Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET CHILIASME

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET CHILIASME

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

V
Waarom er dan sprake is van duizend jaren - dat Christus duizend jaren zal heerschappij voeren over de volken - dat Satan's macht duizend jaren zal ingetoomd en gebonden worden, vol donkere vergrimming en vol zwarten nijd zijnde ? De symboliek der bijbelsche getallen zegt ons, dat duizend een groot aantal, door God bepaald is, of een langen tijd, door God afgemeten. Niet een kleinen tijd dus - maar een langen tijd zal het zijn: van de uitstorting van den Heiligen Geest tot het laatst der dagen.
En het zal een tijd zijn, niet door de menschen, maar door God Zelf bepaald en afgemeten.
Dat zit in dat getal 1000; het is door God bepaald en het is zéér groot en uitgestrekt.
Natuurlijk is het niet de bedoeling, dat liet precies duizend jaar zal zijn, wat (dagen en maanden en jaren betreft.
Ook als er in Elia's dagen sprake is van 1000 gekenden, die de Heere Zich overgehouden had in den boozen tijd van afval onder de regeering van den goddeloozen koning Achab, beteekent het niet 7000 — de tel af. Maar 7x1000, het heilige, goddelijke getal (7) dat gansch zéér groot is (1000).
Gelijk ook op den berg des Heeren gezien zijn 144000 gekenden en gezaligden, zijnde löOO uit de 12 geslachten Israels van de Oude Bedeeling, en 1000, of het volle Godsgetal, uit de 12 geslachten van de N. Test. Kerk. (12x12x1000).
Duizend is : zéér groot — zéér lang, - en door God Zelf bepaald en vastgesteld ; door den Heere Zelf verkoren en verordend.
Het bedoelt in Openb. 20 de volheid van den tijd, door God afgemeten van het eerste Pinksterfeest af tot de wederkomst van Christus op de wolken. En het doelt op den tijd van de Christus-regeering, waarin wij nu leven.
Nu is het Duizendjarig vrederijk — naar bijbelsche opvatting althans. Niet naar de opvatting van de Chiliasten. Die verwachten tijden en gebeurtenissen, die nooit zullen komen. Ieder die Schrift met Schrift vergelijkt en de minder duidelijke Schriftuurplaatsen vergelijkt met de doorloopentle prediking van Gods Woord, kan dat weten.
Van een afzonderlijk duizendjarig Vrederijk, als „tusschen-periode" tusschen den tegenwoordigen tijd van lijden «n strijden en den laatsten dag, wanneer Christus zal komen op de wolken, is, naar uitwijzen van de Heilige Schrift, geen sprake.
Wel gaat het om het eeuwig Koninkrijk, tot aan het eind der tijden in heerlijkheid zal geopenbaard worden.
Het zóó voor te stellen, dat Christus voor een tusschenruimte van 1000 jaren weer naar de aarde zal terugkeeren, om als Koning hier te heerschen, is een miskenning van Zijn volbracht werk, dat Hij U, in heerlijkheid gezeten aan de rechterhand des Vaders, uitwerkt daar Boven en hier beneden.
We kennen Christus niet meer naar het vleesch op aarde.
Als Christus wederkomt, dan zal Hij niet Wederkomen voor 1000 jaren, om als Koning te heerschen in een duizendjarig vrederijk op aarde. Neen, als Hij nu komt, dan komt Hij in het eind der tijden ten gedichte op de wolken, als de Rechter van hemel en aarde, voor de gestorvenen èn Voor de levenden, voor de rechtvaardigen en de goddeloozen.
En zoo gelooven we óók niet in tweeerlei opstanding, in dien zin, dat de martelaren zullen opstaan, om dan 1000 jaren hier op aarde te leven in het vrederijk.
Van een tusschentijds genieten van rust en vrede voor de Gemeente des Heeren en de Kerk van Christus is in de Schrift geen sprake. De strijd en de moeite voor Gods volk zal niet voor 1000 jaren hier beneden worden afgebroken. We moeten de geestelijke dingen niet door stoffelijke dingen gaan vervangen, want de Heere wil, dat we de geestelijke dingen geestelijk zullen verstaan. Nergens wordt de Gemeente van Christus dan ook opgewekt om het duizendjarig-vrederijk te verwachten ; want 't zal nooit komen ! Wel zullen we moeten leeren om, geestelijk gezind, uit te zien naar de toekomst des Heeren Jezus Christus in den grooten dag der dagen, als Hij als Rechter komen zal op de wolken, om te oordeelen de levenden en de dooden. Dan zal het recht Gods doorbreken en het Koninkrijk van Christus in heerlijkheid zich openbaren. Dan zal al Gods volk — het geestelijk Israël, de geestelijke kinderen van Abraham, uit alle volkeren toegebracht — verheerlijkt worden om ongestoord te leven het zalig Godsleven.
Christus' Kerk is een algemeene Kerk. Geen joodsche Kerk — ook geen Nederlandsche Kerk — ook geen Engelsche of Amerikaansche Kerk. 't Gaat niet om ras of kleur. Neen ! Jezus Christus, de Zoon des menschen, de Zaligmaker der wereld, is gestorven voor al de uitverkorenen, die Hem van den Vader gegeven zijn uit alle geslacht, ras, taal en volk. In Christus is geen Jood en geen Griek, geen vrije en geen dienstknecht, geen man en geen vrouw — en voor het Lam Gods zullen ze allen staan, die van den Heere hebben ontvangen genade voor genade, naar Zijn welbehagen.
In die Kerk zal de wereld behouden worden, zooals God in Christus de wereld met Zich Zelf verzoend heeft.
Zóó staat Jezus te komen op de wolken. Vele teekenen zullen er aan vooraf gaan. Veel strijds moet nog gestreden, veel leeds geleden, veel gebeds gebeden — maar Hij komt. Hij komt om de aarde te richten in gerechtigheid.
Zalig het volk, dat Hem mag kennen, dienen en vreezen. Want ze zullen Hem allen zien, ook die Hem hebben doorstoken. Maar Hij zal de schapen en de bokken scheiden. En terwijl Hij de bokken zal zetten aan Zijn linkerhand — zal Hij tot de Zijnen spreken : „Komt in, gij gezegenden mijns Vaders en beërft het Koninkrijk, dat voor u is weggelegd van vóór de grondlegging der wereld".
Dan zullen ze ingaan, die komen uit de verdrukking en die hebben mogen volharden ten einde toe — en ze zullen zingen : „Niet ons, niet ons, o Heere ! Uwen Naam zij tot in eeuwigheid de eere".

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1933

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

HET CHILIASME

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1933

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's