Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE OPBOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE OPBOUW

Het spiritisme

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET SPIRITISME. (6)
De dienst van waarzeggers, sterrenwichelaars, geestenbezweerders enz., was wijd en zijd onder het volk van Israël verspreid en door allerlei valsche leidslieden, die als profeten optraden tegenover de mannen Gods, werd deze dienst der zonde onder het volk geregeld en onderhouden.
Er waren er die er werk van maakten om de wolken te bestudeeren en uit den vorm der wolken de toekomst te voorspellen ; die den loop der sterren nagingen, die de geesten der afgestorvenen raadpleegden. (2 Kon. 21 vers 6; Jesaja 2 vers 6 ; Jeremia 27 vers 9 ; 2 Kon. 17 vers 17 ; 21 vers 6 ; 2 Kron. 33 vers 6, enz.).
Al deze dingen waren vreemde, heidensche inkruipsels. En ze worden dan ook niet alleen in de Wet, maar ook door de Profeten verboden ! „Gij zult op geen vogelgeschrei acht geven noch duivelskunstenaars raadplegen". „Gij zult u niet begeven tot doodengeesten of waarzeggers, raad pleegt hen niet, opdat gij u daarmede niet verontreinigt: Ik ben de HEERE uw God" (Lev. 19 vers 26, 31). „Wanneer er eene ziele is die zich tot de waarzeggers en tot de duivelskunstenaars zal gekeerd hebben, om die na te hoereeren, zoo zal Ik Mijn aangezicht tegen die ziele zetten en zal ze uit het midden haars volks uitroeien. Daarom heiligt u en weest heilig, want Ik ben de HEERE uw God" (Lev. 20 vers 6). „Als nu een man of vrouw in zich een waarzeggenden geest zal hebben, of een duivelskunstenaar zal zijn, zij zullen zekerlijk gedood worden" (Lev. 20 vers 27 ; Deut. 18 vers 10, 14).
Zóó spreekt dus de Wet.
Maar ook de Profeten spreken alzóó. „Wanneer zij dan tot ulieden zeggen zullen : Vraagt de waarzeggers en duivelskunstenaars, die daar piepen en binnensmonds mompelen, zoo zegt: al niet een volk zijn God vragen ? Zal men in plaats van de levenden de dooden vragen ? " „Tot de Wet en tot de getuigenis ! Zoo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn dat zij geen dageraad zullen hebben" Jes. 8 vers 19, 20. (Jes. 44 vers 25 ; 47 vers 13 ; Jer. 10 vers 2). „En de HEERE zeide tot mij : Die profeten profeteer en valsch in mijnen naam, Ik heb ze niet gezonden noch hun bevel gegeven, noch tot hen gesproken; zij profeteeren ulieden een valsch gezicht, en waarzeggerij, en nietigheid, en huns harten bedriegerij". Jeremia 14 vers 14. (Jer. 23 vers 21 ; 27 vers 15 ; 29 vers 8, 9 ; Ez. 13 vers 6 ; 22 vers 28). „Gijlieden dan, hoort niet naar uwe profeten en naar uwe waarzeggers en naar uwe droomers en naar uwe guichelaars en naar uwe toovenaars, die tot u spreken — want zij profeteeren u valschheid". Jer. 27 vers 9, 10. (Ez. 13 : 23).
De Heere Zelf wil met Zijn Woord en getuigenis onder Zijn volk spreken. Hij wil Zelf Zijn profeten kiezen, om te spreken door Zijn Geest, om te verkondigen Zijn Woord. En al dat loopen naar de waarzeggers en tot degenen, die met de dooden omgang zoeken, en tot de duivelskunstenaars en geestenbezweerders, veroordeelt de Heere. Het is Hem een gruwel. En Hij spreekt er Zijn vloek over uit. Zonde en ijdelheid is het. Bedrog en teleurstelling, anders niet!
Scherp veroordeelt de Heere dat alles. De Almachtige spot met al het gedoe der valsche profeten, die op afgoden hun vertrouwen stellen. „Hoort het woord, dat de HEERE tot u spreekt, gij huis Israels: gewent u niet aan de zeden der heidenen, hebt geen vrees voor de teekenen des hemels, gelijk de heidenen doen. Want de godsdienst der heidenen is ijdelheid : een stuk hout, afgehouwen in het bosch, nemen ze ; het is het maaksel van eens werkmans hand, die het versiert met zilver en goud. Met nagelen en hameren stelt men het op, men maakt het vast, opdat het niet wankele. Dan staat de god daar, als een vogel­ verschrikker in den moestuin. Men moet hem dragen, want hij kan niet loopen." Jer. 10 vers 1—5.
Hoe geheel anders is dan de Heere, de Almachtige, die spreekt en het is er, die gebiedt en het staat er. (Psalm 33 vers 9). En die God des hemels en der aarde wil dan met de menschen spreken, die wil ons in alle waarheid leiden, die wil ons leeren den weg waarin wij zullen gaan, voor leven en sterven beide. Waarom het volk das Heereh ook altijd zegt: „Heere, Gij hebt de woorden des eeuwigen levens, tot Wien zouden we anders gaan dan tot U, ja tot U alléén." „Uw Woord Is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad." „HEERE, Gij hebt geboden, dat men Uwe bevelen zéér bewaren zal. Och, dat mijne wegen gericht werden, om Uwe inzettingen te bewaren. Dan zoude ik niet beschaamd worden, wanneer ik merken zoude op alle Uwe geboden." (Psalm 119).
En ziet — nu wil het Spiritisme, met het gemeenschap zoeken met de geesten der afgestorvenen en het vragen der dooden, ons weer afvoeren van 's Heeren wegen, om ons mee te sleepen op verbodene paden en ons te leiden in heidensche zonde-wegen, waarover de Heere telkens en telkens weer Zijn vloek heeft uitgesproken. Waarbij Hij telkens heeft gezegd : Ik heb daarin geen lust. En waarbij het volk van Israël verloren is gegaan !
Wanneer we vragen : Wat is het Spiritisme ? — dan weten we allen wel, dat het woord spiritus eigenlijk geest beteekent en dat het Spiritisme „de georganiseerde dienst is, die er tusschen de levenden hier op aarde en de geesten der afgestorvenen, die aan de overzijde ver keer en, in den loop der jaren is ontstaan.
Spiritisme is dan: het zich bezig houden met de geesten van de andere wereld, met de geesten der afgestorvenen, met de geesten van onzen dooden vader, van onze gestorvene moeder, met de geesten van onze kinderen, die door den dood van ons gescheiden zijn, met de geesten van onze vrienden en kennissen, die nu „aan de overzijde" van het graf verkeeren in de geesten-wereld.
Het is de correspondentie, de conversatie van de levenden met de geesten der afgestorvenen, met de dooden-geesten. Zooals we per telefoon spreken met iemand in een andere stad of in een ander land ; zooals we een brief schrijven aan onze familie in Oost-of West-Indië en dan antwoord terug krijgen op onze vragen en inlichtingen aangaande het leven in een vér-land — zóó oefent de Spiritist gemeenschap met de dooden-geesten en voert vraaggesprekken met de geesten der afgestorvenen, die in „de andere wereld", aan „de overzijde" van het graf met elkaar samen wonen en ons allerlei interessante (? ) dingen weten te vertellen.

(Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

GEESTELIJKE OPBOUW

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's