.
„Wie heeft de zee hare grenzen gezet en haar als met deuren ingesloten, toen de wateren uit den moederschoot der aarde opborrelden en ruischend en bruisend te voorschijn traden in menigte ? Wie heeft haar een sluier geweven uit de wolken en haar den nacht gegeven tot een windeldoek om haar te verbergen ? Wie heeft hare oevers bepaald en hare grenzen vastgesteld, zeggende tot de bruisende wateren : tot hiertoe zult gij komen en verder moogt gij niet gaan ? Wie heeft gezegd : hier zal de trots uwer golven bedaren en zullen uwe wateren stand houden ?
Hebt gij, o Job (die alles zoo goed weet en alles beter weet te doen dan Ik) ook maar één keer den dageraad, het morgenlicht doen aanbreken en het morgenrood aan den hemel gebracht, opdat het licht zou uitgaan tot aan de einden der aarde ? Hebt gij ook maar één keer gewandeld op den bodem der zee en zijn de geheimnissen van den dood u ontsloten ? Hebt gij de breedte der aarde overzien ? Zeg het, zoo gij dat alles weet!
Waar is de weg naar de woning des lichts ? Weet gij dat ? En de duisternis, waar houdt die haar verblijf ? Waar zijn de schatkameren van de sneeuw ? Hebt gij gezien de voorraadschuren, waar de hagel bewaard wordt, dien Ik daar opgeborgen heb tot den dag der benauwdheid, tot den dag van oorlog en strijd ?
Waar is de plaats, waar de wind zich verdeelt en de Oostenwind zich verspreidt over de aarde ? Wie maakt voor de stortregens een weg, voor het bliksemlicht een pad ? Om regen te geven op het dorre land, water op de steppe, waar geen mensch vertoeft ? Om wildernis en woestijn volop te drenken, zoodat zij met een gewaad van jong groen worden bekleed.
Heeft de regen een formeerder ? Wie roept de dauwdruppelen te voorschijn ? Wie brengt het ijs voort en de rijp ? Wie doet de wateren stollen, dat ze worden als kristal en er een vloer van steen vast komt te liggen op de zee ?
Kunt gij, o Job, den gang van het Zevengesternte stuiten of den Orion zijn pad doen loopen ? Kunt gij den Dierenriem, 't Regènsterrebeeld, op z'n tijd doen verschijnen ? Bestuurt gij den Grooten Beer met zijne jongen ? Bepaalt gij de ordeningen des hemels en regelt gij zijne heerschappij over de aarde ? Doet gij uwe stem doordringen tot de bovenste wolken, zoo­ dat de waterstroomen des hemels u gehoorzamen ? Gaan op uw bevel de bliksemen uit en zeggen zij tot u : zie, hier zijn wij ? Wie heeft schoonheid gelegd in de wolken of doorzicht en wijsheid verleend aan het wolkgevaarte, dat zij alles doen op hun tijd ? Wie stelt de wolken met wijsheid den weg en wie giet de watergevaarten des hemels leeg wanneer de aardbodem hard geworden is als ijzer en de brokken bij elkander liggen ? "
„Zoo twist de Heere met Zijne twisters en strijdt Hij met Zijne bestrijders ? " Ps. 35). En 't is al, opdat de grootheid Zijner heerlijkheid zal uitschitteren en de menschenkinderen Hem zullen loven.
Als 't oor maar luistert, als 't harte maar ontsloten is, dan wordt het lied der schepping gehoord; en het werk prijst den Meester !
„De hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk. De dag aan den dag stort overvloediglijk sprake uit, en de nacht aan den nacht toont wetenschap. Geen plaats is er, waar hun sprake, hun woorden, hun stem niet gehoord wordt" (Psalm 19).
Ook in de dierenwereld spreidt de Heere Zijn glorie uit en het werk Zijner handen wordt ook daar met heerlijkheid aanschouwd.
In Job 39 gaat de Heere daarover handelen met zijn verdwaasden knecht, die 's Heeren eer was te na gekomen, te midden van zijn lijden.
„Wie zorgt er voor de leeuw met hare jongen; wie voedt de jonge raven; wie onderhoudt de steengeiten en de hinden ; wie geeft den woudezel, den eenhoorn, den struisvogel, het paard en den arend voedsel ? Wie regelt de dracht van de hinden en het werpen van jongen, zoodai, waar alle hulp ontbreekt, dé pijnen wijken ? Wie stelt de woudossen in dienst der menschen, zoodat zij bij eggen en ploegen hun hals buigen onder het juk en den mensch zaad en brood verschaffen ? "
Wat is de natuur vol heerlijkheid en vol wonderen. „O HEERE, onze Heere, hoe heerlijk is Uw Naam op de gansche aarde : Gij, die Uwe majesteit gesteld hebt boven de hemelen!" (Psalm 8).
De natuur is vol wonderen, ook vol raadselen, ook vol tegenstellingen. Maar als de Heere er Zijn licht over doet opgaan, dan buigen we ons in stille aanbidding neer en dan moet het uit ons hart om te bekennen : de Heere heeft alles wijs gemaakt en Hij heeft alles wetten en ordeningen gegeven, die ze niet zullen overschrijden. Hij heeft alles zóó gewild en al Zijn doen is majesteit en aanbiddelijke heerlijkheid !

(Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juli 1931

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

GEESTELIJKE OPBOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juli 1931

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's