Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET DOOPSFORMULIER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET DOOPSFORMULIER

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

INLEIDING.
III.
De liturgische geschriften van onze Vaderlandsche Kerk.

In het jaar 1566 wordt door Petrus Dathenus, toenmaals voorganger van de vluchtelingen gemeente te Frankenthal, een uitgaaf van zijn psalmen bezorgd, waar achterin behalve een vertaling van den Heid. Catechismus (deze vertaling van den Catechismus was reeds een paar jaar eerder verschenen) ook een verzameling van liturgische geschriften is opgenomen. Het is bekend, hoe de psalmen van Datheen niet de eenige psalmberijming vormen, die in de dagen der Hervorming in ons vaderland is uitgegeven. Die van Marnix van St. Aldegonde mag met eere naast die van Datheen worden genoemd, maar die van Datheen heeft algemeenen ingang gevonden en mede. daaraan is te danken, dat niet alleen de Heid. Catechismus bij ons het kerkelijk leerboek is geworden, maar dat ook de liturgie van Datheen, die achter zijn psalmen was opgenomen, al spoedig de liturgie van de hervormde kerken hier te lande geworden is, al is het dan dat deze later gewijzigd en aangevuld is geworden.
Bij verschillende schrijvers kan men een inhoudsopgaaf van deze liturgie van Datheen vinden; we geven die onze lezers thans, zooals zij voorkomt in het Gereformeerd Kerkboek van Biesterveld-Hoekstra 1931, wijl ze daar letterlijk uit de oorspronkelijke uitgaaf van 1566 werd overgenomen.
1. Forme om den heylighen Doop wt te rechten.
2. Een korte ondersoeckinge des gheloofs, ouer degene die sich tot der Ghemeynte begheuen willen.
3. Forme om dat heylige Auendtmael te houden.
4. Forme om de houwelicken voor die Gemeynte te beuestigen.
5. Christelicke Ghebeden, die men in de Ghemeynte ende Elders ghebruycken kan; Naemelick, Een Ghebedt des Zondaeghs voor de Predicatie ; Ghebet des Sondaeghs na de predicatie; Ghebedt voor de leere des Catechismi; Ghebedt nae de leere des Catechismi ; Ghebedt ende opentlicke belydinge der sonden des werckdaeghes voor de Predicatie: Ghebedt nae deselue
Predicatie; Dat Morgen Gebedt; Dat Auendtgebedt; Gebedt voor eten; Gebedt na eten ; Ghebeden by den Kranoken ende aengheuochtenen; Ghebedt by de begraeuinghe der dooden,
In deze liturgie hebben wij niet te doen met oorspronkelijk werk Van Datheen. Het grootste gedeelte is door hem vertaald geworden uit de liturgie van de Paltz, vanwaar ook de Heid. Catechismus kwam. In het bizonder geldt dat voor de formulieren van doop, avondmaal en huwelijk. Andere gedeelten zijn ontleend aan Micron, terwijl misschien het overige zelfstandig werk is. Datheen is bij zijn werk bijgestaan geworden door Caspar van der Heyden. Sommigen meenen zelfs, dat hem in hoofdzaak de eer van het werk toekomt, meer dan Datheen.
Een vluchtige vergelijking met onze tegenwoordige liturgie, zooals die volgens de Synode van Dordt van 1618—'19 is samengesteld, doet onmiddellijk zien, dat enkele gedeelten zijn uitgevallen, terwijl andere formulieren en ook enkele gebeden zijn toegevoegd.
Weggevallen is allereerst, wat in bovengenoemde lijst onder 2 genoemd is. Terwijl van de gebeden, onder 5 genoemd, het laatste, dat bij de begraving der dooden, van de lijst is geschrapt.
Ook de inleiding voor het gebed des Zondags voor de predicatie is weggevallen. Volgens Het Gereformeerd Kerkboek luidde die als volgt: „Nae dat men in de Ghemeynte Christi des Sondaeghs voor Middach de thien Gheboden Godes gelezen ofte ghesongen heeft, neemt de Kerckendienaar daer wt oorsaecke de Ghemeynte te vermaenen tot boete ende bekentenisse haerer ouertreedinghen ende te geloouen de Euangelische beloftenissen van Christo, dewelck beyde hy den onboetueerdigen de straffe Godes, ende den boetueerdigen geloouigen de Genaede Godes in Christo verkondight.
Het valt zeker te betreuren, dat dit laatste weggevallen is, omdat, daarmede in onze vaderlandsche gemeenten ook verdwenen is de gewoonte, die in tal van hervormde kerken werd gevonden en ook door Calvijn in de gemeente van Straatsburg gevolgd is, om aan de openbare prediking voorafgaande en aansluitend aan de voorlezing der wet, openbare belijdenis van zonden te doen, waarop \yeder een korte absolutie volgde, een korte uitspraak, waarbij de boetvaardigen en geloovigen volkomen vergeving van zonde werd aangezegd, daarentegen de onboetvaardigen scherpelijk tot bekeering werden vermaand Misschien dat dan ook beter bewaard ware gebleven de waarheid, dat het ware geloof de beloften des evangelies omhelst, gelijk in deze woorden nog eens klaar wordt uitgesproken. Ofschoon we erkennen moeten, dat ook de Heid. Catechismus deze uitdrukking telkens gebruikt en ze nochtans bij het grootste deel der gemeente uit het spraakgebruik is verdwenen, ja niet alleen daaruit is verdwenen, maar soms zóó vreemd haar geworden is, dat men een dergelijke reformatorische uitdrukking wantrouwt als niet volkomen zuiver.
Wat nu betreft het gedeelte van onze liturgie, dat in die van Datheen gemist wordt, noemen we allereerst de formulieren tot bevestiging van de dienaren des Woords en tot bevestiging van ouderlingen en diakenen ; voorts het formulier van den ban of van de afsnijding van de ge meente en het zich daaraan aansluitende formulier van de wederopneming des afgesnedenen in de Gemeente van Christus. Deze formulieren danken hun ontstaan aan de Synode van 's-Gravenhage van 1586. De behoefte aan dergelijke formulieren deed genoemde Synode het besluit tot op stelling nemen.
Wat de gebeden betreft, is de lijst door de Nationale Synode van Dordt aangevuld met een gebed voor de handeling der kerkelijke bijeenkomsten en een gebed na de handeling der kerkelijke bijeenkomsten. Het gebed voor de vergadering der diakenen behoort niet tot de officieele lijst; dit gebed is eerst later aan de lijst toegevoegd. Over den vervaardiger ervan verkeert men in het duister.
Ten slotte nog een opmerking over de formulieren voor den doop der kinderen en voor den doop der bejaarden.
Het formulier voor den doop der kinderen, dat wij thans gebruiken, is niet volkomen dat van de uitgaaf van Datheen. Dit laatste formulier bleek in het gebruik te lang. Telkens werd daarover geklaagd. Daarom heeft de Prov. Synode van Zuid-Holland in 1574 besloten tot een verkorte uitgaaf. In de acta van de Synode van 1575 (zie Reitsma en Van Veen) is dit verkorte formulier opgenomen, maar blijkbaar is er nooit een uitgaaf van verschenen. Op de Nationale Synode van Dordrecht van 1578 schijnt dit verkorte formulier weer eenigszins gewijzigd, terwijl de Nationale Synode van 's-Gravenhage ten slotte weer eenige redactiewijzigingen aanbracht. In onze verhandeling over het doopsformulier komen wij daar nog op terug, omdat het onze bedoeling is onze lezers ook de tekst van het oude formulier van Datheen voor te leggen.
En dan het formulier voor den doop der bejaarden. Reeds vroeg ontwaakte de behoefte aan zulk een formulier. Door de beweging der Wederdoopers in het begin der hervormingsperiode, waren velen ongedoopt gebleven, zoodat de kerkeraden telkens zich voor de moeilijkheid geplaatst zagen, hoe de doop der bejaarden in te richten. De Synode van Noord-Holland van 1580 oordeelde, dat iedere kerk dien doop moest bedienen zooals haar het stichtelijkst voorkwam, totdat een Nationale Synode orde op deze zaak zou hebben gesteld. De Synode van 1586, die wel voor nieuwe formulieren gezorgd heeft, zooals wij boven aanwezen, heeft echter in deze behoefte niet voorzien.
Toch waren er enkele formulieren voor dit doel in gebruik. Op de Synode te Brielle van 1603 is een formulier „van de affvraginge voor den doop int doopen van de out jarige" voorgelezen en men vond goed, dat de dienaren hen, die zij particulier voorheen onderwezen hebben en bevonden hebben genoegzaam onderwezen te zijn, „in de fondamenten des christens (connende opseggen het gebet ende tinhout van de art. des geloofs)" openlijk voor de gemeente zullen doopen, nadat zij hun jawoord op de vijf vragen van het formulier hebben gesproken. In druk is ook dit formulier niet uitgegeven. Men zond het echter aan verschillende classes en door Gelderland en Friesland is het overgenomen. (Zie Reitsma en Van Veen. III p. 203 en bizonder VI. p. 178 en 179, waar een copie van dit formulier is opgenomen).
Naast dit formulier is in Zeeland een tweede ontstaan, dat door R. Schilders in 1611 te Middelburg met verdere liturgische geschriften is uitgegeven.
Het formulier voor den doop der bejaarden, dat ons door de Dordtsche Synode gegeven is, is een omwerking van deze beide formulieren. (Zie De Doopspractijk der Gereformeerde Kerken in Nederland, van dr. H. J. Olthuis).
Te betreuren valt het, dat de Synode van Dordt, die wel de lijst der liturgische geschriften vaststelde, niet voor een officieele tekstuitgaaf heeft gezorgd.
Ten gevolge daarvan zijn tal van uitgaven verschenen met allerlei verschillen in den tekst. Over den strijd, die ook in de laatste jaren hierover gevoerd is, kan men naslaan: De authentieke tekst der liturgische geschriften, gehandhaafd tegen prof. dr. M. A. Gooszen door dr. H. H. Kuyper ; dr. L. A. van Langeraad. De tekst van de liturgie der Ned. Ger. Kerken en het genoemde werk van dr. Olthuis.

O. a. d. IJ.

Woelderink

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

HET DOOPSFORMULIER

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1936

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's