Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGEN BUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGEN BUS

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vraag : We hadden verschil met iemand over deze zaad : Wat moeten we antwoorden op de vraag : wie zullen er zalig worden ? Moeten we antwoorden : alle uitverkorenen ? Of moeten we antwoorden : -allen die Christus met een waarachtig geloof aannemen ?
Antwoord: Laat ons wij dergelijke kwesties naar de Schrift luisteren. En naar onze belijdenisschriften. Daar spreekt God Zelf tot ons. En daar hooren we de taal van onze Gereformeerde Vaderen bij 't rooken van de (brandstapels en te midden van de valsche beschuldigingen der vijanden, die de Gereformeerde waarheid zoo gaarne verdraaiden.
Laat ons nu b.v. eens opslaan het Me stonk van onze 3 Formulieren van Eenigheid n.l. de Vijf Leerregels van Dordt, die bij de vijanden bekend staan als zoo streng en zoo hard Gereformeerd te zijn. (Of de menschen die zoo oordeelen, ze ook gelezen hebben, betwijfelen we altijd. Een hard oordeel en weinig studie en onderzoek gaat dikwijls samen. 't Komt omdat men te lui of te hatelijk is om zelfs moeite te doen naar een behoorlijk onderzoek).
Wat zeggen nu de Dordtsche Leerregels (zijn ze onder „onze" menschen bekend? Laat men eens eerlijk zijn !!)?
De Dordtsche Leerregels beginnen alus: Aangezien alle menschen in Adam gezondigd hebben, en des vloeks en eeuwigen doods zijn schuldig geworden, zoo zoude God niemand ongelijk hebben gedaan, indien Hij het gansche menschelijk geslacht in de zonde en vervloeking had willen laten en om de zonde verdoemen, volgens deze uitspraken des Apostels: De geheele wereld is voor God verdoemelijk. Zij hebben allen gezondigd en derven de heerlijkheid Gods." Rom. 3 : 19, 23. En : „De bezoldiging der zonde is de dood." Rom. 6 : 23.
„Maar hierin is de liefde Gods geopenbaard, dat Hij Zijnen eeniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe". 1 Joh. 4:9; Joh. 3 : 16.
„En opdat de menschen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer .blijde (boodschap, tot wie Hij wild, en wanneer Hij wil; door wier dienst de menschen geroepen worden tot bekeering en het geloof in Christus den gekruisigde. „Want hoe zullen zij in Hem gelooven, van Wien zij niet gehoord hebben ? En hoe zullen zij hooren, zonder die hun predikt ? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden ? " Rom. 10 : 14, 15. „Die dit Evangelie niet gelooven, op die (blijft de toorn Gods. Maar die het aannemen en den Zaligmaker Jezus met een waarachtig en levend geloof omhelzen, die worden door Hem. van den toorn Gods en van het verderf verlost, en met het eeuwige leven (begiftigd". Joh. 3 vers 36 ; Marcus 16 vers 16.
Zoo spreken de (Dordtsche Leerregels, Hoofdst. I, § 1, 2, 3 en 4. Eigenlijk behoeven we niet verder te gaan. Wie zuilen er zalig worden ? Allen, die Christus met een waarachtig geloof worden ingelijfd. Toch willen we nog even verder lezen, en we slaan Hoofdst. n op. Daar lezen we § 5 : „Voorts is de belofte des Evangelies, dat een iegelijk, die in den gekruisigden Christus gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe ; welke belofte alle volkeren en menschen, tot welke God naar Zijn welbehagen Zijn Evangelie zendt, zonder onderscheid moet verkondigd en voorgesteld worden, met hevel van bekeering en geloof". En § 6 : „Doch dat velen, idoor het Evangelie geroepen zijnde, zich niet bekeeren, noch in Christus gelooven, maar in ongeloof vergaan, zulks geschiedt niet door gebrek of ongenoegzaamheid van de offerande van Christus, aan het kruis geofferd, maar door hunne eigene schuld".
Slaan we Hoofdst. Hl en rv op, § 8 : „Doch zoovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden ernstiglijk geroepen. Want God betoont ernstiglijk en waarachtiglijk in Zijn Woord, wat Hem aangenaam is ; n.l. dat de geroepenen tot Hem (komen. Hij .belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen, en gelooven, de rust der zielen en het eeuwige leven". En § 9 : „Dat er velen, door de toediening des Evangelies geroepen zijnde, niet komen en niet bekeerd worden, daarvan is de schuld niet in het Evangelie, noch in Christus, door het Evangelie aangeboden zijnde, noch in God, die door het Evangelie roept, en zelfs ook dien Hij roept onderscheidene gaven mededeelt; maar in degenen, die geroepen worden ; van dewelken sommigen, zorgeloos zijnde, het Woord des levens niet aannemen; anderen nemen het wel aan, maar niet in het (binnenste huns harten, en daarom, is het, dat zij, na eene kortstondige blijdschap van het tijdelijk geloof, wederom terug wijken; anderen verstikken het zaad des Woords door de doornen der zorgvuldigheden en wellusten der wereld en brengen geene vruchten voort, hetwelk onze Zaligmaker leert in de gelijkenis van het zaad. Matth. 13". Wee ons, indien we door ons ongeloof, door onze zorgeloosheid, door onze ijdelheid, door onze hoogmoed, door onze vleeschelijke lusten, door onze» wereldschgezindheid verloren gaan !
Laat ons toch den tijd uitkoopen en waken en bidden, en laat ons acht geven op het Woord des Heeren, dat zegt: „geloof in den Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden". „Die in den Zoon gelooft, zal zalig worden, maar die den Zoon ongehoorzaam is, op die blijft de toom Gods". (Hier wordt het ongeloof ongehoorzaamheid genoemd!)
En waar allen we dan in den weg des geloofs, in den weg der roeping en bekeering terecht komen ? (Want hier gaat de deur van achteren — en niet van voren — open!). We zuilen dan terecht komen (bij de vertroostingen van de verkiezing Gods. „Want zoovelen als waarachtiglijk gelooven, en door den dood van Christus van de zonden en het verderf verlost en behouden worden, die genieten deze weldaad alleen uit Gods genade, hun van eeuwigheid In Christus gegeven, welke genade (Hij niemand schuldig Is." Leerregels n, § 7.
Wie worden er dan zalig ? Zoovelen den Heere Christus door een waarachtig geloof leeren aannemen !
Of zooals de Catechismus letterlijk vraagt: „Worden dan alle menschen wederom door Christus zalig, gelijk zij door Adam. verdoemd zijn geworden ? " Waarop als antwoord volgt: „Neen zij, maar alleen degenen, die Hem door een waar geloof worden ingelijfd en alle Zijne weldaden aannemen" (Zondag VII).
En van het waarachtig, zaligmakend geloof wordt dan door den Catechismus gezegd: „Een waar geloof is niet alleen een stellig weten of kennis, waardoor ik alles voor waarachtig houde, dat ons God in Zijn Woord geopenbaard heeft, maar ook een vast vertrouwen, 't welk de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken is, uit louter genade, alleen om der verdienste van Christus wille". Heerlijk is de bate des geloofs !
„Dat ik In Christus voor God rechtvaardig (ben, en een erfgenaam des eeuwigen levens" ! (Catechismus Zondag 23).
O ! wacht dan niet op een stem uit den hemel, die u komt zeggen of , gij uitverkoren zijt of niet. Gij zult den Heere, uwen God, niet verzoeken ! Maar naar den regel van Peut. 29 vers 29 hebben we de verborgen dingen te laten voor den Heere en onze roeping vast te maken, acht gevende op de stem des Heeren ! Laten wij bedenken, dat de Dordtsche Leerregels niet te vergeefs hebben gezegd: „Dat er velen, door de bediening des Evangelies geroepen zijnde, niet komen en niet bekeerd worden, daarvan is de schuld niet in het Evangelie, noch in Christus, door het Evangelie aangeboden zijnde, "noch in God, die door het Evangelie roept "' Laat ons God niet wantrouwen. Laat ons Gods Woord niet verzwakken ; laat ons de roeping Gods niet gering achten. Want die verloren gaan, gaan verloren om hun eigen ongeloof, door hun eigen ongehoorzaamheid.
Wordt er dan werkzaam mee voor den troon van Gods genade ! Dan zal God verheerlijkt worden en uwe ziel zal leven !

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

VRAGEN BUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's