Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET DOOPSFORMULIER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET DOOPSFORMULIER

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

E. De liturgie van den doop in het eerste en tweede Prayer Book van Eduard VI.

HOOFDSTUK II.
Reeds zeer vroeg heeft het evangelie vrucht gedragen onder het Engelsche volk en de Christelijke Kerk had daar reeds een tijdperk van ontwikkeling achter zich, toen in ons Vaderland de grondslagen der Kerk nog moesten gelegd worden. Zoowel door de afgezonderde Ligging van het land als door het karakter van het volk, dat zich hier gevestigd had, heeft de Kerk van Engeland zich immer door een zeker onafhankelijkheidsgevoel onderscheiden. De macht van Rome's paus is ook in de Middeleeuwen over de Kerk van Engeland zeer betrekkelijk geweest. Dit onafhankelijkheidsgevoel, gepaard met een bizondere gehechtheid aan de traditie, die nog het Engelsche volk kenmerkt, zijn twee voorname factoren geweest; die hun stempel gezet hebben op de hervorming van de Engelsche Kerk, tengevolge waarvan deze in Engeland andere wegen gevolgd is dan op het vasteland van Europa.
Wat nergens anders mogelijk geweest is, is in Engeland mogelijk geweest, namelijk den paus loslaten en toch vasthouden aan de oude inrichting der Kerk, de bisschoppelijke, en aan de bestaande liturgie, zooals zich die in de Middeleeuwsche Kerk van Engeland had gevormd. Natuurlijk maakte de hervormde leer hier en daar in de liturgie een wijziging noodzakelijk, maar de opzet van de liturgie is gelijk gebleven.
Cranmer is de man geweest, onder wiens leiding de hervorming van de liturgie haar beslag heeft gekregen. In 1549 verscheen het eerste Prayer Book. Velen drongen echter aan op een nadere hervorming. In die dagen oefende Bucer een bizonderen invloed door zijn hoogleeraarschap te Cambridge, terwijl Joh. a Lasco, superintendent van de vluchtelingengemeente te Londen, eveneens tot de bizondere vrienden van Cranmer werd gerekend. Niet te verwonderen was het, dat dus spoedig tot een nadere herziening werd overgegaan. Het tweede Prayer Book werd in 1552 ingevoerd. Aan den dood van Bucer en het vertrek van a Lasco uit Londen schrijft men het vaak toe, dat de hervorming van het tweede Prayer Book niet radicaler is doorgevoerd.
Wij laten thans de doopsliturgie uit het eerste boek volgen, terwijl tusschen haken geplaatst is, wat in het tweede boek is weggevallen. De verdere wijzigingen zijn van zoó geringe beteekenis, dat ze voor het doel, dat wij beoogen, n.l. onze lezers nader op de hoogte te brengen met de geschiedenis van de doopsliturgie, onbesproken kunnen blijven.
De priester begint met deze toespraak bij de kerkdeur tot degenen, die met de kinderen ten doop komen.
Zeer geliefden, wijl alle menschen in zonde ontvangen en geboren zijn en niemand, in zonde geboren, kan ingaan in het koninkrijk van God, tenzij hij wederom geboren zij en nieuw geboren zij uit water en den H. Geest, zoo verzoek ik u God den Vader aan te roepen door onzen Heere Jezus Christus, dat Hij in zijn overvloedige barmhartigheid deze kinderen dat gene wil verleenen, wat zij van nature niet kunnen hebben, dat wil zeggen, dat zij gedoopt mogen worden met den H. Geest en opgenomen in Christus' heilige kerk en gemaakt tot levende lidmaten van haar.
Dan zal de priester zeggen: laat ons bidden.
Almachtige en eeuwige God, die in uw rechtvaardigheid de geheele wereld vanwege de zonde door den zondvloed verwoest hebt, behalve acht personen, die Gij ter zelfder tijd in uw barmhartigheid gered hebt in de ark; die, toen Gij den goddeloozen koning Pharao met zijn heele leger in de Roode Zee verdronken hebt, nochtans ter zelfder tijd uw volk, de kinderen Israels, veilig door het midden daarvan geleid hebt, waardoor Gij de afwassching van den H. Doop voorsteldet, en die door den doop van uw geliefden Zoon Jezus Christus, de rivier de Jordaan en al de andere wateren heiligdet voor deze mystieke afwassching der zonde, wij smeeken U bij uw oneindige barmhartigheid, dat Gij genadiglijk op deze kinderen wilt neerzien en hen wilt heiligen door uwen H. Geest, opdat door dit heilzame bad der wedergeboorte alle zonde, die in hen is, geheel mag worden afgewasschen, opdat zij, verlost zijnde van uw toorn, ontvangen mogen worden in de ark van Christus' Kerk en zoo gered van het verderf en dat zij vurig van geest, standvastig in het geloof, blijde in hoop, geworteld in liefde U altijd mogen dienen en tenslotte het eeuwige leven verkrijgen met al uw heilig en uitverkoren volk. Verleen ons dit, smeeken wij U, om der wille van Jezus Christus, onzen Heere. Amen.
[Nu zal de priester vragen, welke de naam van het kind zal zijn, en als de peters en meters den naam gezegd hebben, zal hij een kruis maken op het voorhoofd en de borst van het kind, zeggende:
N., ontvang het teeken van het heilige kruis beide aan uw voorhoofd en aan uw borst ten teeken, dat gij u niet zult schamen uw geloof in den gekruisigden Christus te belijden en dapper te strijden onder zijn banier tegen zonde, wereld en duivel en zijn getrouwe krijgsknecht en dienaar te blijven tot het eind van uw leven. Amen.
Dit zal hij zeggen en doen ten opzichte van ieder kind, dat ten doop aangeboden wordt, het een na het ander. Laat ons bidden.
Almachtige en onsterfelijke God, de toevlucht van alle ellendigen, de helper van allen, die tot U vluchten om bijstand, het leven van hen, die gelooven, en de opstanding van de dooden, wij roepen U aan voor deze kinderen, opdat zij komende tot uw H. Doop vergeving van hun zonden mogen ontvangen door geestelijke wedergeboorte ; neem hen aan, o Heere, zooals Gij beloofd hebt door uw geliefden Zoon, zeggende: bidt en gij zult ontvangen, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal worden opengedaan. Geef dan nu aan ons, die bidden, laat ons, die zoeken, vinden, open uw poort voor ons, die kloppen, opdat deze kinderen zich mogen verheugen in de eeuwige zegening van uw hemelsch bad en mogen komen in het eeuwige koninkrijk, dat Gij beloofd hebt door Christus, onzen Heere. Amen.
Dan zegt de priester, ziende op de kinderen:
Ik beveel u, gij onreine geest, in den naam van den Vader, van den Zoon en van den H. Geest, dat gij uitgaat en vertrekt uit deze kinderen, die onze Heere Jezus Christus verwaardigd heeft om te roepen tot zijn H. Doop, om leden van zijn lichaam en van zijn heilige gemeente gemaakt te worden. Daarom, gij vervloekte geest, gedenk uw vonnis, gedenk uw oordeel, gedenk den dag, die aanstaande is, waarin gij zult branden in het eeuwige vuur, bereid voor u en uw engelen. Waag het niet later eenige heerschappij uit te oefenen over deze kinderen, die Christus heeft gekocht met zijn dierbaar bloed en door dezen zijn H. Doop geroepen heeft tot zijn kudde.
Dan zal de priester zeggen: De Heere zij met u.
Het volk: en met uw geest.
De dienaar : hoor nu het evangelie naar de beschrijving van Marcus: (Marcus 10 vers 13—16).
Nadat het evangelie is gelezen, zal de dienaar naar aanleiding van de woorden van het evangelie deze korte vermaning uitspreken:
Vrienden, gij hoort in dit evangelie de woorden van onzen Verlosser Christus, dat Hij beval, dat de kinderen tot Hem gebracht moesten worden, hoe Hij hen bestrafte, die ze van Hem wilden houden en hoe Hij alle menschen aanspoort hun onschuld te volgen. Gij ziet, hoe Hij door zijn houding en daad zijn welbehagen in hen openbaarde. Want Hij sloot hen in zijn armen, Hij legde zijn handen op hen en zegende hen ; twijfelt daarom niet, maar gelooft vastelijk, dat Hij deze kinderen eveneens wil aannemen, dat Hij ze met de armen zijner genade wil omvatten, dat Hij hen den zegen van het eeuwige leven wil geven en hen deelgenooten wil maken van zijn eeuwig koninkrijk. Daarom, overtuigd zijnde van het welbehagen van onzen hemelschen Vader in deze kinderen, geopenbaard door zijn Zoon Jezus Christus, en niet twijfelende, dat Hij ons dit liefdewerk van het brengen van deze kinderen tot den H. Doop gunstig toestaat, laat ons geloovig en godvruchtig Hem danken en het gebed bidden, dat de Heere ons zelf geleerd heeft. En laat ons ter belijdenis van ons geloof eveneens de artikelen, die in ons credo begrepen zijn, opzeggen.
Dan zal de dienaar met de peters en meters en hen, die verder tegenwoordig zijn, het Onze Vader bidden en de geloofsbelijdenis opzeggen.
Dan zal de priester ook dit gebed er aan toevoegen :
Almachtige en eeuwige God, hemelsche Vader, wij danken U ootmoedig, dat Gij U verwaardigd hebt, ons te roepen tot de kennis van uw genade en het geloof in U. Vermeerder en bevestig dit geloof in ons altijd; geef uw Heiligen Geest aan deze kinderen, opdat zij wedergeboren mogen worden en erfgenamen gemaakt van de eeuwige verlossing, door onzen Heere Jezus Christus, die leeft en regeert met U en den Heiligen Geest in eeuwigheid. Amen.
[Dan zal de priester een van de kinderen bij de rechterhand vatten, de andere zullen achter hem aan gebracht worden. En komende in de kerk bij het doopvont, zal hij zeggen :
De Heere verwaardige zich, u op te nemen in zijn heilig huisgezin en u daarin ten allen tijde te bewaren en te besturen, opdat gij het eeuwige leven moogt hebben. Amen.
Dan zal de priester, staande bij het doopvont, op de volgende wijze de peters en de meters toespreken:
Zeer geliefde vrienden, gij hebt deze kinderen hier gebracht om gedoopt te worden, gij hebt gebeden dat onze Heere Jezus Christus zich verwaardigen wilde, hen te ontvangen, zijn handen op hen te leggen, hen te zegenen, hen te verlossen van hun zonden, hun het koninkrijk der hemelen en het eeuwige leven te geven. Gij hebt ook gehoord, dat onze Heere Jezus Christus heeft beloofd in zijn Evangelie, al deze dingen, waarom gij hebt gebeden, te verleenen, welke belofte Hij van zijn zijde heel zeker zal houden en vervullen. Daarom moeten deze kinderen, na deze belofte door Christus gedaan, ook van hun kant trouw beloven door u, die in hun plaats staat, dat zij den duivel en al zijn werken zullen afzweren en standvastig gelooven Gods heilige woorden en gehoorzaam zijn geboden houden.
Dan zal de priester aan het kind, dat het eerst gedoopt zal worden, de volgende vragen doen : eerst de naam van het kind noemende, en zeggende : N. Zweert gij den duivel en al zijn werken af ?
Antwoord. Ik zweer ze af. Dienaar. Zweert gij de ijdele roem en glorie van deze wereld met al de begeerlijkheden daarvan af ?
Antwoord. Ik zweer ze af. Dienaar. Zweert gij de begeerlijkheden des vleesches af, zoodat gij die niet zult navolgen, noch daardoor geleid zult worden?
Antwoord. Ik zweer ze af. Dienaar. Gelooft gij in God den Vader, den Almachtige, Schepper van hemel en aarde ?
Antwoord. Ik geloof. Dienaar. Gelooft gij in Jezus Christus, zijn eeniggeboren Zoon, onzen Heere, en dat Hij was ontvangen van den Heiligen Geest, geboren uit de maagd Maria, dat Hij geleden heeft onder Pontius Pilatus, was gekruisigd, gestorven en begraven, dat Hij nederdaalde ter helle en ook ten derden dage weder opstond, dat Hij opvoer naar den hemel en zit aan de rechterhand van God, den almachtigen Vader, en dat Hij vandaar zal wederkomen aan het einde der wereld, om de levenden en de dooden te oordeelen : Gelooft gij dit ?
Antwoord. Ik geloof.
Dienaar. Gelooft gij in den Heiligen Geest, de heilige algemeene kerk, de vergeving der zonden, wederopstanding des vleesches en een eeuwig leven na den dood ?
Antwoord. Ik geloof. Dienaar. Wat verlangt gij ? Antwoord. Den doop. Dienaar. Wilt gij gedoopt worden ? Antwoord. Ik wil.
Dan zal de priester het kind in zijn handen nemen en den naam vragen. En den naam noemende van het kind, zal. hij het driemaal in het water dompelen. Eerst zal hij de rechterzijde indompelen, vervolgens de linkerzijde. De derde maal zal hij het gezicht in het doopvont dompelen. Zoo zal het met beleid en behoedzaam gedaan worden, terwijl de priester zegt:
N. Ik doop u in den naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Amen.
En als het kind zwak is, zal het voldoende zijn er water op te gieten, onder het zeggen van de voorafgaande woorden. N. Ik doop u enz.
[Dan zullen de peters en de meters hun handen op het kind leggen en de dienaar zal zijn witte doopkleed (gewoonlijk Crisome genoemd) daarop leggen en zeggen:
Neem dit witte kleed als een teeken van de reinheid, die door Gods genade in dit heilig sacrament des doops aan u gegeven is, en als een teeken, waardoor gij vermaand wordt, zoo lang als gij leeft, in reinheid des levens te wandelen, opdat gij na dit vergankelijke leven, deelgenoot moogt zijn van het eeuwige leven. Amen.
Dan zal de priester het kind zalven op het hoofd, zeggende:
De almachtige God, de Vader van onzen Heere Jezus Christus, die u door water en door den Heiligen Geest wedergeboren heeft, en u de vergeving van al uw zonden gegeven heeft. Hij verwaardige zich u te zalven met de zalving des Heiligen Geestes en u te brengen tot de erfenis des eeuwigen levens. Amen.
Als er veel kinderen zijn om gedoopt te worden, zal deze volgorde van vragen, doopen, aandoen van de Crisome en zalving voor ieder kind afzonderlijk gevolgd worden. Zij, die het eerst gedoopt zijn, zullen weggaan van het doopvont en op een geschikte plaats in de kerk blijven, totdat allen gedoopt zijn.] Aan het eind zal de priester de peters en de meters samenroepen en deze korte vermaning uitspreken, die hier volgt:
Inzooverre als deze kinderen door u beloofd hebben, den duivel en al zijn werken af te zweren, in God te gelooven en Hem te dienen, moet gij er aan denken, dat het uw plicht is er op toe te zien, dat deze kinderen onderricht worden, zoo spoedig zij in staat zijn te leeren, welk een plechtige belofte, gelofte en belijdenis zij door u hebben afgelegd. En opdat zij deze dingen des te beter mogen weten, zult gij hen meenemen om de prediking te hooren, en vooral zult gij er voor zorgen, dat zij de geloofsbelijdenis, het gebed des Heeren en de tien geboden in de Engelsche taal leeren, en alle andere dingen, die een christen behoort te weten en te gelooven voor het heil van zijn ziel. En dat deze kinderen deugdzaam mogen worden opgevoed om een godzalig en christelijk leven te leiden, altijd gedenkende, dat de doop onze belijdenis voorstelt, welke is het voorbeeld van onzen Verlosser Christus na te volgen, en aan Hem gelijk te worden; dat zooals Hij voor ons stierf en weder opstond, wij, die gedoopt zijn, sterven aan de zonde en weder opstaan tot gerechtigheid, voortdurend onze booze en verdorven bewegingen doodende en dagelijks opwassende in alle deugd en godzaligheid des levens.
[Dan zal de dienaar bevelen, dat de crisomes naar de kerk gebracht en aan den priester gegeven moeten worden, op de gewone wijze, bij de reiniging van de moeder van ieder kind. En dat de kinderen bij den bisschop gebracht moeten worden, om door hem gevormd te worden, zoo spoedig zij in hun eigen taal de artikelen des geloofs, het gebed des Heeren en de tien geboden kunnen opzeggen, en verder onderricht worden in den catechismus, voor dat doel samengesteld, zooals het daarin wordt uitgedrukt. En dan laat hij de gemeente heengaan in den naam des Heeren.
Denk er om, dat als het aantal kinderen om gedoopt te worden, en de menigte van menschen, die er bij tegenwoordig zijn, zoo groot is, dat zij niet behoorlijk kunnen staan bij de kerkdeur, zij dan moeten staan in de kerk op een geschikte plaats dichtbij de kerkdeur. En daar moeten alle dingen gezegd en gedaan worden, zooals dat aangewezen is om bij de kerkdeur gezegd en gedaan te worden.]
O. a. d. IJ.
Woelderink

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

HET DOOPSFORMULIER

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's