Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET RECHTSCH MODERNISME. (2)
Het Modernisme heeft een moedige daad gedaan — zegt prof. Roessingh. Want toen men bij het licht van de moderne cultuur zag, dat zooveel van de oude bijbelsche traditie niet meer in stand kon worden gehouden, heeft de moderne richting (1850—'60) dat alles moedig en geloovig losgelaten, om zoo haar Zendingstaak te vervullen ondier de menschen. Het oude geschiedenisbeeld van den Bijbel moest vallen en de Christelijke Dogmatiek moest worden losgelaten. En voor de oude veteranen moet het pijnlijk zijn geweest, toen zij voor het eerst op een Paaschmorgen voor de gemeente stonden en wisten, dat zij niet zouden kunnen prediken, wat die gemeente op dat oogenblik van hen verwachtte. Zóó is ontstaan die geestelijke strooming, die wij de moderne richting noemen.
Christendom en wetenschap hadden een verbond gesloten en er werd een nieuw stelsel opgebouwd. En God was niet meer een droombeeld van menschelijke vrees en angst en een willekeurig bedenksel van menschelijk verlangen —, maar God, de almachtige Vader van allen en alles, van Wien wij bovenal de vaste verzekerdheid in ons zelven dragen, in eigen geweten en vroom gevoel. Dat Godsbegrip, die hoogste Wezenheid, die diepste Idee van al het zijnde was de einduitkomst van alle wetenschap. En de wetten, waarnaar die hoogste Wezenheid alles bestuurt, zijn steeds meer aan ons geduldig wetenschappelijk onderzoek openbaar geworden. En door groote voorgangers geleid, bovenal door Jezus van Nazareth, zal de mensch voortgaan, al verder en hooger, uitziende naar Gods Koninkrijk, het einde van alle dingen (bladz. 34).
Het Modernisme was hierbij overtuigd, dat zóó de kern van het Christendom, de kern van Jezus' evangelie, behouden bleef, ja, pas ten volle in het licht trad. Jezus, die immers ook niet zich zelf, of wat ook, geen boek en geen mensch, had gesteld tusschen God en de zoekende ziel. Jezus, die zoo duidelijk had uitgesproken, dat eenvoudige liefde tot God en den naaste het groote, het eenige gebod was !
Zóó is de moderne richting in de tweede helft van de vorige eeuw haar loop in ons land begonnen ; zij heeft heel de wetenschap en heel de moreele cultuur van den nieuweren tijd verwerkt in haar prediking; zij heeft gebracht de verzoening van gelooven en weten, en zij arbeidt nu nog voort en er zijn velen, die in haar getuigenis vinden de rust, de kracht, de blijdschap van hun leven!
Het rechtsch Modernisme is geen nieuwe richting. Maar wat is het geval ? In 60 jaar is onze wereld weer sterk veranderd. Het sociale leven, zoeken en streven, is anders geworden, feller, hartstochtelijker. De invloed van het internationale leven, stoffelijk en geestelijk, is grooter en sterker. Onze aesthetische idealen, in litteratuur, muziek, schilderkunst, zijn anders. Anders is onze blik op de taak en de draagkracht der wetenschap.
En nu is dit maar de vraag : Wat zal het religieus leven zijn van dezen tijd ?
Er gaat een geestelijk réveil over de wereld ; er wordt geroepen om God. In andere landen, en hier bij ons. In de Kerk, méér nog daarbuiten. Anders is 't geworden onder de studenten, onder de arbeiders. Alles is anders geworden. Waar gaat dat heen ? Wat groeit daaruit ?
En wie zelf iets van het leven Gods in eigen ziel heeft ervaren, die dwingt zich tot de overlegging : wat kan ik doen, wat moet ik doen?
Hier ligt de oorsprong en de verklaring van die jongere strooming onder de Vrijzinnigen ! En het rechtsch Modernisme wil als één regiment in het groote leger zijn, om samen op te trekken.
En dan kan ik — aldus prof. Roessingh — 't het kortst zeggen zoó : zij willen getuigen van Christus en zijn Evangelie.
Wat is dat ?
Honderd antwoorden klinken ons tegen uit de historie. Het is volstrekt hopeloos die veelheid tot eenheid samen te vatten. En het is de kortzichtigheid der dogmatiek, dat alles in één melodie te willen vereenigen, één lied, dat elk zou
moeten zingen.
Wij willen terugkeer tot Christus en zijn Evangelie.
Wat houdt dat in ?
Dat beteekent niet: terugkeer tot de belijdenis van deze of gene Kerk. Hoe waardevol b.v. ook de belijdenisschriften mogen zijn, die aan het Gereformeerd Protestantisme in ons land ten grondslag liggen, waardevol als historische documenten en als uiting van diepe vroomheid, zij zullen in ons persoonlijk leven weinig meespreken. De wijze, waarop daar de Bijbel wordt begrepen ; de wijze, waarop daar de kosmische beteekenis van Christus wordt geteekend, het is voor ons traditie, die voor ons niet meer kan leven.
Het beteekent óók niet: terugkeer tot den Bijbel in den ouden zin, als het Woord Gods; als de goddelijk geïnspireerde onfeilbare Schrift; of breeder genomen, als het toch wel heel bijzonder verhaal van die enkele centrale heilsfeiten, waaraan voor eeuwig 's menschen behoudenis is gebonden.
Zóó kunnen en willen wij niet naar den Bijbel terug. Want de Bijbel is voor ons een reeks oude geschriften, niet de Schrift, het Woord.
En we willen en kunnen ten slotte óók niet terug tot Christus in dien zin, dat hij is de absolute indaling Gods in den tijd ; dat nergens heil, nergens zekerheid, nergens vastheid te vinden is dan alleen in Christus en zijn Evangelie.
Tenzij ik den zin der woorden gansch en al op eigen wijze uitleg, kan Ik niet meer spreken van den tweeden persoon der Drieëenheid, van den uit de maagd geborene, uit de dooden opgestane, ten hemel gevarene.
Zulke ketters zijn wij — zegt prof. Roessingh (bladz. 38). En nochtans prediken wij Christus en zijn Evangelie.
„Ik kan het slechts op mijn wijze zeggen, wat ik daaronder versta. En dan zou ik dit willen zeggen : Christus en zijn Evangelie is, dat de zondige mensch in Christus een genadig God vindt en in de kracht van dien God en Vader uitgaat om deze wereld te herscheppen tot Zijn Koninkrijk".
We zoeken allen God. Dien Eenen, die ons vast en sterk maakt bij geluk en zorg des levens. Wij moeten Hem kennen. En dan weten we, dat er menschen zijn, die tegenover God vóór alle dingen zich bewust worden van hun onheiligheid, hun schuld. Hij, die z'n leven onvermoeid en in bitteren ernst goed en groot wil maken, buigt het eerst en 't meest z'n hoofd en zegt: God, wat breng ik er weinig van terecht, innerlijk weinig van terecht, wat is er weinig van die groote liefde, die noodig is.
Tot dezulken komt het Evangelie, rijk van klank. Middenin staat de verloren zoon met z'n vader. Het spreekt overal van verlossing, van bevrijding uit onze innerlijke misère. Het spreekt van dien God, die zich erbarmt over ons.
Om dat te hooren, luister ik. Daarvoor zie ik naar heel de persoonlijkheid van Christus.
Dat heb ik — aldus prof. Roessingh — in de oude moderne richting te weinig gehoord, (bladz. 41).
Wij voelen deze dingen zoo anders. Is het omdat het liberalistisch optimisme over heel .de linie is teruggeweken ? En wij hebben in onze ziel gereeder leeren erkennen de duistere ondoorgrondelijkheid. Wij zijn andere menschen geworden. Pierson heeft in 1862 geschreven: „de orthodoxie weet beter rekenschap te geven van de tragische oogenblikken des levens". En velen onzer voelen nu, dat het in onze geestelijke ontwikkeling aankomt op die „tragische oogenblikken", waarin het gaat om leven en dood van onze ziel; waarin die oude begrippen als van zelf gaan leven in ons : schuld, zonde, genade, verlossing, (bladz. 42).
(Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 1933

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 1933

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's