Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

HEIDENSCH

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gaat in Duitschland hoe langer hoe brutaler den kant van het Heidendom uit. Wij zeggen volstrekt niet, dat onder het bewind, van Hitler geen goede dingen worden gedaan voor 't volk en dat niet groote onheilen zijn afgewend, maar we moeten toch goed uit onze oogen zien en de beginselen toetsen waaruit men leeft. En dan blijkt het hoe langs hoe meer, dat men tot het oude Heldendom wil terugkeeren en wel op een ruwe wijze, die niet doet blijken, dat men iets van het Christelijk beginsel weet te waardeeren en die niet bewijst, dat men veel menschenkennis heeft.
De „Jezus-figuur" wil men desnoods nog wel. Maar de historische achtergrond negeert men. Of er ooit een Jezus geweest is of niet doet er niet toe, de wereld loopt toch wel. Maar als er ooit een Jezus geweest is, dan wil men niet hooren dat Jezus een Jood was, maar nog veel minder wil men weten van een verzoenend lijden en sterven van een Heiland en Middelaar, voor arme zondaren tot verlossing en zaligheid. Die „ééne offerande" 'waarvan heel de Schrift spreekt, negeert men. Jezus is de sociale hervormer en als zoodanig heeft hij een doornenkroon gedragen en is hij aan 't kruis geslagen. Wat hij als sociaal hervormer heeft geleerd is. wel interessant en zijn striemende gerechtigheid valt in de smaak. Van zonde  Pessimisme wil men niet weten en zelf moet men aan 't werk, waar noodig moet de geesel van touwtjes worden gebruikt. De held moet zich laten Inspireeren tot krachtige daden, al moet alles onderst boven en al moet de onderste steen te voorschijn gehaald. Dat is de nieuwe godsdienst waarop Duitschland wacht, waarnaar de „Duitsche ziel" hunkert — zooals men zegt. „De restanten van 2000 jaar Christelijke traditie" staan nog in den weg en „verhinderen de volledige ontwikkellng van de „Duitsche ziel". „De godsdienst van de heeren Hauer en Reventlow belooft, dat hij ook die laatste hinderlijke restanten zal doen verdwijnen". Dat noemt men dan de „Duitsche Geloofsbeweging" ! Om het Christendom finaal uit te roeien !
Onlangs gaf de N. Rott. Ct. (14 April) een bericht aangaande hét nieuwe leerplan voor de volksscholen te Leipzig. De onderwijzers moeten daar godsdienstonderricht geven Op de scholen, maar krijgen dan de volgende aanwijzingen, die daarbij als richtsnoer gebruikt moeten worden : „De Godsdienstonderwijzer moet zich steeds er van bewust zijn, dat de Duitsche jeugd meer recht heeft op de kennis van de godsdienstige en ethische wereldbeschouwing van haar voorvaderen dan op de kennis; van de geschiedenis van het Oude Testament. Daarom moeten bij elke voorkomende gelegenheid vergelijkingen worden getrokken met den Germaanschen .godsdienst en moeten de kinderen met de oud-Germaansche gebruiken bekend worden gemaakt. In de eerste plaats moet de Germaansche godsdienst en het binnendringen van het Christendom in de Germaansche wereld worden behandeld. Hierbij mag niet verzwegen worden, dat de Kerk een groot deel van den Germaanschen vrijheidsgeest heeft onderdrukt".G
Zoo moet het oude heidendom de plaats gaan innemen van het Christendom. Wat ook blijkt uit de „Germaansche Geloofsbelijdenis" die den tekst der Apostolische Geloofsbelijdenis op dien voet volgt en aldus luidt: „Ik geloof in den mensch, den machtigsten heer van alle dingen en krachten op aarde. Ik geloof in den Germaan, Gods geliefden anderen zoon, den heer van zichzelf, die ontvangen is onder een Noordelijken hemel, geboren tusschen Alpen en zee, geleden heeft onder Papisten en Mammonisten, gelasterd is, geslagen en in ellende gedompeld, veroordeeld door duivels van iedere soort tot de hel, na tientallen jaren van wanhoop en verarming steeds weer opgestaan is uit den staats-en nationalen dood, opgestegen naar de geestelijke wereld van Eckehardt, Bach en Goethe, gezeten met zijn broeder uit Nazareth ter rechterhand van den Eeuwige, vanwaar hij op de wijze van den Verlosser van tijd tot tijd zal nederdalen om de levend begravenen en de dooden op te wekken.
Ik geloof in den goeden geest der menschheid en de heilige kerk der toekomst, de gemeenschap van elk ernstig, zuiver en onbaatzuchtig willen,de gelijkmaking van alle vergeving, wederopstanding van de volkomen verschijning en een eeuwig leven zoowel in het verleden als in het hiernamaals".
En alsof dit „Godslasterlijke" (zooals we het onlangs noemden, toen we deze 12 aritikelen van de Duitsche geloofsbeweging ook reeds noemden) nog niet genoeg is. spreekt het moderne heidendom de „Hitler-jeugd" aldus aan : „De Duitsche , jeugd uit de 20ste eeuw verklaart fier, dat zij weet te leven zonder te zondigen en dus ook geen „genade" van noode heeft. Het tijdperk van het Christendom is afgeloopen, wij belijden den godsdienst van het bloed en het ras. Wij zullen al onze vijanden neerslaan en in het allerlaatste gevecht het Christendom. (Duitschers bevrijdt u uit de klauwen der pastoors, die geheel buiten 't volk staan en u willen overleveren aan den Jood. Schudt van u af de Joodsch-Christelijke gedachten omtrent „zonde" en „liefde" voor de vijanden. Het Nationial-Socialisme is een godsdienst, de nieuwe, de eenig ware godsdienst, geboren uit bloed, bodem, den nordischen geest en de arische ziel. Het Katholicisme en het Protestantisme kunnen niet spoedig genoeg verdwijnen; wanneer z ij zich zelf niet willen ontbinden dan moeten zij door den Staat verboden worden".
De Nieuw-Germaansche godsdienst wil geheel terugkeeren tot de oud-Germaansche, oud-heidensche gebruiken. Dat komt vooral uit in het beruchte boek van Rosenberg : „Der Mythes des zwanzigsten Jahrhunderts". De oud-Germaansche mythologie moet weer in eene komen en dan toegepast in den nieuwen tijd. Het nieuwe levensgevoel vraagt om een nieuwe gestalte, maar daarbij kunnen oude gestalten Inspireerend en vormend nawerken. Vooral de wereldoorlog en de daarop gevolgde ontwaking van Duitschland heeft dit nieuwe levensgevoel gewekt, bezield en geleerd. Het bloed der voor hun vaderland gevallenen is nu zulk een nieuw mystiek teeken. De Christelijke mythe van het martelaarskruis is gestorven en een nieuwe mythe van bloed, ziel, ras en volk worstelt om haar uitdrukking".
De „Duitsche Geloofsbeweging" vraagt ook een nieuwe kerk, een „National-Kirche"' of „Deutsche Kirche", om te zijn de organisatie van het geloofsleven van het Duitsche volk, maar dan los van alle Christelijke beginselen en geheel ingericht naar de oud-heidensche, oud-Germaansche symbolen. En dan één kerk voor héél het volk. „Een volk, dat twee kerken, twee godsdiensten heeft, is geen volk", zei Bergmann, die voor zulk een kerk reeds een ontwerp-rijkswet samenstelde. De Rijkspresident is haar hoofd. De Duitsche religie is de staatsreligie. Het uittreden uit de Duitsche Staatskerk is den Duitschen staatsburger verboden. Afzonderlijke godsdienstige vereenigingen en gezelschappen mogen niet bestaan.
In die Kerk moeten de oud-Germaansche gewoonten en symbolen gevonden worden. Het hakenkruis naast, of liever in de plaats van het Christus-kruis: ; immers zonne-wende beteekent meer dan zonde-tragiek. De groote momenten in het natuurleven worden motief voor de groote kerkelijke feesten : Kerstmis is het feest van het licht; Paschen van de lente ; Pinksteren van den bloei en de mildheid der natuur. Verder moeten in de Kerk bijzondere dagen zijn, die gewijd zijn aan de groote gebeurtenissen in het menschenleven : geboorte, jeugd, huwelijk, sterven (doodenfeest), enz.
Van een huwelijksinzegening meldt De  Tijd het volgende : »Van diepe zinnebeeldigheid was de oplaaiende vlam, die door bruid en bruidegom ontstoken werd. In het heldere schijnsel van deze vlam reikte het paar elkaar de gouden ringen en legde op de blauwe vlag, met het gulden zonnerad, den eed van trouw en liefde af. De bruid gaf haar bloesemkroon aan de vlammen prijs en nam den myrthen krans in ontvangst als priesteres van het eeuwige leven van haar ras en van haar volk".
Het is zeer begrijpelijk, dat in zulke leringen Hitler als de opperafgod geldt. Een dominee zette hem in een profaneerend swastikateeken met de woorden : in den naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Amen, heil Hitler". En naar te lezen stond in het Handelsblad (16 Mei) beweerde onlangs, op een bijeenkomst te Weimar, een hooge regeeringsambtenaar, dat „Hitler nieuw licht op de geschiedenis van het Christendom werpt". „Hitler" — zoo zeide hij — „neemt niet de plaats van den Zaligmaker in, maar overdrachtelijk gesproken, is hij een venster, waardoor wij Christus opnieuw in Zijn komende grootheid kunnen leeren zien". Deze spreker beschreef verder Christus als „de meest positieve antisemiet" en verklaarde te gelooven, dat daar het volk innerlijk niet meer gelooft aan Doop en Avondmaal, er nieuwe Duitsche vormen moeten worden gevonden, om: de waarheid der Verlossing verstaanbaar te maken.
Met trots verklaart Ludendorf : „Wij, Duitschers, zijn op het oogenblik het volk, dat zich het verst van de Christelijke leer heeft verwijderd".
Haat wordt er gezaaid tegen het Christendom, vooral onder de jeugd. „Wij staan aan toet begin van nieuwe Christenvervolgingen in Duitschland. De Antichrist steekt het hoofd weer op".
In Duitschland. Ja — maar in Duitschland alléén ? Zal het bij Duitschland beperkt blijven ? Lord Wolmer heeft dezer dagen in de Queens Hall te Londen op de jaarvergadering van het Britsch-en Buitenlandsch Bijbelgenootschap gezegd : „Wij moeten niet denken, dat wij in mindere mate dan het Duitsche volk of dat van eenig ander land bedreigd worden door de aanvallen, die tegenwoordig op het Christendom worden gedaan. Duitschland is niet het eenige land in Europa, waar het heidendom zijn kop opsteekt. Naar mijn meening wordt het Christendom heden ten dage door een der ernstigste crises in zijn geschiedenis bedreigd. Wij zien het heidendom in eigen land, zoowel als in het buitenland, veld winnen op een wijze, die onze vaders en grootvaders niet mogelijk hadden geacht".
„Breekt de wassende stroom van het Nieuwe Heidendom in Duitschland de dijken door, dan houdt hij ook met stil aan de grenzen. Wij zouden daaraan mee schuldig staan door ons zwijgen". (Roland, Groene Amsterdammer, 4 Mei).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's