Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geachte Redactie,
Gaarne zou ik een klein plaatsje in uw blad willen vragen om iets te schrijven over het geval-Wilnis. Bij voorbaat mijn dank. Eerst dit. Is het beslist noodig, zoo vraag ik mij af, om over iederen brief dien de Redactie krijgt, met een gegronde of ongegronde klacht over een kerkeraad, in „De Waarheidsvriend" te schrijven ? Kon de klager dan niet beter naar zijn kerkeraad verwezen worden ? En als de Redactie dan graag een misstand van localen aard wil bestrijden, kon zij dat dan niet beter doen per brief ? Want als het niet beslist noodig is, lijkt het mij beter 't niet te doen. Om deze redenen : de onrust, die u kunt wekken in de gemeente tegen den kerkeraad ; de wrevel tegen den Bond, die u er bij ons mee wekt. Wij krijgen in Wilnis niet graag op deze wijze een tik op onze vingers, vooral niet als er geen reden voor is.
De Redactie meent wel, dat de hoogere Besturen hier moeten ingrijpen, maar er geschiedt hier in Wilnis niets onreglementairs. Het is nergens verboden in de reglementen dat in de kerk een stichtelijk woord gesproken wordt. Zelfs is het bij mijn weten niet verboden dat de kerkeraad daarbij tegenwoordig is. Ook is het nergens geboden, dat lederen Zondag tweemaal dienst des Woords moet zijn in een niet-vacante gemeente. Integendeel! Denk aan de verplichte vacature-beurten. Dus : mag dat ? Ja, dat mag!
Maar niet alleen reglementair, ook voor ons gereformeerd geweten staan we vrij. Wanneer ik zelf niet in Wilnis kan voorgaan in den dienst des Woords, verzoek ik vele malen een collega of een godsdienstonderwijzer. De laatste mag ook niet preeken, maar wij voor ons hebben geen bezwaar in tijd van nood van hun hulp gebruik te maken. Wanneer ik Vader eens een Zondag krijgen kan, doe ik dat ook graag. Wij voelen ons hierin ten volle verantwoord. Dit ééne doel zit bij mij voorop: stichting der gemeente. Waar dit o.i. meer bereikt wordt door het optreden van godsdienstonderwijzers of van vader, om een stichtelijk woord te spreken, dan door preeklezen, slaan wij dezen weg in, die ons voor onze gemeente het beste lijkt. Wij meenen dat dit evengoed een ordelijke weg is, als de orde van de Redactie.
Ik zou zeggen, geachte Redactie, zou het niet het beste zijn dat u ons, de kerkeraad en mij, rustig voor Wilnis liet zorgen ? En als een klager u nog eens wat vraagt over dit geval, zeg hem dan met ons : ja, dat mag.
Reglementair is er niets tegen, en de gemeente blijft bij preeklezen thuis, maar als een godsdienstonderwijzer of Vader spreekt, komt zij op. Als het woord, dat gesproken wordt, goed en gereformeerd is, geven wij de voorkeur aan een stichtelijk woord met menschen boven een ambtelijk woord zonder menschen.
U nogmaals dankend. Hoogachtend,
L. VROEGINDEWEIJ,
Wilnis, 16 December 1932.

Onderschrift van den Hoofdredacteur.
Het spijt ons, dat ds. V. blijkbaar niet inziet, dat zijn handeling en die van den Kerkeraad en van de Kerkvoogdij niet is geweest, zooals dat in onze Hervormde Kerk op den dag des Heeren gewenscht is. In een bepaalde gemeente is een bepaalde regeling inzake de godsdienstoefeningen, met name op den dag des Heeren (en dikwijls ook wat de z.g.n. weekbeurten in het winterseizoen betreft). In den beroepsbrief is van die regeling „op door de gemeente vastgestelde tijden" sprake. Tien tegen één is er ook te Wilnis, gelijk in iedere gemeente (van Gereformeerde belijdenis) een regeling, dat er des Zondags tweemaal dienst is. Daaraan heeft de Kerkeraad (de predikant inbegrepen) en de Kerkvoogdij zich te houden. De Synode heeft sinds 1853 méér dan eenmaal aangedrongen op het „tweemaal houden van de openbare godsdienstoefeningen op den wekelijkschen dag des Heeren". En we moeten die goede gewoonte handhaven. Komt er nu een vacaturebeurt van den plaatselijken predikant tusschen, dan kan de Kerkeraad (de plaatselijke predikant inbegrepen) twee dingen doen. Men kan zeggen : nu komt er een afwijking van de bestaande regeling en nu zal er in plaats van tweemaal, slechts éénmaal bediening des Woords zijn onder leiding van den Kerkeraad. Dan mogen geen openbare godsdienstoefeningen gehouden worden buiten den Kerkeraad om. (Syn. Regl. bladz. 51). De Kerkeraad kan echter ook iets anders doen : n.l. voor den dienst des Woords een ander vragen ; en wel óf een predikant, öf een Candidaat tot den Heiligen Dienst, öf een geordend godsdienstonderwijzer (zie o.a. art. 25 Regl. Vac. met aanteekening ; bladz. 77). Deze laatste weg is de veelszins gebruikelijke weg, benevens het lezen van een predikatie door één van de ouderlingen (of op verzoek van den Kerkeraad door iemand anders), waarbij de Kerkeraad, het ambt, de leiding van de godsdienstoefening beeft. Nu is er blijkbaar in Wilnis — althans het slot van het schrijven van ds. V. wijst er op — nog een andere overweging geweest, en wel deze : „als we een anderen weg inslaan, komen er meer menschen in de kerk". Daarom geen predikant, geen candidaat, geen geordend godsdienstonderwijzer, geen preeklezen Maar wat dan ? Toen is door den Kerkeraad (de plaatselijke predikant ingesloten) besloten, dat er geen godsdienstoefening zal zijn Het kerkgebouw staat dan leeg. Het kerkgebouw wordt als gebouw gehuurd van de Kerkvoogdij door N.N. En dan houdt N.N. in het kerkgebouw een samenkomst of vergadering, in welke vergadering, op uitnoodiging van deze of gene in de gemeente, iemand uitgenoodigd wordt (geen predikant, geen candidaat, geen geordend godsdienstonderwijzer, want anders kon er een godsdienstoefening zijn) om een „stichtelijk woord" te spreken. In die „samenkomst" is er natuurlijk geen ambt, noch bedienaar des Goddelijken Woords, noch ouderling, noch diaken, want het is geen godsdienstoefening onder leiding van den Kerkeraad (waarin niet het „leekenelement" op den kansel mag staan). Er is in die samenkomst ook geen koster, geen voorlezer, geen organist als kerkelijke functionarissen. Ook heeft niemand recht op z'n eigen plaats, want het is een gehuurd gebouw, waar een samenkomst is (doordat de Kerkeraad voor geen goddienstoefening heeft zorg gedragen). Wanneer men dezen weg opgaat, om iemand, die niet in het ambt staat, te laten „voorgaan", moet men als Kerkeraad (de plaatselijke predikant inbegrepen) ook de consequenties onder de oogen zien.
Het komt ons voor, dat men als Kerkeraad dezen weg niet moet opgaan, maar liever moet probeeren dat er in een gewone godsdienstoefening voorzien wordt in de bediening des Woords, 't zij door een predikant, een Candidaat tot den Heiligen Dienst of een geordend godsdienstonderwijzer öf door preeklezen. Er zijn tal van gemeenten, waar men dan den dienst des Woords niet verzuimt en de dienst der gemeente kan gewoon geschieden. Bedenkelijk komt het ons voor, dat ds. V. de tegenstelling maakt „een niet ambtelijk optreden met menschen in de kerk" èn „een ambtelijk optreden zonder menschen".
Maar zóó staat het toch niet, naar we hopen ?
Komt men in Wilnis niet in de kerk, als er ambtelijk gehandeld wordt ? en komt men wél als er niet-ambtelijk een „stichtelijk woord" gesproken wordt ?
We kunnen het niet gelooven. Intusschen kan nu ieder oordeelen in deze.
Met vriendelijken groet.
M. v. G.

COLLECTEN, DIE NIET IN DE KERKEN BEHOOREN TE WORDEN GEHOUDEN.
Blijkens het December-no. van „Kerk en Vrede", heeft het Hoofdbestuur van de gelijknamige Vereeniging aan alle kerkeraden van Protestantsche Christelijke kerken in ons land een circulaire gezonden, waarin 't verzoekt in den Adventstijd of op Kerstmis het werk van „Kerk en Vrede" met een collecte te steunen.
Wij brengen onder de aandacht van de kerkgangers, dat de opbrengst van deze collecte zal worden besteed voor eene Vereeniging, die nationale weerloosheid en verzet tegen de Wettige Overheid predikt.
Het Centraal Comité tot Waarschuwing tegen Eenzijdige Ontwapening.
Secretariaat: Obrechtstraat 363, Den Haag. Gironummer 164060.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

INGEZONDEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's