Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

AFGUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

AFGUNST

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Wat is dat een leelijke jurk !" Met dat woord begroette een meisje haar vriendinnetje, dat een keurige, nieuwe jurk aan had. In andere omstandigheden zou de onbarmhartige beoordeelaarster de jurk óók mooi gevonden hebben, maar er zat nu wat anders achter. Wie het fijne van de zaak wist, proefde zóó maar, dat hier de pure afgunst aan het woord was. Ons spreekstertje had namelijk ook o, zoo graag, een nieuwe jurk gehad, had er zelfs heel wat om gezeurd, maar 't was afgewezen. En nu moest ze daar haar vriendin in een mooie jurk zien komen! Dat moest een leelijke jurk zijn. Daar kon ze geen goed aan vinden, zij had haar oude jurk veel liever.
Zoo iets getuigt niet van veel nobelheid van geest. Het duidt op een lage karaktertrek en menig ouder heeft reeds gezucht, wanneer in een gezin dergelijke afgunst om den hoek kwam kijken of als hun kinderen in hun samenleving met anderen geen hooger peil konden bereiken. Hoe lastig zijn kinderen, die met afgunst behept zijn. Een ander mag toch vooral niet meer of iets beters of iets mooiers hebben. Voor zulke kinderen zijn de koekjes en de zuurtjes lang niet even groot en zij krijgen altijd de kleinste. Moeder smeert op hun boterham altijd minder boter en minder stroop dan op die van de anderen. En ze krijgen altijd het kleinste portie kersen, al heeft moeder ze precies afgeteld en al liggen er op elk bordje precies evenveel. En o, wee, als moeder er naar gaat streven, om de afgunstigen te bevredigen. Dan krijgt ze wat te doen. Dan mag ze wel een zeer gevoelige weegschaal by de hand hebben, om zelfs de snoeperijen van de kinderen gelijk af te wegen.
In de wereld van de groote menschen is de afgunst óok groot.
Wij hebben onder elkander ook heel wat jaloerschheden, maar wij geven er dan wel eens een andere glimp aan. Als wij eens iets zeggen over eens anders doen en laten, over zijn huis en kleed en meubel, dan spreekt daar schijnbaar wel een belangstelling uit, maar vaak schuilt daarbij de adder van afgunst onder het gras. Wij keuren het af, dat iemand een auto koopt, omdat wij er zelf geen kunnen betalen; en dan doen we die afkeuring, naar 't schijnt, voortkomen uit onze bezorgdheid, dat de man boven zijn stand gaat leven. Wij weten onze afgunst te bemantelen. Daar hebben de kinderen zoo nog geen slag van en daarom komen ze meer onbewimpeld voor den dag. Zij zeggen het wel eens rechtuit, terwijl wij, groote menschen, het doen in den vorm van vriendenhartelijkheid en burenvriendelijkheid. Maar dan wordt aan de afgunst nog de onoprechtheid verbonden, en heel wat karakterflinkheid wordt daarbij ingeboet. Daarom is het van hooge beteekenis, onze kinderen van de jeugd aan te waarschuwen tegen afgunst.
Met de Schrift in de hand, vinden we daarvoor dagelijks overvloedig gelegenheid. Speelde in de droeve verhouding tusschen Kaïn en Abel de afgunst geen groote rol ? De nijd leidde hem tot den doodslag en ieder, die zijn kinderen nagaat, weet, welke bitterheden er bovenkomen, wanneer de kinderen afgunstig op elkander zijn. Dat geeft aanleiding tot verwijdering in geslachten. Als de mannen elkander nog wel kunnen verdragen, brengen de vrouwen door afgunst niet zelden de verwijdering tot stand ; ook wel omgekeerd, dat de vrouwen het met elkander kunnen vinden, maar de mannen niet.
De angsten in het gezin van Izak en Rebecca waren ook grootendeels het gevolg van afgunst, eerst van Jacob, later van Ezau. Jacob was afgunstig op Ezau's eerstgeboorterecht en zocht het met list deelachtig te worden. En Ezau is afgunstig, dat Jacob het hem afhandig maakte en ook werkelijk den zegen van Izaak kreeg. „Ik zal Jacob dooden, " is dan zijn boos plan.
En hoe schoon biedt de geschiedenis van Jozef ons de gelegenheid, om aan de kinderen te laten zien, tot welke vreeselijke dingen de afgunst de menschen brengen kan. De broers zullen dan wel eens zien, of Jozef zoó ver boven hen komt te staan. Daar gaat hij dan als slaaf naar Egypte. En al de verdere ellende, de wanhoop van een ouden vader, niets is in staat hen tot de bekentenis van hun kwaad te brengen.
Denk verder aan Saul! Hoe heeft de afgunst het hart van een Saul verteerd, toen het hem duidelijk werd, dat David zijn opvolger zou worden. Hij staat David naar het leven. En zelfs zien we tot onze groote verwondering diezelfde afgunst nog weer voor den dag komen, als Jerobeam moet vluchten voor Salomo.
Hoe kan ook de afgunst het leven en sterven van een geheel volk vergiftigen ! Met recht sprak de profeet Jesaja van den nijd van Efraïm, waardoor zonen van hetzelfde huis met elkaar in bloedigen strijd werden gewikkeld.
Genoeg; de ouders, die hun kinderen met de Schrift in de hand opvoeden, weten voldoende het kwaad van de afgunst aan te duiden en in zijn gevolgen te schetsen, 't Is van belang, hun daarby te laten gevoelen, hoe dwaas ook de afgunst is. Immers men gebruikt zyn tyd en zyn kracht, zyn aandacht, om aan een ander te denken, zich met eens anders werk bezig te houden, in plaats van eigen kracht en energie te ontwikkelen en te besteden, om eigen zaak verder te brengen. Zie maar naar den dwazen koopman, die naar de winkeldeur van zyn concurrent staat te kyken en verteerd wordt door afgunst, terwyl hy vergeet intusschen eigen zaak fyner in orde te maken en zoo de klanten te lokken. „Nyd is verrotting der beenderen." Afgunst kost tyd en kracht, 't Is onkruid. Als we niet oppassen, overwoekert het in korten tyd onzen akker. Het trekt de beste sappen tot zich en voor de goede vrucht van liefde en onbaatzuchtigheid is geen plaats meer. Laten we daarom met woord en voorbeeld onze kinderen wapenen tegen de ondeugd van de afgunst. Dat is geen gemakkelyk werk. 't Gaat tegen de natuur in en daarom kan de werking van Gods Geest daarby niet gemist worden. Laten we dien Geest dan inroepen bij dit werk !

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 augustus 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

AFGUNST

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 augustus 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's