Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE NEDERLANDSCHE GELOOFSBELIJDENIS.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE NEDERLANDSCHE GELOOFSBELIJDENIS.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

29. Vraag : Wat is de korte inhoud van de Ned. Geloofsbelijdenis ?
Antwoord : De Nederlandsche Geloofsbelijdenis bestaat uit 37 Artikelen en handelt over God en Zijn werken in natuur en in genade, bizonder over het werk der verlossing. Kort gezegd : het gaat dus over God en over Gods Werken.
30. Vraag : Hoe is de indeeling van de Ned, Geloofsbelijdenis ?
Antwoord : De inhoud der Ned. Geloofsbelijdenis is God en Zijne werken. Art. 1— 11 handelt over God ; art. 12—37 over Gods werken, uitloopend in het laatste oordeel en de eeuwige vervulling van de beloften Gods, in Jezus Christus onzen Heere. (Art.37).

31. Vraag : Hoe wordt er in Art. 1—11 over God gesproken ?
Antwoord : In artikel 1 wordt er gehandeld over Gods Wezen en Zijne eigenschappen of deugden. In art. 2—7 over de kenbron van onze Godskennis, waarbij de natuur en de Schriftuur genoemd worden als de twee middelen om God te leeren kennen. De verhandeling over de Heilige Schrift beslaat de artikelen 3—7. Nader wordt dan in art. 8—11 gesproken over de Drieëenheid Gods (de Triniteit).

32. Vraag : Waar wordt gesproken over de werken Gods ?
Antwoord : Nadat in art. 1—11 gehandeld is over Gods Wezen en Zijne eigenschappen of deugden, wordt in art. 12—37 gesproken over Gods Werken. In art. 12—15 over Gods werken in de Schepping ; in art. 16—37 over Gods werken in de Verlossing, in de Herschepping.

33. Vraag : Welke onderwerpen worden behandeld in betrekking tot de Schepping ?
Antwoord : Art. 12 : Van de schepping aller dingen, met name der Engelen ; art. 13 : Van de Voorzienigheid Gods en de regeering aller dingen; Art. 14: Van de schepping en den val des menschen en zijn onvermogen tot het ware goed ; Art. 15 : Van de erfzonde. — 't Gaat dus over de schepping van den mensch, den val en de gevolgen daarvan.

34. Vraag : Welke onderwerpen worden behandeld bij de werken Gods in de Verlossing ?
Antwoord : In Art. 16 wordt over de bron en oorzaak van de verlossing gesproken en wel over de eeuwige verkiezing Gods. In Art. 17—21 wordt gehandeld over den Verlosser Jezus Christus. In Art. 22—26 gaat het over de weldaden des heils (de rechtvaardigmaking door 't geloof in Jezus Christus, de heiligmaking en de goede werken, met de voorbidding van Christus). Art. 27 —29 handelen over de Kerk (de algemeene of catholieke Kerk, de ware en valsche Kerk). In Art. 30—32 wordt gesproken over de regeering der Kerk en de ambten (met de tucht). De Art. 33—35 spreken over de Sacramenten of Bondszegelen (de H. Doop en het H. Avondmaal). Art. 36 over het ambt der Overheid en de verhouding tot de religie en de Kerk. Art. 37 over het laatste oordeel (niet speciaal: de leer der laatste dingen).

35. Vraag : Wat is de inhoud en hoe is de indeeling van den Heidelb. Catechismus ?
Antwoord : De Heidelb. Catechismus is opgesteld door Zacharias Urzinus en Caspar Olevianus op last van den keurvorst Frederik van den Paltz in 1563, door Petrus Datheen in het Nederlandsch vertaald en met zijn Psalmboek hier ingeburgerd. De hoofdgedachte is : de eenige troost des Christens beide in leven en sterven. Zondag 1. De indeeling van het troostboek, dat uit 52 Zondagsafdeelingen bestaat (bestemd voor Kerk en School) is in drie stukken : het stuk van ellende, Zondag 2—4 (3 in getal) ; het stuk der verlossing, Zondag 5 —31 (27 in getal) ; en het stuk der dankbaarheid, Zondag 32—52 (21 in getal).

36. Vraag : Hoe is de indeeling van het eerste deel van den Catechismus, dat het stuk der ellende wordt genaamd ?
Antwoord : Het stuk der ellende handelt in drie Zondagsafdeelingen over de kenbron van de ellende („uit de Wet Gods"), over den oorsprong van de ellende („uit den val en de ongehoorzaamheid onzer eerste voorouders, Adam en Eva, in het Paradijs"), en over de diepte en den omvang van de ellende („van deze gaven beroofd" en „Hij vertoornt zich schrikkelijk beide over de aangeborene en werkelijke zonden, enz.").

37. Vraag : Hoe is de indeeling van het tweede stuk van den Catechismus, dat het stuk der Verlossing genaamd wordt ?
Antwoord : Het stuk der verlossing bestaat uit 27 Zondagsafdeelingen (5—31). Eerst wordt gezegd hoe de verlossing door God Zelf in den Middelaar Gods en der menschen teweeggebracht wordt (Zondag 5 en 6). Dan wordt gehandeld over den weg en het middel om aan de verlossing deel te krijgen en wel door het geloof (Zondag 7— '31). Over het wezen van het geloof wordt dan eerst gesproken in Zondag 7. („Een waar geloof is niet alleen maar ook "). Vervolgens wordt breed behandeld de inhoud van het christelijk geloof, kort saamgevat in de 12 Artikelen van de Apostolische Geloofsbelijdenis, met de bekende indeeling : van God, den Vader, en onze schepping ; van God, den Zoon, en onze verlossing ; van God, den Heiligen Geest, en onze heiligmaking. (Zondag 8—22). Over de Drieëenheid in Zondag 8 ; over de Schepping in Zondag 9 ; over de Voorzienigheid in Zondag 10. Wanneer over den Verlosser gehandeld wordt (Zondag 11—19) gaat het eerst over de Namen van den Middelaar (Zondag 11—13) ; vervolgens over den staat van vernedering (14—16) ; over den staat van verhooging (17—19). Terwijl dan in Zondag 20—22 gehandeld wordt over God den Heiligen Geest, de Kerk, de gemeenschap der heiligen, de vergeving der zonden en de opstanding des vleesches. Als bizondere bate van het geloof wordt genoemd de rechtvaardigmaking, waarover Zondag 23 bizonder handelt („Alleen door een waar geloof in Jezus Christus ; alzoo dat, al is het dat mij mijne consciëntie aanklaagt nochtans God, zonder eenige verdienste mijnerzijds, uit louter genade, mij de volkomene genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus schenkt en toerekent "). In Zondag 25 wordt behandeld waar de oorsprong van het geloof ligt en hoe het geloof gesterkt wordt. Zondag 25 —30 handelt over de twee Sacramenten. Zondag 31 over de sleutelen des hemelrijks.

38. Vraag : Hoe is de indeeling en wat is de inhoud van het derde deel van den Catechismus ?
Antwoord : Het derde stuk van den Catechismus is het stuk der dankbaarheid. Allereerst gaat het dan over de noodzakelijkheid van de dankbaarheid en de openbaring van het nieuwe leven. Behandeld worden dan o.a. de afsterving van den ouden- en de opstanding van den nieuwen mensch (Zondag 33). Omdat het ware geloof zich in nieuwe gehoorzaamheid aan God openbaart, is noodig kennis te hebben aan de Wet als regel der dankbaarheid (Zondag 34—44). Ten slotte wordt over het gebed gehandeld en het Onze Vader besproken (Zondag 45—52).

39. Vraag : Welke drie onderwerpen vinden dus een breede behandeling in den Catechismus ?
Antwoord : In den Catechismus worden breed besproken: de 12 Geloofsartikelen (Zondag 8—22) ; de Wet der Tien Geboden (Zondag 34—44) en het Onze Vader (Zondag 45—52).

40. Vraag : Hoe is de indeeling van de Vijf Leerregels van Dordt tegen de Remonstranten ?
Antwoord : De Vijf Leerregels van Dordt, ook wel Canones van Dordt genoemd, zijn op de Synode van Dordrecht, in 1618—19 gehouden, opgesteld om de dwalingen van de Remonstranten of Arminianen te weerleggen. De Remonstranten leerden : dat de verkiezing tot zaligheid berust op een vooruitgezien geloof — zoodat het geloof des menschen de verdienende oorzaak werd. Verder : dat Christus de mogelijkheid van verlossing voor alle menschen heeft verworven — en dat het nu aan den wil des menschen ligt om zalig te worden. Vervolgens dat de genade wederstandelijk is — en het geloof verliesbaar (afval der heiligen).

Hiertegen gaan de Vijf Leerregels en handelen :
I. Van de Goddelijke verkiezing en verwerping, steunend in Gods souverein of vrijmachtig welbehagen. Het geloof is niet grond, maar vrucht van de verkiezing.
II. Van het lijden en sterven van Christus als Borg en Middelaar voor al de uitverkorenen.
III en IV. Van de algeheele verdorvenheid van de menschelijke natuur en de wijze waarop de mensch bekeerd wordt.
V. van de onverliesbaarheid van het geloof, dat een gave Gods is. Van de volharding der heiligen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

DE NEDERLANDSCHE GELOOFSBELIJDENIS.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's