Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

CUMULATIE.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er wordt in geschreven en cumulatie van van inkomens. den laatsten tijd heel wat gesproken over cumulatie; betrekkingen en cumulatie
Wat beteekent deze tweeërlei cumulatie ? Onder cumulatie van betrekkingen verstaat men het gelijktijdig waarnemen van verschillende betrekkingen door één persoon en evenzoo spreekt men van cumulatie van inkomsten, wanneer men een persoon op het oog heeft, die onderscheidene inkomens geniet.
Cumulatie van betrekkingen vindt men bij het lid van Gedeputeerde Staten of bij den wethouder, die tegelijk lid van de Eerste-of Tweede Kamer is, en bij den burgemeester, die tevens de betrekking vervult van b.v. rijksinspecteur voor de Werkverschaffing.
Deze cumulatie nu wordt afgekeurd met het oog op de werkloosheid. Men is van meening, dat bij een cumulatie-verbod de werkloosheid zal verminderen. Zij, die zoo redeneeren, zien echter niet voldoende in, dat zulk een verbod van weinig waarde en van geringe beteekenis zou zijn, omdat cumulatie van betrekkingen, waarop de Regeering invloed kan uitoefenen, slechts weinig voorkomt; bovendien heeft men voor het vervullen van hooge posities gemeenlijk personen noodig, die over meerdere capaciteiten kunnen beschikken dan zij, die door de ongunst der tijden werkloos zijn. Daarenboven hebben de politieke partijen het zelf in de hand, öf zij voor de vertegenwoordigende lichamen iemand op de candidatenlijst willen plaatsen, die reeds in het een of ander ambt werkzaam is.
Het zou onjuist zijn, als de Regeering de , vrijheid der partijen aan banden ging leggen, door hen beperkingen op te leggen in het kiezen der Volksvertegenwoordigers. De kiezer moet volkomen vrij zijn, om uit te maken, of een Kamerlid naast zijn Kamerlidmaatschap ook nog andere betrekkingen, hetzij in openbaren, hetzij in publieken dienst, kan bekleeden.
Het lijkt ons ver gezocht, om over de cumulatie van betrekkingen veel stof op te jagen.
Anders staat het met de cumulatie van inkomens,
In die cumulatie kan een kwaad schuilen, waartegen de Overheid heeft op te treden.
Nu dienen wij allereerst vast te stellen, dat de bewering onjuist is, dat een cumulatie-verbod van inkomens tot groote besparing van uitgaven zal leiden.
Immers het tweede inkomen, dat iemand zou genieten, die reeds in het bezit is van een salaris of pensioen, zal, zoo er een cumulatie-verbod van inkomens bestaat, aan een anderen titularis toevallen. Er zal dus geen besparing van gelden zijn, maar eene verplaatsing. Daartegenover staat het vast, dat in sommige gevallen van cumulatie van inkomens, wel voordeel voor de Overheidskassen verkregen wordt. Zulk een geval doet zich b.v. voor, wanneer een gepensioneerde tot een ambt bij eenig openbaar lichaam benoemd wordt, omdat dan in de meeste gevallen op het pensioen wordt gekort.
Voor veel gemeenten, die er financieel zwak voorstaan, is het een uitkomst, wanneer zij een burgemeester of secretaris kunnen krijgen, die pensioen geniet. Zij kunnen zich dan bekwame mannen zien toegewezen, zonder dat het hunne geldelijke krachten te boven gaat.
Zooals vanzelf spreekt — en dit merkten we reeds op — zal de Overheid tegen het kwaad, dat in de cumulatie van inkomens kan schuilen, moeten opkomen.
Eigenlijk dateert het kwaad uit vroeger tijden, toen de cumulatie ongebreideld plaats had. Door de Pensioenwet van 1922 wordt het gezamenlijke bedrag der pensioenen bereids beperkt tot ten hoogste ƒ 4000.— ; alleen Ministers kunnen het tot ƒ6000.— brengen. De wijzigingswet-Colijn, van 1925, ging intusschen nog een stap verder. Het cumulatierecht werd nogmaals aanmerkelijk ingekrompen en wel in tweeerlei zin, ten eerste, door te bepalen dat zelfs de pensioenen, die niet ten laste van het Rijkspensioenfonds komen (b.v. de Indische pensioenen) gebracht worden onder de beperkende voorwaarden der Pensioenwet, en ten tweede, doordat, bij het opnieuw aanstellen van een gepensioneerde als ambtenaar, zijn pensioen verminderd wordt met 90% van het bedrag, waarmede het tezamen met het nieuwe salaris, overtreft het bedrag der laatstelijk genoten jaarwedde.
Wat de wetgever nog verder zou kunnen doen om te verhinderen dat ongemotiveerde cumulatie van inkomens plaats heeft, valt niet in te zien.
Intusschen zal, voor zoover het kwaad nog voorkomt, de wetgever op zijn hoede moeten zijn.
Dat niettegenstaande al de maatregelen, die getroffen werden en nog worden getroffen om de cumulatie van inkomens tegen te gaan, toch van zekere zijde de hoofden van onkundigen worden warm gemaakt, vindt z'n verklaring hierin, dat de verkiezingen in het zicht zijn, en dan is het in troebel water goed visschen. Helaas, doet aan dit spel ook een groep Gereformeerden mede, die er prat op gaan, dat zij met uitsluiting van anderen, de lijn der Gereformeerde Vaderen voortzetten. Hun actie gaat ook nog tegen de hooge salarissen. Zij schijnen niet te begrijpen, dat mannen met bijzondere gaven moeten worden op prijs gesteld en dat men de Overheid niet mag weigeren, dat zij een beroep doet op de werkkracht en de ervaring van zulke mannen, om haar in haar taak bij te staan.
God heeft de menschen verschillende gaven en krachten geschonken. Daarom is 't een revolutionaire gedachte om het beginsel der gelijkheid te stellen. Dit beginsel gaat lijnrecht tegen Gods Woord in. Gaat men den kant van de gelijkstelling op, dan wordt het eerst gelijkstelling van de Rijkstractementen, en daarna gelijkstelling van wat de mensch als privaat eigendom bezit. Men komt dan bij de Communisten terecht.
Het is een gevaarlijke tijd, waarin wij leven. Er is economische en politieke spanning, waardoor de gemoederen licht ontvlammen. In zoo'n tijd moeten de leiders van ons volk meer dan ooit voorzichtig zijn en moeten zij weten, wat zij doen.
Laat men dit na, dan weet de volksvoorlichting handig partij te trekken van de tijdsomstandigheden en ons volk op wegen te brengen, waarop het 't verderf tegemoet gaat.
Ons volk moet eerlijk en naar waarheid worden voorgelicht. Alle nevenbedoelingen moeten daaraan vreemd zijn. Alleen als men zoó te werk gaat, handelt men in het wezenlijk belang van gansch het volk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1933

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1933

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's