Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

JUISTE VOORLICHTING NOODZAKELIJK.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het wetsontwerp tot het vaststellen van bepalingen betreffende het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van ondernemersovereenkomsten, dat einde van de vorige maand in de Tweede Kamer behandeld en aangenomen is geworden, heeft bijzonderlijk in Communistische en Vrijheidsbondsche kringen heel wat verzet uitgelokt.
Ook waren er in-en buiten de Kamer, die in het wetsontwerp een nieuwe stap der Regeering zagen in de richting van de socialisatie der bedrijven en van de socialistische politiek.
Zij, die zich zoo uitspraken toonden intusschen of van het wetsontwerp geen studie te hebben gemaakt, of zij maakten zich schuldig aan demagogie, d.i. volksmisleiding.
De algemeene strekking van het aangenomen wetsontwerp is toch geen andere, dan bedingen en besluiten, economische verhoudingen betreffende, welke gelden tusschen ondernemers, verbindend te verklaren voor alle ondernemers in de betreffende bedrijfstak, indien deze voor dien bedrijfstak van overwegende beeekenis zijn of kunnen worden en het algemeen belang de verbindend verklaring eischt.
Hier is dus geen sprake van een ordening, die van de Regeering uitgaat of van een maatregel, die het maatschappelijk leven bij Staatsdecreet wordt opgelegd.
Maar het zijn samenwerkende bedrijfsgenooten, die tot de Regeering het verzoek richten, de overeenkomst, die zij als vrije menschen aangingen, verbindend te verklaren.
Dat zulk: een verbindend verklaring voor het bedrijfsleven in zekere bedrijfstakken noodzakelijk kan zijn, daarvan vinden wij de voorbeelden in de stroo-carton nijverheid, de textielindustrie en het baksteenbedrijf om slechts deze drie belangrijke takken van volksbestaan te noemen.
Bekend zijn b.v. de moeilijkheden, die zich in de stroo-cartonindustrie in de laatste jaren voordeden en waarvan prof. mr. Gerbrandy in het Decembernummer van het tijdschrift A. R.
Staatkunde uitvoerige mededeelingen doet. Dit echt Nederlandsche bedrijf, waarin 15 a 20 millioen gulden gestoken zijn en dat aan 2300 arbeiders werk en brood verschaft, bezit op de wereldmarkt een goede reputatie. Het vertegenwoordigt voor de cartonnage-industrie van Engeland een zeer belangrijke grondstoffenleverantie. Tengevolge nu van de ongelimiteerde concurrentie ging het de stroo-carton-nijverheid niet voor den wind. Er was prijsbederf en kapitaalverlies. De buitenlander genoot daarvan het voordeel, terwijl de ondernemer benevens de arbeider met de schade naar huis gingen.
In dezen toestand kwam echter een belangrijke verbetering, toen het den fabrikanten duidelijk werd, dat door een anti-nationale concurrentie veel geld werd verspild. Als gevolg daarvan sloten in April 1932 van de 19 ondernemers in de stroo-carton-industrie 17 fabrikanten een overeenkomst, die zich richtte op productiebeperking en prijsregeling. Voor deze overeenkomst, die uit het vrije bedrijf voortkwam, wordt bindendverklaring noodig geacht, opdat ook de twee niet toegetreden ondernemingen zich naar de voornaamste bepalingen der overeenkomst zullen gedragen.
Vooral in een tijd, waarin het meer dan ooit noodig is om door middel van samenwerking middelen en wegen te zoeken om bedrijven in stand te houden en deze in staat te stellen aan de vele moeilijkheden op de binnen-en buitenlandsche markt het hoofd te bieden, dient, wanneer het algemeen belang dit eischt, voorkomen te worden dat enkelen dit zouden kunnen verhinderen.
Tegenover het verbindend verklaren van een ondernemersovereenkomst behoort voor het geval dat het algemeen belang er door wordt geschaad of het beroepsegoïsme heerschappij gaat voeren, ook het middel te bestaan van onverbindendverklaring. Vandaar, dat het wetsontwerp beide elementen bevat: de verbindendverklaring en de onverbindendverklaring.
Dat aan het verbindend en onverbindendverklaren van ondernemersovereenkomsten gevaren verbonden zijn, spreekt vanzelf. Er moeten daarom waarborgen zijn, die een te ver gaande invloed op de economische verhoudingen tegengaan. Die waarmorgen geeft het wetsontwerp.
Zij werden nog met andere versterkt tijdens de openbare behandeling van het wetsontwerp in de Kamer. Zoo wist de heer Smeenk — de Nieuwe Rotterdamsche Courant, die het wetsontwerp met groote vinnigheid bestreed, vermeldt dit met dankbaarheid — in de wet opgenomen te krijgen, dat de ministerieele beschikking de gronden der verbindend of onverbindendverklaring moet behelzen. Voorts werd bereikt, dat halfjaarlijksche verslagen over de toepassing der wet aan de Staten-Generaal worden uitgebracht.
Wanneer het nu vaststaat — en inderdaad is dit zoo — dat van de verbindendverklaring van ondememersovereenkomsten alléén dan sprake zal zijn, wanneer het verzoek om bindendverklaring uit den kring van belanghebbenden voortkomt, zoodat staatsordening uitgesloten is en voorts dat de verbindendverklaring met zulke waarborgen is omringd, dat de Regeering uitsluitend van hare bevoegdheid op juiste en rechtmatige wijze moet gebruik maken, dan kan men toch niet volhouden, dat het wetsontwerp, dat samenwerking van bedrijfsgenooten noodig maakt, den weg van socialisatie opgaat of socialistische politiek huldigt.
Er wordt vaak bezwaar gemaakt — en niet ten onrechte — tegen de maatregelen der Regeering met betrekking tot den steun aan den land-en tuinbouw, benevens aan de veehouderij, maatregelen, die aanvaard moeten worden, omdat andere regelingen niet ten dienste staan.
Op deze regelingen kunnen boeren en tuinders echter geen invloed uitoefenen. De maatregelen worden , van boven af opgelegd. Deze ordening lokt niet uit. Zij zou dan ook geen steun ondervinden, wanneer de noodzaak niet aanwezig was.
Maar, wat het wetsontwerp terzake van de verbindendverklaring of ontbindendverklaring betreft, heeft men toch met iets geheel anders te doen. Wat dit wetsontwerp regelt, is juist het tegenovergestelde van de maatregelen, die voor het platteland gelden.
In het eerste geval zijn de bedrijven geheel vrij, terwijl de maatregelen van steun aan de bodemproducten dwingend worden voorgeschreven. Daarom is het onbegrijpelijk, dat er zelfs politieke leiders zijn, die de beide regelingen gelijk achten. Deze leiders — en we kunnen het niet anders zien ~ hebben öf van het wetsontwerp onvoldoende studie gemaakt, of zij maken zich schuldig aan demagogie.
En zulke leiders vinden bij heel wat volgelingen nog gehoor.
Juiste voorlichting blijft altijd nog noodig.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 maart 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 maart 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's