Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

ZIJN UITGANG.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zie, twee mannen spraken met Hem, welke waren Mozes en Elia, dewelken gezien zynde in heerüjkheid, zeiden zynen uitgang, dien Hy zoude volbrengen te Jeruzalem. Lucas 9 vers 30, 31.

Het lyden is Christus niet onverwacht overvallen noch ook tegen zyn wil Hem overkomen. Wel verre van er door overrompeld te worden, nam Hy het vrywillig op zich, opdat de poorten der hel zyne gemeente niet zouden overweldigen. Zijn ziel moest Hy in den dood uitgieten, en dat om onze zonde en onzen vloek. "Wat al Gods volk tezamen zondigde, schuldig was en dus lyden moest — dat geheel droeg en leed de Middelaar. De dood in al zyn ontzetting droeg Hy. De angsten der hel hebben Hem getroffen, Hy vond benauwdheid en droefenis. Van God verlaten hing Hy als in de buitenste duisternis.
En hoewel Hy het alles tevoren wist en er geen moment uit zyn hjdensweg Hem verborgen was, nochtans is Hy den weg des doods gegaan, opdat zyn gemeente het pad des levens bekend zoude gemaakt. Hy droeg den vloek — daarom Zyn Gods kinderen gezegenden des Vaders !
Hier staren wy in een afgrond van ontferming. Hebt gy, lezer, voor die ontferming reeds een oog ontvangen ? Een verloren, doemschuldige zondaar vindt een rykdom van genade, niet uit te spreken noch af te meten, wanneer hy zich verliezen mag in dien Middelaar, die vrywillig het lyden koos en zichzelven gaf tot een rantsoen voor velen.
Vrijwillig ! Dat ziet ge klaar op den berg der verheerlijking. Daarheen heeft de Heere zyn discipelen gevoerd, slechts weinige dagen nadat Hy zyn lijden had aangekondigd. Met hemelsche heerlykheid en luister is daar de Heere Jezus bekleed. Dat tafereel daar aanschouwd heeft op de weinige discipelen die er by waren een onvergetelijken indruk gemaakt, zóó, dat zy jaren later neerschryven: Wy zyn aanschouwers geweest van zyn Majesteit. — 's Heeren aangezicht blonk gelyk de Zon en zyn kleederen werden wit gelyk het licht — een glimp van den hemel is daar ; een stuk hemelsche heerlykheid is op aarde neergedaald. Zullen eens niet alle rechtvaardigen blinken als de zon in het Koninkryk huns Vaders ? Een tweetal gezanten van de triumfeerende Kerk is van den hemel neergedaald. Mozes en Elia, twee volmaakt rechtvaardigen.
Mozes, de man van de wet, van de eischende gerechtigheid Gods, en Elia, de profeet, de yveraar voor den naam en de zaak des Heeren, die het gericht aanzegt der goddeloozen, onverschrokken en onbeschroomd.
Mozes en Elia, zy toonden de majesteit van Gods heilige wet. Weest heilig, want Ik ben heilig.
Hebt gy reeds iets leeren verstaan van die majesteit van Gods heilige wet ? Als gy te doen krygt met de eischende en richtende gerechtigheid Gods, dan leert gy uzelf kennen in al uw ellende. „'Wee myner, dat ik zoo gezondigd heb I" De wet eischt voldoening en gy hebt geen rantsoen. In den diepsten afgrond van ellende en verlorenheid gevoelt gy u neergeworpen. Bange tyd, als de Wet onze ongerechtigheden stelt voor het aangezicht des Heeren, onze heimelyke zonden in het licht Zyns aanschyns. En toch — zalige tijd ook, want kennis van de heerlijkheid van Christus zult gij alléén ontvangen in den weg van zondekennis en zonderouw. —
Mozes en Elia, komen zij den Heere thuishalen met vurige wagens en paarden ? Daarvan lezen wij niet. En toch, Hij had Zich kunnen laten bekleeden met de heerlijkheid des hemels. Geen cherub zoude Hem den toegang naar het paradijs Gods kunnen ontzeggen. Geen Satan zoude op vuile kleederen kunnen wijzen. Zal Hij dan — overmits Christus het waardig is — van dezen berg ten hemel worden genomen en in een punt des tij ds het sterfelijke worden verslonden tot onsterfelijkheid en het verderfelijke tot onverderfelijkheid ? Neen, die beide hemelingen zeiden Zijnen uitgang, dien Hij zoude volbrengen te Jeruzalem.
Zijn uitgang ! Dus niet over heerlijkheid, maar over den levensuitgang des Heeren handelden zij. De hemelpoort staat open voor Christus en nu spreken zij van lijden en sterven, van kruis en van graf ! Jezus staat op het punt dien uitgang te volbrengen. Of zal Hij den voet terugtrekken ? Zal Hij zeggen: Vader, verlos mij uit deze ure ! Zal Hij zeggen : De beker houdt te veel in ? Al het lijden staat voor Hem ; aller ongerechtigheid loopt op Hem aan. In de verte verneemt Hij het dreunen van de onweders des Heeren.
De wolken van 's Allerhoogsten gerichten pakken zich. samen boven Zijn hoofd. Alle golven en baren des Heeren zullen over Zijn hoofd heengaan. De lijdensweg zal Hem in zulk een diepte voeren ! De Heere weet welk een nameloos lijden, welk een bange verlatenheid over Hem komen zoude. Daarover spreken een Mozes en Elia. Hoe zal ooit een zondaar behouden worden zonder dien uitgang ?
Hebben ook niet de vromen van het Oude Verbond hun hoofd getroost neergelegd ziende op het offer, dat de Zoon des menschen zoude aanbrengen? En Mozes en Elia, hoe hadden zij ook den Borg noodig. Wie kan bestaan voor een heilig God ?
Zijn uitgang, dien Hij zoude volbrengen. Christus moest het doen, naar den eisch van de Goddelijke gerechtigheid, dien uitgang volbrengen. Ware Christus teruggetreden op één punt van Zijn weg, uitbundige blijdschap zoude losgebroken zijn bij satan en zijn trawanten. En dan na het volbrengen van dien uitgang zoude er heerlijkheid zijn voor Christus, heerlijkheid niet alleen voor zichzelven, maar ook voor doemschuldige zondaren die den vloek volkomen hadden verdiend en in dien Middelaar vonden hun Borg, die al hun vloek en doem voor Gods aangezicht had weggenomen.
Moest de Christus 'niet alle deze dingen lijden en alzoo in Zijn heerlijkheid ingaan ? Een Goddelijke noodzakelijkheid die beoogde de eere Gods en de zaligheid en verlossing van de gansche Kerk.
Zeiden Zijn uitgang, dien Hij volbrengen zoude — alles ten goede van de Zijnen.
En nu was er geen onzekerheid bij de triumfeerende Kerkof Christus zijn uitgang, Zijn Exodus zoude volbrengen. Het staat er zoo duidelijk : dien Hij zoude volbrengen. Ligt het immers niet alles vast m den eeuwigen vrederaad Gods ? Was het niet, dat de Zoon het gansche werk der verlossing op Zich nam ? Zie, Ik kom om Uw wil te doen !
Dan kan ook het spreken op den Berg Hem alleen daarin sterken. Dat wij iets mochten verstaan van wat het den Middelaar gekost heeft om dien uitgang te volbrengen ! Niets kan den Heere terughouden, al weet Hij van stap tot stap, wat over Hem komen zal.
Zijn uitgang scheen één oogenblik een ondergang. Als een moedig man een drenkeling naspringt en onderduikt tot den bodem, dan schijnt het een oogenblik, alsof hij met den drenkeling zal ondergaan, maar zie — hij klimt omhoog met den geredde 'in de armen. Zoo deed de Heere met Zijn volk. Onmetelijk diep daalde Hij neer, begraven in helsche pijn en onder eeuwig oordeel. In die diepte van den eeuwigen dood zoude de zondaar voor eeuwig zijn omgekomen. Maar Christus volbracht den uitgang. Hij zonk niet machteloos weg In de diepten des doods, onder de machten der hel.
Zijn uitgang — een doorgang — een ingang tot Zijn heerlijkheid. Ook voor allen, die Zijne verschijning liefhebben.
De Borg is niet teruggetreden. Waar zoude het anders heen met den zondaar. Dan was er geen antwoord op de vraag, of er nog een middel is om de straf te ontgaan en wederom tot genade te komen.
Straks zoude de Heere het zelve getuigen : De uitgang is vervuld : „Het is volbracht."
Hij droeg de vernedering, opdat zondaren zouden verhoogd tot den hemel toe. Voor Hem de vloek, opdat de zegen voor Zijn gemeente zoude zijn.
Kent gij dien Christus reeds als uw Verlosser en Zaligmaker en hebt gij leeren rusten in dat volbrachte werk van Christus ? Weet gij reeds, dat Hij ook voor u den uitgang te Jeruzalem heeft volbracht ? Alles toch, wat uw arme ziel van noode heeft voor leven en sterven ligt in den Borg en Zijn alles verzoenende werk.
Want denk aan uw uitgang, die gij, wie weet hoe spoedig moet Vervullen (verg. 2 Petr. 1 vers 15). Ons leven haast naar het graf. Hoe zal dan uw levensuitgang zijn ? Onze levensuitgang zal naar recht een ondergang zijn. De dood, waarop geen heerlijkheid volgt, dat hebben wij verdiend ! Ondergaan in de wateren des doods, wegzinken in de golven en baren des Heeren, die zich altijd over ons moeten sluiten. Wie kent de sterkte Uws toorns ? Waar zal de zondaar zich bergen, die Christus voorbijliep, op Zijn genade geen acht sloeg, in den uitgang zijns levens? Zalige levensuitgang zult gij alleen kennen, wanneer gij met Christus zijt gekruist, wanneer gij ook met Hem sterft. Zijne gerechtigheid redt van den dood. Hebt gij reeds goede hope op dien Middelaar ? Zal Zijn uitgang te Jeruzalem uw grond zijn om in te gaan in het Sion Gods, dat Boven is? Geef u rekenschap, wat Christus' uitgang is voor u. dewelken zeiden Zijn uitgang die Hij zoude volbrengen ! Zalig wie zich verliezen leert in de liefde van Christus, die kwam om te zoeken en zalig te maken, .wat verloren is. Maakt dan den Heere groot, gij, die God vreest, prijst Zijn naam. Wat was er in u, dat Hij zich ontfermde, dat Hij ook om uwentwil het vloekhout koos. Hoe moet hier de Kerk des Heeren, als haar oogen iets van de heerlijkheid van Christus' wegen aanschouwen, instemmen met den lof der gezaligden: Het Lam, dat geslacht is, is waardig te ontvangen de dankzegging en de eer en de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid.
En de uitgang van al God kinderen zal om Christus' vervulden uitgang te Jeruzalem zijn een exodus als van het volk Israels lom te gaan door de Roode Zee, door de Jordaan naar het Kanaan der rust — want de dood is dan een afsterving der zonde en een dootrgang tot, een ingang in het eeuwige leven : Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen.

Gm.

Bt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 1933

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 1933

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's