Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

en een regenboog was rondom den troon Openb. 4 vers 3b.

De grootste kracht in de wereld is de kracht van Jezus' bloed. Een kracht tot nederwerping en tot oprichting, een kracht tot scheiding en tot vereeniging, een kracht ga zelf maar verder, waarde lezer. Zalig zij, die die kracht tot hun eeuwig heil mochten ervaren, die het zoo van harte mogen instemmen : „Want Hij is onze vrede" Ef. 2 vers 14. We zouden willen spreken met u over dat bloed, het bloed des verbonds, het bloed der verzoening, het bloed, dat betere dingen spreekt, dan het bloed van Abel, het dierbaar bloed, dat gevloeid is uit de wonden van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam. We zouden u willen spreken over de kracht van dat bloed, die alle kracht van duivel, wereld en zonde te boven gaat. We zouden u willen spreken van dien vrede van welken de Apostel schrijft: Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus. Rom. 5 vers 1. O, al die stukken van het werk der genade zijn kostelijk. En het kostelijkst is Hij, aan Wien alles zeer begeerlijk is, onze dierbare Borg en Zaligmaker, Dien sommigen onder ons mogen kennen in eenige Zijner omhelzingen.
Alles tezamen ligt besloten in dien goddelijken Raad des heils ten aanzien van een doemwaardig zondaar, zoo diep in zijn stamhoofd Adam gevallen. Maar het zijn kostelijke paarlen, die uit die zee van genade door den grooten paarlvisscher, den Heiligen Geest worden opgehaald en voorgelegd voor het naar hemelsch licht en zaligen vrede dorstend hart.
Welnu, hierboven is een van die waardevolle voorwerpen des heils genoemd : „de regenboog rondom den troon Gods." Geve de Heere ons een gezicht op dien boog, opdat onze ziele de lieflijke vertroosting moge kennen, die daar is in het vaste Verbond, dat van geen wijken of wankelen weet.
Johannes, broeder van Gods kinderen, mede genoot in hunne verdrukking en in het Koninkrijk en in de lijdzaamheid van Jezus Christus, was op den dag des Heeren aan den oever van de zee. Eenzaam, verbannen op het eiland Patmos, zag hij uit ver over de golven naar de bergen. Of hy ze zien kon en daarachter de geliefde gemeente, die hij gepredikt had het kruisevangelie ! Ach, men had hem alles ontnomen, en hij moet hier den tijd beiden, door den Meester verordend. Maar toch — het lied zingt ook in hem : „De bergen zullen vrede dragen, de heuvels heilig recht; Hij zal hun vroolijk op doen dagen, het heil hun toegezegd."
Op eenmaal hoort de Apostel een groote stem achter zich. Hij keert zich om — en aanschouwt den Meester, Zijn Meester. O, welk een schittering, welk een majesteit! Als dood valt hij aan Zijne voeten. Doch vriendelijk wordt hij aangeraakt en vertroost. Dan luistert hij met ontroering naar de woorden van Zijn geliefden Zaligmaker, den Overwinnaar van dood en hel. Hij neemt de schrijfstift en stelt te boek, hetgeen hem wordt medegedeeld opdat de zeven gemeenten in Azië zullen weten, hoe de Heilige over haar oordeelt.
Daarna heft hij de oogen weer op en ziet hij eene deur geopend in den hemel. Eene stem, als de eerste, roept hem toe : „Kom hier op en Ik zal u toonen, hetgeen na dezen geschieden moet." Toen werd hij opgetrokken, ging hy door de open deur en kwam voor den troon van God. Maar — ge wilt wel nalezen, wat verder in dat vierde Hoofdstuk geschreven staat. Gaat het niet al het menschelijk zien en begrijpen te boven ? Alles heerlijkheid, majesteit, aanbidding! Inderdaad, om neer te zinken en uit te roepen : „Wie zal den dag Zijner toekomst verdragen ? en wie zal bestaan als Hij verschijnt ? " Mal. 3 : 2. Doch temidden van al die schittering en heerlijkheid, die als het ware verblinden moet, ziet Johannes iets merkwaardigs. Hij schrijft het neer in het derde vers met deze woorden : „en een regenboog was rondom den troon". En daarbij willen we ons eenige oogenblikken bepalen. Want hier vinden we te midden van de vreeze, die de heiligheid en gerechtigheid Gods moet wekken in het hart van den schuldigen zondaar, de groote vertroosting. Hier is het gericht over de zonden, maar ook de genade in het gericht. Hier is het antwoord op de bede : „Uw werk, o Heere ! behoud dat in het leven in den toorn gedenk des ontfermens". (Hab. 3).
In vers 3 worden drie edelgesteenten genoemd : Jaspis, Sardius en Smaragd. Jaspis is de kostbaarste, de schitterende diamant; de Sardius is de vuurroode fonkelende edelsteen ; de Smaragd de lichtgroene doorschijnende, na den Jaspis van de meeste waarde.
In deze verbinding liggen : de heiligheid, de gerechtigheid en de barmhartigheid Gods.
Johannes ziet eerst den troon in den hemel, dan ziet hij Hem, die daarop zit. Het is de Almachtige zelf. Straling en heerlijkheid. In het aanzien den steen Jaspis en Sardius gelijk, uitbeelding van Gods heiligheid, licht en waarheid, maar ook Gods gerechtigheid, verterend als vuur. Dezelfde gedachte als in Ezech. 8 vers 2 : „van de gedaante Zijner lendenen en nederwaarts was vuur ; en van Zijne lendenen en opwaarts, als de gedaante eener klaarheid, als de verf van Hasmal".
Hoe groot, hoe vreeslijk zijt G' alom. Uit Uw verheven heiligdom, Aanbidd'lijk Opperwezen !
Maar ziet dan : In een machtige wijdte rondom dien troon, rondom die heiligheid en gerechtigheid, een regenboog. En hy is in het aanzien den steen Smaragd gelijk. Groen, lentegroen, de kleur van leven, de kleur der hope. Hier wordt luide gepredikt, dat er nog verwachting is voor een arm, gezonken en veroordeeld schepsel.
En dan niet alleen die lieflijke kleur der hope, neen, ook het teeken van den regenboog. In dien boog teekent zich het verbond Gods af. Hij wijst heen naar het ver verleden en opent ons het heilig getuigenis, zooals het ons vertelt in Genesis 9 vers 13 : „Mijn boog heb Ik gegeven in de wolken ; die zal zijn tot een teeken tusschen Mij en tusschen de aarde". En dan daarbij de belofte : „Als deze boog in de wolken zal zijn, zoo zal Ik hem aanzien, om te gedenken aan het eeuwig verbond tusschen God en tusschen alle levende ziel, van alle vleesch, dat op de aarde is" (vers 16).
En waar nu aan Johannes de openbaring gegeven zal worden van de gerichten Gods, die over de wereld komen zullen, daar vertoont zich aan zijn oog die regenboog als een lieflijke sprake, dat de Heere Zijn Verbond met Zijn arm Zion niet vergeten zal. Heerlijke vertroosting. Alles aan des menschen zijde is verloren. Alles is schuld, afval, vijandschap. De Heere moet toornen: Uw oordeel. Heer', kan niet dan vrees'lijk wezen", zingt Psalm 119. En toch gedenkt de Heere dat gesloten Verbond. En die boog rondom den troon van God en het Lam, verzekert het nieuwe Verbond in Jezus Christus, waarvan de Apostel schrijft: Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft in den Geliefde". Van dat Verbond is 't heilig Woord vol. Hoe wordt telkens verzekerd, dat Hij dat Verbond niet breken zal, dat het nimmer zal wijken, dat het is het Verbond des Vredes, der genade, der goedertierenheid. Het is onderteekend. De pen is gedoopt in het bloed van den Zoon. Het is verzegeld door een heiligen eed : „Ik zwoer u en kwam met u in een verbond" (Ez. 16 : 8). En gelijk de Heere den regenboog in Noachs dagen stelde aan den hemel, nadat Hij den lieflijken reuk van Noachs offers rook, zoo is deze boog gesteld rondom den troon, nadat de lieflijke geur van het offer van den Zoon opwaarts geklommen was tot den Vader. Nu wordt het Johannes en met hem aan alle verkoornen toegeroepen : Ziet toch dien boog! Ziet toch de bewogenheid van Gods Vaderhart! Ziet toch de eeuwige Godsgenade ! Geen verderf voor de ziel, die binnen dien boog mag schuilen, ook al is daar de troon der heiligheid.
Ja, zoo wordt verstaan het woord van den Apostel in Hebr. 4 vers 16 : „Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd".
Zoo roepen we u dan toe, lezer : Beziet toch dien boog. Is de regenboog niet de terugkaatsing van de zonnestralen tegen den zwartbewolkten hemel ? Zoo is de regenboog des Verbonds de terugstraling van die groote Zonne der gerechtigheid tegen de wolken van den toorn Gods en de schuld des zondaars. En die Zonne is de Middelaar, die de vijandschap in Zijn vleesch heeft te niet gedaan.
Ziet, hoe die regenboog geheel rondom den troon Gods is. Daar is geen opening gelaten. Overal is de genade. Zij omgeeft heel den troon en die daarop is. Het is zooals in Joh. 1 vers 16 staat : „Uit Zijne volheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor genade".
Ziet dan ook, hoe er geen toegang is tot den troon, dan door den regenboog heen. Alleen door die vrije gunst kan de zondaar tot God naderen. Want gelijk de eerste regenboog, zoo is ook deze tweede slechts gegeven door enkel genade. Niets heeft de mensch daartoe gedaan. Integendeel, hij heeft er alles tegen gedaan.
Ziet dan ook die smaragdgroene kleur! Ze roept ellendigen en nooddruftigen toe : „Keert gijlieden weder tot de sterkte, gij gebondenen, die daar hoopt! ook heden verkondig Ik, dat Ik u dubbel zal wedergeven". (Zach. 9 vers 12).
Wie zal de sprake vertolken, die daar uitgaat van dien boog ? Sprake van ontfermingen Gods voor diep verloor nen. Barmhartigheid, die roemt tegen het oordeel. Welgelukzalig, die dien boog mogen zien en vrijmoedigheid ontvangen om door Hem tot God te gaan.
Helaas, velen zien dien boog niet. Velen kunnen ook niet door dien boog gaan. Omdat ze geen geloof bezitten in dien eenigen Middelaar. Omdat ze eigen weg gaan en eigen zaligheid zoeken. Omdat ze eigen gerechtigheid zoeken op te richten en alzoo der rechtvaardigheid Gods niet onderworpen zijn. Omdat ze niet verstaan, dat alle weldaden toevloeien uit Hem, om wiens kruisoffer de Almachtige dien boog gegeven heeft.
Zulken staan buiten dien boog en verre van den troon der genade. Maar buiten dien boog is de duisternis, is de diepe afgrond, is de rampzaligheid. Vreeselijk zou het zijn, in de natuur den regenboog te zien als teeken der ontfermingen Gods, en toch weer in den zondvloed onder te gaan. Maar schrikkelijker is het, te vernemen van dien boog met zijn teedere smaragdgroene kleur van genade en verwachting, en toch verteerd te v/orden door de stralen van de heilige gerechtigheid Gods.
Dat wij in aanbidding mogen neervallen, ziende met de oogen des geloofs, ziende de wonderen van Gods genade in Jezus Christus. De Sinaï beefde eens, en op dien berg was een zware volk en donderen en bliksemen en het geluid eener zeer sterke bazuin. Zelfs Mozes zeide : „Ik ben gansch bevreesd en bevende". Maar toch sprak te midden van die openbaring van macht en heiligheid de stem : „Ik ben de Heere, uw God!" Welnu, zoo zal het nog veel meer zijn in de openbaring van het oordeel des Almachtigen over de wereld. Voor Zijn volk zal het wezen : „Vreest niet, gij wormpje Jacobs, gij volkje Israels ! Ik help u, spreekt de Heere, en uw Verlosser is de Heilige Israels". De zonne breekt door de duisternis, de regenboog staat aan den hemel en verkondigt, dat het vuur niet verteren zal. „Zoo heb Ik gezworen, dat Ik niet meer op u toornen noch u schelden zal". En de genade spreidt haar morgenrood.
O, gij, die zegt: het is buiten hope — komt, overlegt eens in uzelve n of er voor u, gebondene, geen grond is om te hopen. Ja, God is dat Heilig en Rechtvaardig Opperwezen, Die den schul­dige geenszins onschuldig houdt — ja, van den troon gaan uit donderen en bliksemen. En toch in wijden omtrek staat daar die boog. Lieflijke getuige van loutere genade, van opzoekende liefde, van het groote offer.
Zondaar, zoekt ge rust en vrede, Smeekt g' om troost en stervenskracht ? Vrije gunst deelt 't alles mede. Zalig Heer', die U verwacht.

H.

L.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's