RONDOM DE LEESTAFEL

ONDER EIGEN VAANDEL. Driemaandelijksch theologisch tijdschrift. Uitgave H. Veenman & Zonen, Wageningen.
In deze belangrijke aflevering van Juli j.l. komt voor de overdenking van ds. J. W. Dippe, te Middelburg, over „ambt en existentie", uitgesproken op de 72ste jaarvergadering van de Ned Herv. Predikanten-Vereeniging. Eveneens is opgenomen het referaat, door dr. G. Oorthuys, van Amsterdam, gehouden over de praedestinatie in de Calvinistische dogmatiek, voor het Calvinistisch Congres te Geneve in Juni 1936. Vervolgens is afgedrukt de inleiding, op de Ned. Herv. Predikanten-Vergadering gehouden over de catechese, door ds. R. C. G. Troelstra, te Halle. Aan de Kroniek van ds. A. B. te Winkel gaat vooraf een artikel van prof. Haitjema over het Evangelie en onze samenleving. De Kroniek is o.m. gewijd aan de herdenking der Statenvertaling, de Reorganisatie-voorstellen en de Psalmberijming van ds. Hasper.
Vooral de artikelen van dr. Oorthuys en ds. Troelstra hebben we met veel aandacht gelezen Er worden zulke belangrijke onderwerpen in behandeld.
Wij bevelen dit theologisch tijdschrift gaarne hartelijk laan. Vooral jongere predikanten kunnen er voordeel van hebben dit tijdschrift geregeld te lezen en na te slaan. Ook voor Rhig-portefeuilles is het uitnemend geschikt. Maar béter is het, zelf de beschikking er over te hebben en te houden.
De Uitgever verdient een woord, van lof voor de keurige uitvoering van dit tijdschrift.

GEREFORMEERD THEOLOGISCH TIJD-SCHRIFT, uitgave N.V. De Graafschap te Aalten.
Dr. W. A. van Es, van Leeuwarden, geeft een (vierde) vervolgartikel over: de grond van het Schriftgeloof bij de Apologeten van de 2de eeuw.
De heer F. J. Bruijel, van Hilversum, publiceert een uitvoerig artikel over sprinkhanen. De recensies in dit nummer zijn van de hand van dr. A. D. R. Polman, van Bolsward.
De recensent bespreekt de derde reeks preeken „Uw Koning komt", acht preeken voor den tijd van Advent, Kerstfeest, Oud-en Nieuwjaar, van dr. K. Dijk, van Den Haag, intusschen hoogleeraar aan de Theol. School te Kampen geworden. Verder het boekje van dr. A. Kuyper Jr., van Rotterdam, over : „In of van het Verbond", die hier „de verbondstheoloog bij uitnemendheid" genoemd wordt. Geciteerd worden de woorden uit het „Woord vooraf" : „Evenwel, hoe blijde we ook mogen zijn, dat opnieuw voor de Verbondsleer belangstellmg gewekt wordt, we moeten er op bedacht zijn in het goede spoor te blijven. In een vorige periode was het noodig bij voortduur te herinneren aan wat ons Doopsformulier zegt, dat er in alle verbonden twee deelen begrepen zijn, en dat er niet alleen beloften zijn, maar ook eischen, die we hebben te vervullen. In den tegenwoordigen tijd is het noodig, om den ernst van het Verbond in het oog te houden, te handhaven een heel oude onderscheiding, n.l. deze, of men in het Verbond is, of dat men van het Verbond is". Den prediker wordt de eisch gesteld, om tot ernstig zelfonderzoek in den ouden zin van het woord te vermanen en den bondeling wordt voorgehouden, om zoo bij het licht van Gods Woord en onder de leiding des Heiligen Geestes tot volle zekerheid te mogen komen, dat hy het echte geloof bezit. — Verder wordt een recensie gegeven van het boek van dr. H. Steen : de Kerk. „In deze publicatie geeft dr. Steen een populaire weergave van de nieuwe beschouwingen omtrent de Kerk, gelijk deze door prof. Schilder, ds. Den Houting e. a. reeds langen tijd verdedigd en gepropageerd zijn. „Wie een informatorisch werk bezitten wil, dat over deze problemen en hun recente behandeling een goede oriënteering geeft, schaffe zich 't werk van dr. Steen aan" — aldus dr. Polman, Wat de leer van de pluriformiteit betreft, zegt dr. Polman : „Bij de critiek op Kuyper, Bavinck en Jansen, wordt het uiterst gecompliceerde verschijnsel der pluriformiteit, waarvoor deze geleerden een open oog hadden, door dr. Steen e.a. al te simplistisch ontleed en gedwongen vereenvoudigd'. „Hier werken veel meer factoren" en „juist de erkenning daarvan deed Kuyper en Bavinck deze „leer" opstellen". „Bij de verklaring van artt. 27—29 der Ned. Geloofsbelijdenis werden we teleurgesteld", „de uitgebreide weergave der verschillende meeningen deed ons op grondiger behandeling hopen". „Wij stemmen toe, dat er naar de Schrift maar één Kerk ook in het zichtbare wezen mag. Maar de conclusie, daaruit getrokken, dat er nu ook maar één Kerk kan zijn, «list voor ons het stringent karakter. Hier wordt vergeten, dat de Kerk, naar het woord van prof. dr. W. J. Aalders tegelijk creatio en creatura (schepping en schepsel) is. Was zij enkel het werk Gods, dan zou zulk een gevolgtrekking gewettigd wezen. Maar juist de inschakeling van des menschen werk met al het zondige en verkeerde, waarvan twintig eeuwen getuigenis afleggen, doen ons huiveren voor een conclusie, die de Gereformeerde Kerk (en dit niet tegenover de Ned. Hervormde, de Christ. Geref. Kerk e.a., daar de verscheurdheid in ons Vaderland tusschen Kerken met dezelfde belijdenis niets met pluriformiteit te maken heeft) tegenover de andere groote Kerken als de eenig ware durft stellen".
Dit Theol. tijdschrift, dat uit den kring der Geref. Kerken komt, verdient zeer zeker ook ónze volle belangstelling.
 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen