Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GRETSKE „DE FREULE"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRETSKE „DE FREULE"

EEN LEVENSTRAGEDIE

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met toestemming van den Uitgever J. H. Kok, Kampen
’t ’Zou anders mooi zijn ; elke week drie gulden ontvangen. Doch nu was zij ziek, en als zij nu eens dood ging, wat gaven haar dan drie gulden. Wat gaf alle menschen het geld als zij sterven moesten. En dat moesten zij allen. De een mocht dan wat mooier kist krijgen dan de ander, of wat deftiger begrafenis, maar zij kwamen daar buiten allen terecht, de rijken even zoo goed als de armen en daar beneden in het donkere graf was in elk geval geen onderscheid.
Foei, wat nare gedachten. Zij wilde er niet meer aan denken. Maar zij moest er nu wel aan denken, vooral van avond, nu zij zich zoo ziek en moe voelde.
En daar zat die Gretske. Zoo rustig en zoo kalm en toch óók niet jong meer. Zou die ook zoo bang voor den dood zijn ? Maar Gretske was heel anders dan zij en ook dan die anderen hier. Lang zoo slecht niet. Wat had zij niet achter den rug. Waar de menschen vaak om lachten en zij zelf ook menigmaal om gelachen — óók wel eens geschreid had, en dat haar vooral in dit uur zoo pijnigde. Eigenaardig, maar 't was alsof heel het verleden aan haar voorbij ging. Precies als in de bioscoop, waar zij bij gelegenheid van de kermis zoo graag eens wezen mocht en het eene tooneel het andere opvolgde. Zóó ging nu haar leven als in beeld aan haar voorbij. Zou dat met andere menschen óók zoo zijn ? Of alleen met haar, omdat zij een arme vrouw was en op Lombok woonde, en er in haar leven zooveel voorkwam wat er niet op door kon.
Nog nooit had zij zich met den godsdienst bemoeid. Altijd den spot gedreven met menschen die dit wel deden, en gezegd dat zij niets moest hebben van die vrome lui en van de kerk. Boerenbedrog en anders niet. Elk had zijn eigen god in hetgeen hij 't liefst had. Zijn geld of zijn goud of zijn kind of zijn huis of zich zelf, maar voor de rest geloofde zij niet. Dood was dood en als zij stierf behoefde men geen dominé te halen.
Maar als zij zich nu eens vergiste. Als er wél een God was en met den dood niet alles uit, zooals vele menschen zeiden en ook Gretske wel gelooven zou. Want Gretske was ook vroom. Wat hadden ze haar daarmede geplaagd. Doch het zou nog de vraag zijn wie het verst in de wereld kwam en in elk geval het meest gerust kon wezen, de menschen mét, of zonder godsdienst.
Oude Ka was in elk geval dezen avond verre van gerust. Daarom verzocht zij de buurvrouw te blijven en het licht te ontsteken, terwijl haar op de tong een vraag brandde, maar die zij niet wist hoe te moeten doen. Onafgebroken keek zij Gretske aan, die daar zoo stil zat, de handen in den schoot gevouwen, blijkbaar in diepe gedachten verzonken.
En toen begon zij : „Gretske." „Wat is er? " „'k Heb zoo'n dorst.”
„Nu, wat wil je dan drinken ? ”
„Een beetje koud water.”
„Heb je niet liever een kopje lekkere thee ? " „'k Heb geen thee.”
„Dan zal ik een kopje voor je klaar maken, " — en de daad bij 't woord voegende stond zij op, om uit eigen kamertje het benoodigde te halen. Vlug werd een weinig water aan de kook gebracht, en spoedig daarop stond het mengsel te trekken. Hoe gezellig ! Zoo had Ka het zélf niet, en wat was het toch echt huiselijk.
En weer begon zij : „Gretske." „Ja ? ”
„Waarom ben je toch zóó ? " „Wat ? ”
„Zoo goed voor mij en zoo vriendelijk? ”
„Dat is toch onze plicht ? " „Maar ik heb dat niet aan je verdiend : ik heb heel iets anders verdiend, omdat ik altijd zoo verkeerd ben geweest, en je wel zoo geplaagd heb en heel Lombok tegen je heb opgezet." „Niemand van ons ontvangt wat hij verdiend heeft, Ka.”
„Als er een hemel is dan heb jij die verdiend Gretske. Je bent altijd goed voor de menschen en je hebt je heele leven gewerkt en je doet niemand kwaad, en....”
Hier betrok het gelaat van Gretske en maakte zij een afwijzende beweging. „Wij hebben niets verdiend ; wij hebben alles verzondigd ; ik ook; even zoo goed als jij en elk ander, en als wij in den hemel komen, dan komen wij er alleen door genade. Als een groote gunst, meer niet.”
Opnieuw keek de kranke met groote verwonderde oogen Gretske in 't gelaat. Zooveel had zij haar nog nooit hooren spreken en allerminst over zulke dingen. Zij begreep er ook niets van. Genade ? Wat was dat ? En waar kreeg Gretske dat alles toch weg ?
„Doe jij dan ook nog wel kwaad ? " vroeg zij na eenigen tijd.
„Och mijn goede mensch, èlken dag en anders denk ik wel kwaad.”
Ongeloovig schudde Ka toet grijze hoofd. Daar kon zij niet bij.
„Neen je doet geen kwaad ; je bent heel anders dan wij en je behoeft nooit bang te wezen zooals ik.”
„Waarvoor ben je bang ? ”
„Voor den dood. O, ik ben zoo bang! Ben jij niet bang, Gretske ? ”
„Soms wèl, maar soms ook niet. Als ik op mij zélf zie, dan ben ik het wèl, maar als ik op den Heere Jezus zie, dan is alle vrees geweken.”
„Hoe komt dat dan ? ”
„Omdat Hij voor mij gestorven is en mij het leven geeft en in den hemel een plaats bereidt." „Hoe weet je dat alles zoo ? " „'t Staat in het Boek." „In den Bijbel ? ”
„Ja. Daar staat in van het Vaderhuis waar de Heiland woning maakt voor allen die Hem liefhebben.”

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 augustus 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

GRETSKE „DE FREULE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 augustus 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's