Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

.......dat Christus voor ons gestorven is Romeinen 5 : 8, midden.

Deze woorden vormen het verbindingsstuk van den driedeeligen tekst, die in zijn geheel aldus luidt: „Maar God bevestigt Zijne liefde jegens ons, dat Christus voor ons 'gestorven is, als wij nog zondaars waren".
Wat een Evangelie, wat een blijde boodschap ligt er in zoo'n enkel woord besloten ! Tenminste voor degenen, die zich als zondaar zijn gaan kennen.
Dit geheele tekstwoord zou onze overdenking dubbel waard zijn, maar met opzet vraag ik uw aandacht voor het middelste gedeelte, omdat wij weer leven in de lijdensweken en daarom in bijzonderen zin bepaald worden bij het kruis van Christus.
De lijdensweken wekken de gemeente des Heeren op, om met haar gedachten te toeven op Golgotha. Daar heeft zij reden te over, om te „mediteeren", om te overpeinzen, om zich te verwonderen. Daar kan zij aanschouwen, hoe schrikkelijk de toorn Gods is over onze zonde, wanneer zij de striemen op het heilige lichaam ziet; wanneer zij de klacht van Gods eigen Zoon beluistert: „Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten!" Daar moet de gemeente opnieuw haar zonden leeren berouwen en weer bidden om kracht, om toch de zonde te mogen vlieden en haten. Daar wordt zij weer teruggebracht tot 't eenige fundament van haar zaligheid : het borgtochtelijk lijden en sterven van Jezus Christus, en daar mag zij ook weer een blik ontvangen in den onnaspeurlijken rijkdom van de liefde Gods voor berouwvolle zondaars. Onnaspeurlijk, ja, want als gij verwaardigd wordt, door het geloof in Christus een blik te werpen in het heiligdom van de liefde Gods, dan zult gij er toch nog nooit het einde van kunnen aanschouwen, zooals ook Paulus dat met verrukking der ziel constateert, als hij voor de Efeziërs bidt: „Dat Christus door het geloof in uwe harten wone, en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt; opdat gij ten volle kondet begrijpen met alle de heiligen, welke de breedte en lengte en diepte en hoogte zij en bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat".
Ook in Romeinen 5 vers 8 zegt de Apostel ons, dat het kruis van Christus ons allereerst heenwijst naar de liefde Gods. Ach, dat weten wij allen wel, als wij gewoon zijn op te gaan onder de prediking des Woords en de Heilige Schrift op gezette tijden te lezen. Maar ik vraag u: „Verstaat gij ook, wat gij leest? " Het gevaar is niet denkbeeldig, dat juist omdat het ons telkens verkondigd wordt, de kern van het Evangelie, „dat Christus voor ons gestorven is", geen levende waarheid voor ons is. Wel een waarheid, maar. geen levende waarheid. Zóó, dat wij het wel weten, maar niet beleven. En dies ook geen behoefte gevoelen, om iets daarvan te verstaan „welke de breedte en lengte en diepte en hoogte zij". Mocht Gods Geest u dan nog begeerig komen maken, mede door u te overtuigen van het oordeel, indien gij op zoo groote zaligheid geen acht wilt geven.
„Dat Christus voor ons gestorven is". Dat is daarom van zoo oneindig groot belang, omdat Christus Gods eigen, eeniggeboren Zoon is. Daarom ligt er in Zijn sterven zoo groote zaligheid en zoo rijke vertroosting, maar tevens ligt hierin ook de oorzaak, waarom het zoo ontzettend is, als de mensch meent, Christus niet noodig te hebben en Zijn kruis veracht.
Want Christus is Gods Zoon. Dat predikt dit woord luide. Hoe zouden wij het anders kunnen verstaan ! Hoe zou dit woord ons anders van Gods liefde kunnen spreken, indien God en Christus niet één waren. Veronderstel eens, dat diegenen gelijk hadden, die beweren, dat Jezus van Nazareth wel een zeer edel mensch was, een voorbeeldig mensch, ja misschien wel een groot profeet, maar dan toch een schepsel, en niet God even gelijk, niet eenswezens met den Almachtige, hoe zouden wij dan dit woord moeten verstaan ? Als Christus niet zelve God was, dan zou Paulus hier niet moeten spreken van Gods liefde, maar van Gods wreedheid. Als Christus niet zelve God was, de tweede Persoon van het Goddelijke Wezen, eenswezens met den Vader, dan zou God een ander hebben laten lijden en dat getuigt nooit van liefde, maar van wreedheid. Doch Jezus van Nazareth, „die voor ons gestorven is", is Gods Eeniggeborene, Zijn Geliefde, in Denwelken al Zijn welgevallen is en daarom predikt ons Golgotha, dat de Heilige het Liefste, wat Hij bezat, heeft overgegeven tot redding van den zondaar.
Hoe troostvol is dan dit woord, dat Christus voor ons gestorven is. Mijn lezer, als een ander voor u stierf, al was hij de edelste en braafste der menschen, wat zou het u zeggen aangaande de liefde Gods? Immers niets? Als een ander zich voor u opofferde, voorzeker, gij zoudt zijn nagedachtenis in hooge eere houden, maar wat zou het u te kennen geven aangaande Gods gedachten over u ? Immers niets ? Maar omdat Christus Gods Zoon is, die Middelaar, Die zeggen kan : „Ik en de Vader zijn één", daarom wijst ons Zijn sterven naar Gods liefde, want wat Hij deed, wat Hij leed, is openbaring van Gods Wezen.
„Dat Christus voor ons gestorven is" doet nog meer, dan ons enkel spreken van Gods liefde. Paulus drukt zich nog sterker uit en zegt: Dat bevestigt ons Gods Hef de. De daad heeft bij ons altijd meer kracht dan het woord. En nu bedoelt de Apostel hiermee, dat God, om Zijn liefde jegens zondaars te toonen, het niet bij het woord heeft gelaten, maar deze door de daad heeft bevestigd, toen Hij Zijn Zoon overgaf in den dood. En dat alles, opdat wij van Zijn waarachtige liefde zouden overtuigd worden.
Het sprak van Gods liefde jegens afgevallenen en verlorenen, toen Hij in het Paradijs den zondaar zocht en riep : „Adam, waar zijt gij ? " Het sprak van Zijn liefde, toen Hij Abram riep uit het heidensche land en Zich Jacob tot een erve verkoor. Het sprak van Zijn liefde, toen Hij Zijn profeten in Zijn wijngaard uitzond en aan Zijn volk steeds duidelijker beloften schonk aangaande den komenden Messias. Het sprak van Zijn liefde, toen Hij in de volheid des tij ds Zijn Zoon deed geboren worden, geworden uit een vrouw, geworden onder de Wet.
Maar God bevestigt Zijn liefde, zegt Paulus, daardoor, „dat Christus voor ons gestorven is".
Laat dit u mogen waarschuwen en vertroosten. Merk hier wel op, dat wij, sprekende van Gods liefde, gewezen worden op het kruis van Christus. Het kruis op Golgotha is de hoogste openbaring van de liefde Gods jegens Zijn volk. En ik leg hier de nadruk op, opdat gij verstaan moogt, hoezeer diegenen dwalen, die meenen, altijd maar te kunnen spreken van de liefde Gods, terwijl zij het kruis van Christus juist loochenen. Wij kunnen gerust zeggen, dat alleen diegene iets leert verstaan van de liefde Gods, die als een arm, verloren zondaar bij dat kruis zijn zonden heeft leeren belijden.
En zij mogen ook de troost hiervan smaken. Immers, zijn het niet juist de ontdekten aan zichzelf, die telkens weer moeten worstelen met de vraag, of het wel mogelijk is, dat God hen liefheeft? Zij leeren zichzelf kennen als zulke zondaren, zulke verdorven creaturen, dat zij Gods liefde gansch onwaardig zijn. Maar die zóó over zichzelf denken, zijn juist voorwerpen van Gods genade. Voor zulken is Christus gestorven. En aan diegenen komt God Zijn liefde verzegelen, bewijzen, bevestigen, of zooals de Kantteekening zegt: recommandeeren,
aanprijzen door den dood Zijns Zoons. Opdat hun geloof aan Zijn liefde versterkt worde, hoeveel het ongeloof daartegen ook inbrenge.
„Dat Christus voor ons gestorven is". Paulus spreekt tot de geloovigen te Rome, die hij nog wel nooit van aangezicht tot aangezicht gezien heeft, maar met wie hij zich toch één weet door het geloof in denzelfden Zaligmaker, en daarom sluit hij zich bij hen in en zegt: „voor ons". En te meer is dat sterven van zijn Heiland hem een bevestiging van Gods liefde, omdat God Zijn Zoon reeds gegeven had, toen hij zelf er nóg met volle kracht tegen in ging en ook, die nu te Rome geloofden, nog verstrikt lagen in de zonden van het heidendom.
„Dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren". De Apostel vnl hiermee niet zeggen, dat hij nu zondeloos is, o neen, later getuigt hij nog: „waarvan ik de voornaamste ben", maar wanneer hij zegt: „Als wii nog zondaars waren", dan bedoelt hij: afkeerige zondaars, menschen, die nog in het geheel niet om verlossing vroegen, dood door de misdaden en de zonden. Voor zulken gaf God Zijn Zoon! Niet voor menschen, die Hem van nature liefhadden — het ware nog eenigszins te verstaan; „want voor den goede zal mogelijk iemand ook bestaan te sterven", Rom. 5 VS. 7 — maar voor menschen, die Hem van nature haatten, voor zondaars.
Voor zondaars. Lees over dit woord toch niet heen. Dan krijgt ge ook meer licht over dat: „voor ons". Wij moeten zondaar worden voor God, dan krijgt het kruis „voor ons" beteekenis. Dan mogen wij het ook persoonlijk voor onszelf lezen: „dat Christus voor óns gestorven is".
Maar dan komen wij op de laagste plaats te staan. Ik begon met te zeggen, dat de woorden, die hierboven staan afgedrukt, het verbindingsstuk vormen in onzen driedeeligen tekst. Deze tekst spreekt van: Gods liefde — Christus' kruis — wij zondaars. Zie die woorden eens goed aan en vertoef er bij. Wij komen in de laatste en laagste plaats. Maar daar zoekt Gods liefde ons door middel van de prediking van het kruis van Christus. Let er wel op : Alleen het kruis van Christus vormt de verbinding tusschen de twee uitersten : God en den zondaar. Buiten de verzoening, die Christus aan 't kruis heeft volbracht, is er geen gemeenschap mogelijk tusschen den zondaar en God. Mochten dan de lijdensweken ons maar weer dicht bij het Kruis brengen, dan zijn wij dicht bij God.
Oud-Beijerland
J.E. Klomp

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's