Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

IK ZAL ISRAËL ZIJN ALS DE DAUW.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

ALS DE DAUW. Ik zal Israël zijn als de dauw : hij zal bloeien als de lelie, en hij zal zijn wortelen uiitslaan als de Libanon. Zijne scheuten zullen zich uitspreiden, en zijne heerlijkheid zal zijn als der olijfboomen, en hij zal eenen reuk hebben als de Libanon. (Hosea 14:6, 7).

Het is de Heere, die in ons tekstwoord spreekt tot Zijn volk.
Jehova, de Zijnde, de Eeuwige, de Levende, Heilige, Vrijmachtige, Onveranderlijke God des verbonds, die Zijn werk niet laat Varen, en Zijn verbond gedenkt van geslacht tot geslacht.
Het is een woord tot het volk des verbonds, gesproken door den God des verbonds, door Hem, Die het goede voor heeft met Zijn volk.
Maar helaas, wat heeft dat volk van Israël menigmaal geleefd en gehandeld op een wijze, die geheel in strijd was met de onderwijzing, die het van zijn God had ontvangen.
Wat heeft dat volk, afwijkende van de geboden des Heeren, menigmaal in opstand geleefd tegen den Heere, zijn God!
Wat gaf het zich vaak over aan den dienst der vreemde goden, aan den dienst der kalveren, aan den dienst van de Baals en de Astaroth, en aan de ontuchtigheden, die daarmee gepaard gingen.
Zoo menigvuldig waren de zonden, die Hosea moest bestraffen bij het volk des Heeren (hoofdstuk 4:1, 2 ; 5 : 4).
Was dat nu het volk, dat eens had beloofd steeds te zullen vragen naar den wil des Heeren ?
En komt nu de Heere tot dat volk met het woord van Zijn ontfermende genade?
Neen dat woord is niet voor de lichtzinnigen.
Maar hier is een woord bijzonder voor het overblijfsel naar de verkiezing der genade.
Zij zijn niet allen Israël, die uit Israël zijn.
Die profeet heeft het volk aangemaand tot boete en bekeering.
Wanneer Israël bij God als een wees zal pleiten om ontferming, dan zal het behouden worden. Dan zal het Gods genade mogen smaken.
Het woord van den tekst geldt allen, die door den Heiligen Geest gedreven, tot den Heere wederkeeren met verlating van hunne afgoden ! Allen, die hun uitvluchten laten varen, om vluchtende, hun toevlucht te leeren vinden bij God alleen.
Dan zal de Heere zijn als de dauw.
Dat is de ervaring geweest van Naomi, van Simson, van den verloren zoon.
Zij allen ervoeren, dat wie God verlaat smart op smart te vreezen heeft.
Maar ook, dat God een vergevend God is voor wie ellendig tot Hem wederkeert.
En deze dingen worden ons tot waarschuwing voorgehouden, opdat we ons laten gezeggen.
Wel hebben we ons daarom allen naarstig te onderzoeken, om niet eenmaal beschaamd uit te komen !
God zal Israël zijn als de dauw.
Israël de man, die in den nacht worstelde met God, en weende, en Hem smeekte, zooals daar staat bij Hosea in hoofdstuk 12.
De man, die het uitriep : „ontneem mij, o Heere, alles en alle recht, maak al mijn roem tot schande, maar U kan ik niet missen ; in eeuwigheid niet".
„Ik laat U niet gaan, tenzij dat Gij mij zegent!"
Israël is een volk, dat in zichzelven Jacob heet, maar dat van den Heere in den donkersten nacht den naam van Israël heeft ontvangen.
In den nacht des doods, als alles in het vleesch verloren gaat, breekt het morgenrood van den dag des levens voor het volk van Israël door.
Voor dat volk, waarvoor de Heere, zal zijn als de dauw.
Wat beteekent dat?
Het beeld van de dauw komt in de Schrift meermalen voor.
Zegen schenkt de gave der dauw!
Wanneer Isaac Jacob zegent, spreekt hij van den dauw des hemels en de vettigheid der aarde en menigte van tarwe en most. Zoo gebruikt de aartsvader het beeld van den dauw om met stoffelijken zegen te begiftigen!
Mozes zegent eer hij sterft het volk Israël, en de geestelijke zegen komt over Israël met deze Woorden : „Zijn hemel zal van dauw druipen welgelukzalig zijt gij, o Israël, wie is u gelijk ? Gij zijt een volk, verlost door den Heere, het Schild uwer hulp, en Die een zwaard is uwer hoogheid!"
Zegen schenkt de gave der dauw.
Maar als de dauw achterblijft, dan is er de vloek.
Getuige het woord door Elia gesproken tot Achab (1 Kon. 17 : 1).
Wat de dauwwolk voor den bodem is, dat is de dauw der genade voor de ziel.
Zonder de dauw des Geestes is daar een kwijnend bestaan, een biddeloos leven, een verachtering in de genade.
Maar op de vraag hoe het leven in de woestijn weer zal gaan heerschen, antwoordt ons de Heere: „Ik zal Israël zijn als de dauw!"
Wanneer de ziel dat recht mag verstaan, dan zoekt men niet in eigen kracht te ontkomen aan dien toestand van ingezonkenheid.
Niet op de aarde niet bij het schepsel wordt het noodige gevonden.
De dauw is een mysterie des hemels.
De genade moet neerdalen van boven.
En dan komt er nieuw leven. Dan worden harde harten week gemaakt; dan wordt de stugge wil omgezet; dan raakt de waarschuwing des Woords de consciëntie.
Dan leert een bekommerd hart de weg zien om te komen tot de vrijheid der kinderen Gods. Dan wordt Gods Woord verstaan.
Dan zal zich het hart met onze daden paren.
Neen Gods Koninkrijk komt niet met uiterlijk gelaat.
Daar zijn zoovelen die denken, dat ze vroom zijn, als ze zich vastklemmen aan vrome uitwendigheden.
De dauw daalt zacht en zwijgend neer.
Niemand, die hem ziet komen.
Maar in den zegen, die hij verspreidt, wordt hij openbaar.
Zoo is de weg des Heeren, bekommerde harten, meestal eenvoudig en stil, als Hij met Zijn genade, met Zijn vernieuwde genade inkeert in ons hart het is de weg, de onnaspeurlijke weg van de dauw!
Wij merken hier nog iets op.
Wij menschen verlangen, voor ons leven altijd naar het vele. Maar als de Heere alle dauw opeens geschonken had, dan was de zegen veranderd in een vloek.
Maar de Heere wil zegenen, en schenkt daarom dagelijks nieuwe genade. Dauw. juist voor één dag genoeg.
Gods kind kan de genade niet opdoen bij voorraad of gewicht.
Dan werd de zegen ten vloek!
Want dan werd de mensch er groot bij.
En de Heere houdt Zijn Israël klein.
Ons tekstwoord wordt dan ook verstaan door den mensch, die van genade wil leven, die klein is in zichzelven!
Waait de dauw, die valt immers het meest in de laagte.
In de laagte, daar verspreidt de dauw zegen.
Weet ge er niet van ? Dan ligt daarin uw vonnis.
Dit vonnis, dat ge nog te hoog staat in uzelven, en nog niet in de laagte hebt leeren knielen voor uw God.
Waar dat knielen gevonden wordt, daar zal de vrucht niet worden gemist.
Israël zal bloeien als de lelie.
Door zijn afval was Israël als een schoof distelen geweest.
Maar de genade des Heeren maakt er lelie van.
Dat wijst op schoonheid, op reinheid, op witte onschuld en teere zuiverheid. In Christus Jezus, in Zijn persoon en in Zijn werk. Hij is het middelpunt, door Wien en om Wien en in Wien dit alles verwerkelijkt wordt.
Israël zal bloeien als de lelie.
Daar zijn geen twee lelies, die volkomen aan elkander gelijk zijn. Wie de bloei der leliën, wie het geestelijk leven van Israël met geweld wil dringen en dwingen in één zelfde vorm, die verstikt des Heeren werk.
Dan krijgt men geestelijke onnatuur, geschilderde bloemen, maar geen echte leliën.
De stengel der lelie is zwak.
Daarom staat er nog : „hij zal zijn wortelen uitslaan als de Libanon".
Of hier gezinspeeld wordt op de cederen van Libanon of op dat gebergte zelf, maakt geen verschil.
Het beeld wil vastheid aanduiden.
Diep, zoo wil het de Heere en dat schenkt Hij aan Zijn volk door hen te zijn als de dauw, diep zal zijn volk de wortelen des geloofs inslaan in den rotssteen Christus.
Dan zullen ook de scheuten zich uitspreiden, en de heerlijkheid zal zijn als des olijfbooms, en de reuk zal zijn als van Libanon. Het geestelijk leven zal toenemen, er zal heerlijkheid zijn, en aangenaamheid.
Zet daar nu tegenover, wat de Heere vroeger tot Juda gesproken heeft bij Hosea : „Ik zal den huize Juda zijn als een verrotting, dan verstaan we, dat de genade 'den stank der bederving omgezet heeft in de reuke der onverderfelijkheid.
Dat kan de genade alleen, de genade van Hem, Die Israël zal zijn als de dauw.
Maar helaas, hoe weinig wordt nog gekend deze dauw des Geestes.
Zoovelen, die er niet begeerig naar zijn, maar die opgaan om straks onder te gaan in de onvruchtbare werken der duisternis.
Paulus waarschuwt ons den Heiligen Geest niet te bedroeven. Die Geest heeft geen gemeenschap met de werken des duivels.
Ik zal Israël zijn als de dauw !
Wat staan, wij vaak buiten die vruchtbare belofte des Heeren! Dat toonen we door onze woorden! Door onzen hoogmoed, bitterheid en toornigheid.
Door nijdigheid onder elkander.
De Heere, die het hart doorgrondt en die nieren proeft zal een iegelijk geven naar zijne wegen, naar de vrucht zijner handelingen.
De Heere zoekt vruchten als gevolg van den dauw des Geestes, vruchten van wedergeboorte en oprechte bekeering.
Onderzoeken we dan ons zelven.
En bidden we Hem den Heere God, gedachtig zijnde aan het woord van den Zoon : „indien dan gij, die boos zijt, weet uwen kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen goede gaven geven degenen, die ze van Hem bidden".
Zoek de vrucht niet bij uzelven.
De mensch wil zoo gaarne wat zijn, wat worden, wat toonen.
Gedenk aan het woord des Heeren : „Blijft in Mij, en Ik in u".
De rank toch kan geen vruchten dragen van zichzelve.
Houdt aan in het gebed!
Put uit de bron van Gods Woord.
Zoekt den verborgen omgang God's.
Wie is wijs? Die versta deze dingen.
Wie is verstandig ? Die bekenne ze.
Want des Heeren wegen zijn recht, en de rechtvaardigen zullen daarin wandelen.
De heerlijkheid des Heeren is groot.
Nochtans ziet Hij den nederige aan.
Uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen !
Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.
Putten (Vel.).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's