Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

RONDOM DE STEMBUSSTRIJD
We zitten weer midden in de stembusstrijd. In de Kerk namelijk. Als November in 't land is, moeten er verkiezingen plaats hebben voor Notabelen (die dan de Kerkvoogden kiezen) en voor Gemachtigden (die de Kerkeraadsleden kiezen en bij predikantsvacatures den dominé aanwijzen, die de Kerkeraad dan moet beroepen).
Dat de richtingskwestie dan op 't scherpst en 't felst aan den dag treedt, spreekt vanzelf. Vrijzinnigen, Evangelischen, Ethischen, Confessioneelen, Gereform. Bonders, komen dan in 't geweer ; in Leeuwarden, weer anders dan in Groningen, in Haarlem weer anders dan in Zwolle, in Rotterdam weer anders dan in Dordt, in Wommels anders dan in Oudshoorn of Gorinchem. Maar overal is beweging en strijd.
We willen voor 't oogenblik op één ding wijzen, aan de practijk van 't leven ontleend.
De kweek van nieuwe lidmaten en de stembusstrijd getuigt dikwijls tegen de Vrijzinnigen, wat hun „geestelijke" strijd aangaat. Want de bewijzen zijn voor 't grijpen, dat ze nieuwe lidmaten kweeken énkel om 't getal bij de stembus óp te voeren. En het zal niet veel tegenspraak ontmoeten (als men eerlijk is) wanneer we zeggen, dat de Vrijzinnigen niet zelden de overwinning bij de stembus hebben te danken aan menschen, die nooit, maar dan ook nooit in de Kerk komen. De Vrijzinnigen moeten niet zelden de Kerken in hun macht krijgen en in hun macht houden door menschen, die zich overigens niet met de Kerk inlaten en de dominee's rustig voor stoelen en banken laten preeken. Zulke menschen zitten alleen vol van „fijnen-haat", welke ziekte in de dagen van de stembusstrijd een bedenkelijke omvang gaat vertoonen.
Wij kunnen niet gelooven, dat de waarlijk vrijzinnige menschen, die waarlijk religieus voelen, voor zulke dingen een „vrijbrief" in hun conscientie hebben. Ze weten beter! En zij, die er zoo dikwijls over spreken, dat alles naar „innerlijke overtuiging" moet gaan ; dat het niet op de „leer", maar op 't „leven" aankomt; dat de mensch niets tegen z'n geweten mag doen, enz . enz., zondigen hier met hun leven en levenspractijken „zwaar en menigmaal". En dat nog wel op het terrein van de Kerk!
Wanneer zullen de Vrijzinnigen in de Hervormde Kerk tegen verkeerde stembuspractijken, ook wat betreft de kweeking van lidmaten, eens openlijk een afkeuring en waarschuwing doen hooren ?
Ligt hier geen taak voor de Vereeniging van Vrijzinnige Hervormden in Nederland ? 't Is toch wel de moeite waard.

DRIEVOUDIGE SABBATHSZEGEN.
(II).

De eerste Sabbathszegen is dus : het aflaten van de booze werken en het verlaten van den weg der zonden ; het breken met de ongerechtigheid ; het afsterven van den ouden mensch. Daartoe moet de Dag des Heeren ons bijzonder vermanen en opwekken, met zegening van kracht en vrede.
Daarbij behoort als tweede Sabbathszegen : de werking des Heeren door Zijn Geest in ons hart.
Zóó behandelt de Catechismus het 4de gebod, dat het Sabbathsgebod is.
Want we lezen : »Ten andere, dat ik al de dagen mijns levens van mijne booze werken ruste — den Heere door Zijnen Geest in mij late werken — en alzoo den eeuwigen Sabbath in dit leven aanvange*. Dit zijn dus drie dingen. Over het eerste hebben we gehandeld ; nu iets over het tweede.
De werking des Heeren door Zijn Geest in ons hart is zoo noodlg. Alleen door genade en door 's Heeren kracht, door Zijnen Geest kunnen we afsterven van ons zelf, de zonden dooden, de ongerechtigheden onderhouden, de boosheid haten en vlieden, om met lust en liefde naar Gods geboden te wandelen.
Want de geloovigen zijn tot profeten, priesters en koningen gemaakt. Tot profeet: om Zijn Naam te belijden, Zijn Woord te verkondigen. Zijn Waarheid te verbreiden en te verdedigen. Tot priester : om zich zelf Gode te wijden. Hem zichzelven op te offeren, als een levend dankoffer den Heere, Zijn deugden groot te maken en gewillig bezig te zijn in de dingen des Vaders. Tot koning : om vromelijk en getrouw en krachtig tegen de zonde te strijden, alle dingen Hem te onderwerpen en om eenmaal met Christus te heerschen in heerlijkheid, met genieting der zaligheid.
Heerlijke roeping van de kinderen Gods, die Hij riep om Zijn deugden te roemen.
Daarvoor is de werking des Heiligen Geestes in onze harten noodig. Want hoe zal de lamp branden, als er geen olie in zit en als de olie niet telkens vernieuwd wordt ?
Nu verbindt onze Catechismus dit bijzonder met den Sabbath ; met het naarstig en getrouw naar Gods huis gaan op den Zondag ; met het geregeld neerzitten onder de prediking van Gods Woord; het geregeld verkeeren in den dienst der gebeden ; het tegenwoordig zijn bij den dienst der Sacramenten; het gewillig geven van zijn gaven voor de zaak van Gods Koninkrijk, voor Zijn Kerk, voor de Armen, voor het Christelijk Onderwijs, voor de Zending.
Die hierin niet getrouw en naarstig bezig is, om heilbegeerig te verkeeren in Gods huis, moet er ook niet op rekenen, dat de hemel zich zal ontsluiten, dat de regen des Geestes zal nederdalen, dat de ziel verkwikt zal worden en de geest vernieuwd. De olie ontbreekt voor die slapen.
Er wordt zoo weinig aan gedacht, dat de Heere getrouwheid vraagt in deze. Niet om uit gewoonte of uit bijgeloovigheid dan de dingen te doen. Niet vormelijk en koud en doodig en geesteloos. Niet kleinzielig, met argwaan vervuld, in liefdeloosheid en met zucht om altijd anderen te veroordeelen. Dan is de zegen wèg ; en het is Gods schuld niet, maar onze eigene schuld.
Maar de Heere vraagt getrouwheid op den Dag des Heeren in Zijn dienst. En we kunnen er ons niet van af maken door te zeggen, dat anderen het verkeerd doen ; ook niet door zelf te gaan spreken als : „wat geeft het en wat baat het ? " De Heere vraagt getrouwheid en als ons harte er bij gebracht mag worden, dan is het een heerlijke gewoonte voor een hongerige ziel, zooals het heer­ lijk kan zijn om met een hongerige maag te eten — al is de dagelijksche maaltijd ook „maar zoo gewoon".
Wanneer wij dan getrouw mogen zijn, zal de Heere Zijn welbehagen ons toonen; niet uit verdienste, maar uit genade.
Hoe komt het, dat er zoo dikwijls geklaagd wordt over gebrek aan geloofslicht en geloofskracht, over gemis van geloofsvertrouwen en geloofsverzekerdheid ?
De oorzaak ligt niet bij den Heere, Die den weg der middelen verordend heeft, maar bij óns, die dikwijls te eigenzinnig zijn en te boos van hart, om de middelen, van God Verordineerd, te gebruiken, of ze te beoefenen in geloof en liefde.
Ais er velen geestelijk krank zijn, ziekelijk, slap, armzalig en ongelukkig, dan is het, omdat de middelen, van God verordineerd, worden veracht.
Als er velen geestelijk slapen, dwalen, kwijnen, dan is het, omdat men niet getrouw is in de dingen des Heeren, door Hem bevolen.
De straf op miskenning van het vierde gebod is niet gering.
Lees de geschiedenis van het volk van Israël maar eens. Volgens Nehemia 13 vers 17 en 18 was de ontheiliging van den Sabbath, het verachten van den dienst des Heeren, de eerste oorzaak der verwoesting van Jeruzalem en den tempel. En Jeremia had het te voren reeds geprofeteerd, gelijk we lezen in Jeremia 17 vers 24—27. Als de dienst des Heeren in eere werd gehouden, zou de Heere Juda en Jeruzalem zegenen, maar als men den dienst des Heeren zou verachten, zouden vreemde koningen de poorte der stad binnentrekken !
Jesaja prijst den mensch, die den Dag des Heeren, den Sabbath, lief heeft, gelukzalig ! Jesaja 56 vers 2 : „Welgelukzalig is de mensch, die zulks doet en des menschen kind, dat daaraan vasthoudt ; die den Sabbath houdt, zoodat hij dien niet ontheiligt, en die zijn hand bewaart van eenig kwaad te doen".
Onze booze werken moeten we varen laten, onze zondige wegen moeten we haten en vlieden en we moeten ons getrouw en gewillig stellen in het huis des Heeren in den. weg der middelen, opdat we door Gods Woord gezegend mogen worden en de werking des Heiligen Geestes mogen ervaren in onze harten, opdat de nieuwe mensch toeneme in liefde en kracht, om den Heere te leven en den naaste tot zegen te zijn. Want tot positieven arbeid roept de Heere ons.
Tegenover de werking des Heiligen Geestes staat de werking van de wereld-en zondegeest. In de wereld-en zondegeest komt tot kracht als Gods dag wordt ontheiligd en Gods huis wordt verzuimd ; als de dienst des Woords en der gebeden en der Sacramenten en der barmhartigheid wordt veracht en verwaarloosd. Als we vergeten en weigeren bezig te zijn in de dingen van Gods Koninkrijk. Dan krijgt de satan vrij spel. Kan de duivel den Dag des Heeren uit ons leven wèg werken, dan zijn we verloren. Dan heerschen de booze werken in ons en over ons; dan werkt de wereldgeest en de zondegeest in ons ; dan zijn we vervreemd van de ware rust en van den echten vrede en van den eenigen troost. Dan zijn we vreemdelingen van het verbond. Dan zijn we bastaarden. Dan zijn we diep, diep ongelukkig en zullen het Koninkrijk Gods niet beërven.
Hoe staan wij tegenover Gods huis, Gods dag, Gods Woord, Gods dienst ?
Staat het recht en goed bij ons ? Of — is 't ook, dat de Heere kan en moet zeggen : waak en bid, want de zonde ligt aan de deur ?
Onderzoeken we onzen weg toch ; en als er bij ons een schadelijke weg is, dat we toch mogen komen tot den eenigen en eeuwigen weg, in Jezus Christus, onzen Heere.
(Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 1935

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's